Plenair Van Rooijen bij behandeling Begrotingen Financiën en Nationale Schuld 2025



Verslag van de vergadering van 11 februari 2025 (2024/2025 nr. 18)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 17.00 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter. Mijn fractie is teleurgesteld over het antwoord van de bewindslieden over de toepassing van de motie-Hoekstra. Daarom dien ik een wijziging in van de motie die ik in oktober samen met collega Bovens heb ingediend bij de Algemene Beschouwingen. Dat is de motie met letter K (36600). Deze motie luidt in gewijzigde vorm als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering aan het wetsvoorstel over het Belastingplan 2025 een separaat wetsvoorstel heeft gekoppeld, dat bovendien pas in 2026 ingaat;

constaterende dat het twee eigenstandige wetsvoorstellen betreft;

constaterende dat de Eerste Kamer hierdoor de mogelijkheid wordt ontnomen om een separaat politiek eindoordeel te vellen over beide eigenstandige wetsvoorstellen;

constaterende dat dit een onwenselijk precedent schept voor de toekomst;

overwegende dat het soms wenselijk is om wetsvoorstellen gelijktijdig in te dienen en te behandelen ...

Voorzitter. Dit is de verkeerde motie.

De voorzitter:

Wij wachten even rustig af.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Even kijken.

De voorzitter:

De heer Van Rooijen.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ja, voorzitter. Excuus. Het is een hectische dag voor mij en mijn medewerkers. Dan kom ik nu op de btw.

De voorzitter:

Meneer Van Rooijen, u gaf aan dat u de motie met letter K (36600) wilde vervangen door een andere motie. Hoe luidt die motie?

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Die heb ik even … Omdat ik nog een alternatief had dat ik niet indien, heb ik de verkeerde meegenomen. Mijn medewerker kan de juiste zo even brengen, maar ik weet niet of dat nog lukt.

De voorzitter:

Dan wachten we tot uw medewerker er is. Als uw medewerker er niet is voordat u klaar bent, dan schorsen we gewoon even in de tweede termijn en dan vangen we weer aan. Gaat u rustig uw gang.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Heel fijn, voorzitter. Heel fijn.

Voorzitter. De btw. Laat ik het volgende daarvan zeggen. Ik was geschrokken door wat er in de Tweede Kamer gebeurde, namelijk dat er een motie werd ingediend door links die zei: als er alternatieve dekking voor het btw-gat moet worden gevonden buiten de btw, dan mag dat — en nou komt ie — niet ten laste van de werkenden gaan. Ik noem het altijd maar goed vooruitkijken. Ik heb toen al aan zien komen dat het weleens zo zou kunnen zijn dat de dekking voor het btw-gat van ruim 1 miljard toch niet bij de werkenden wordt gevonden, maar dus bij de niet-werkenden. Gelukkig is die motie verworpen. Ik moet erbij zeggen dat tot mijn verbijstering de VVD-minister daarover oordeel Kamer gaf, want die partij is erg voor de werkenden. Het is dus heel hard nodig dat ik dit blijf zeggen. Ik zal het kabinet daarop blijven wijzen. Dat was de btw.

Dan over box 3, heel kort. Bij het nieuwe box 3-stelsel zoals dat in de recente brief is voorgelegd, houd ik er rekening mee dat de Hoge Raad er toch weer een streep door zal zetten, nadat dat eventueel wet is geworden. Immers, dit nieuwe stelsel gaat uit van werkelijk rendement. Naar het oordeel van mijn fractie dient dat te zijn het gerealiseerde rendement. Een papieren waardestijging van aandelen is geen gerealiseerd rendement en ook geen werkelijk rendement. Mijn vraag, die de Hoge Raad te zijner tijd ook onder ogen krijgt, is of het bij een belastingheffing op een papieren waardestijging, die daarna ook weer kan verdwijnen, wel werkelijk rendement is. Vandaar dat mijn fractie de voorkeur heeft voor een vermogenswinstbelasting, die uiteraard, zoals in alle andere landen eigenlijk, uitgaat van werkelijk gerealiseerd rendement.

Voorzitter, dank dat u mij de gelegenheid geeft om nu de goede motie voor te lezen. Dat is de gewijzigde motie op stuk nr. 36600, letter K, die toen medeondertekend was door collega Bovens.

De voorzitter:

De motie-Van Rooijen c.s. (36600, letter K) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterend dat de regering aan het wetsvoorstel over het Belastingplan 2025 een separaat wetsvoorstel heeft gekoppeld, dat bovendien pas in 2026 ingaat;

constaterend dat het twee eigenstandige wetsvoorstellen betreft;

constaterend dat de Eerste Kamer hierdoor de mogelijkheid wordt ontnomen om een separaat politiek oordeel te vellen over beide eigenstandige voorstellen;

overwegend dat het wenselijk is om dat vooraf te doen;

constaterend dat dit een onwenselijk precedent schept voor de toekomst;

verzoekt de regering zich in het vervolg te onthouden van een dergelijke koppeling,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter E, was letter K (36600-IX, 36600).

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Deze motie wordt medeondertekend door collega Bovens, maar die moet zijn handtekening dan nog onder de goede motie zetten.

De voorzitter:

Deze motie vervangt de eerdere motie met letter K, die dus geen deel meer uitmaakt van de beraadslaging.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Mijn fractie is zeer ontevreden over de antwoorden van de bewindslieden over de goedkeurende beleidsbesluiten die we in uitgesteld relais hebben gekregen van de staatssecretaris. Mijn fractie is van mening dat dit instrument niet meer moet worden gehanteerd. U kunt ervan verzekerd zijn dat ik hier nog diepgaand op terugkom, maar uit voorzorg dien ik alvast de volgende motie in, omdat ik vind dat dit instrument moet stoppen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er een instrument is geïntroduceerd voor goedkeurende beleidsbesluiten, vooruitlopend op wetgeving op terreinen van belastingen, toeslagen en douane;

overwegende dat het instrument van goedkeurende beleidsbesluiten in strijd is met het Nederlandse staatsrecht;

overwegende dat:

  • dergelijke besluiten in strijd zijn met artikel 104 van de Grondwet omdat een goedkeurend beleidsbesluit niet kwalificeert als wet in de zin van dit artikel;
  • de inhoud van dergelijke besluiten per definitie in strijd is met dan geldende wetgeving;
  • bij het nemen van dergelijke besluiten beide Kamers der Staten-Generaal volledig buitenspel worden gezet, zodat zij hun grondwettelijke taak niet kunnen vervullen;
  • beide Kamers der Staten-Generaal in een later stadium voor een fait accompli worden gesteld;
  • lange tijd onzekerheid blijft bestaan of de wet in formele zin alsnog wordt goedgekeurd;

overwegende dat een goed alternatief voorhanden is in de vorm van spoedwetten;

verzoekt de regering met klem af te zien van het gebruik van het instrument van goedkeurende beleidsbesluiten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Rooijen en Kroon.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.

Zij krijgt letter F (36600-IX).

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter, ten slotte. Ik had de minister een toezegging gevraagd, namelijk om een uitgebreide cijfermatige toelichting te geven op de ambtelijke berekeningen over het amendement-Joseph. Tot mijn grote spijt heb ik die toezegging nog niet gekregen. Nog erger, ik krijg 'm pas over vier tot zes weken als de minister van Sociale Zaken komt met een uitgebreide reactie, een brief, over het amendement-Joseph, dat deze week zal zijn ingediend, denk ik. Maar daar kan mijn fractie niet op wachten. Er moet nu eerlijkheid en duidelijkheid komen over de vraag of het gaat om een belastingtegenvaller van 1 tot 2 miljard, want dit gaat een eigen leven leiden. Ik word gebombardeerd met berichten van mensen die allemaal zeggen "meneer Van Rooijen en mevrouw Joseph" — we werken namelijk nauw samen — "u snapt er geen bal van; dit gaat heel veel geld kosten". Maar ik weet zeker dat het een meevaller is, want ik heb die berekeningen laten maken. Ik blijf vragen om deze week die berekening over die 1 tot 2 miljard te krijgen, want anders wordt het amendement-Joseph, dat nog moet worden ingediend, bij voorbaat onderuit geschoffeld. Er zijn hier termen gevallen als "kernbommen" en dergelijke. Ik begrijp niet dat iemand dat in zijn hoofd kan halen, maar dat even terzijde.

De heer Crone i (GroenLinks-PvdA):

Ik ondersteun het altijd heel erg graag als de heer Van Rooijen zorgvuldige wetgeving en volledige informatie wil. Dat weet u ook van mij. Maar ik heb begrepen dat het amendement-Joseph eigenlijk niet bestaat, c.q. dat er een nieuwe versie wordt gemaakt. Die is er nog steeds niet. Kunt u mij daarover bijpraten? Want dan hebben wij gezamenlijke informatie. Als ik het niet goed zie, wil ik het ook graag horen. Ik wil ook graag meekijken met het amendement. Ik heb verkiezingsdebatten met haar gevoerd. Heel aantrekkelijk om dat te doen. We hebben hier hoorzittingen gehad. Dus ik wil heel serieus weten welk amendement er nu is. Of is het er nog niet? Want dan wil ik ook al die berekeningen zien, maar in die volgorde.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Mede naar aanleiding van de contacten met Sociale Zaken is mij bekend … Ik ben er ook dag en nacht mee bezig, net zoals de drie christelijke partijen hier met de Tweede Kamer bezig zijn over de btw en andere zaken. Dus ik doe dat ook maar eens. Er ligt een conceptamendement. Dat was bekend bij SoZa. Op basis van de tekst van dat amendement en de toelichting is gezegd: dit is een belastingtegenvaller van 1 tot 2 miljard. Het amendement dat definitief wordt ingediend, dat ik vannacht om 2.00 uur ook weer heb gezien, verandert daar niks aan. Er is iets in de toelichting verduidelijkt. De tekst van het amendement is niet veranderd. Ik wil de toezegging van de minister hebben dat ik die cijfermatige onderbouwing krijg.

De heer Crone (GroenLinks-PvdA):

Ik heb een procedureel probleem. Er wordt hier over een amendement gesproken. Een van de leden heeft dat, maar is niet lid van de Tweede Kamer, maar van hier. Dat vind ik allemaal prima. Maar ik kan toch niet meedoen aan een debat over een stuk dat er niet is, maar waarover wel enorm hoog van de toren wordt geblazen? Ik blaas altijd graag mee van die hoge toren, maar dan moet ik wel weten waar het over gaat. Dus ik vind het lastig. Ik wil graag weten wat de stand van zaken is. Ik kan het ook aan u vragen: mogen wij het ook alvast krijgen vanavond? Dan kan ik ook eerder beoordelen wat het is. Uit ervaring weet ik dat je een initiatiefwet met de ambtenaren maakt, maar dan mogen de bewindslieden het niet eens weten. Een initiatiefwet is juist een autonoom proces, naast het politieke proces van de bewindslieden. Ook dat vind ik wel lastig. Dus ik wil heel graag meedoen, maar in welk speelveld of toneelstuk zit ik nu?

De heer Van Rooijen (50PLUS):

In de tekst van het amendement is niets veranderd sedert de indiening bij het ministerie van Sociale Zaken voor verder overleg. Waar ik mee te maken heb, meneer Crone, is dat de buitenwereld kennisgenomen heeft van een berekening, althans van getallen die in antwoord op vragen van de Tweede Kamer naar buiten zijn gebracht. De buitenwereld zegt: "Dat vinden wij fantastisch. Dat amendement-Joseph deugt dus niet, want het leidt tot grote tegenvallers." Het deugt niet in de zin dat het tot financiële tegenvallers gaat leiden. De buitenwereld heeft zich meester gemaakt van die som. Ik wil mij ook meester maken van die sommen, door de onderbouwing ervan te vragen. Dat is het enige wat ik hier doe. Meer vraag ik niet. Dat heeft niets te maken met of ik het amendement en de toelichting ken. Dat is allemaal waar, maar als de buitenwereld voor zoete koek aanneemt dat dit de feiten zijn, wil ik zeker weten dat die 1 tot 2 miljard degelijk onderbouwd is. Ik wil die cijfermatige onderbouwing zien. Als die niet komt, blijf ik erom vragen.

De voorzitter:

Dank u wel. Uw vraag is helder.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik kom bij de afsluiting, voorzitter.

Voorzitter. We hadden het over een belastingtegenvaller. Ik zeg het niet snel, maar de enige tegenvaller die ik hier constateer — daar komt ie — is een warrig, nauwelijks onderbouwd ambtelijk memo dat is geschreven door mensen die blijkbaar niet willen snappen dat in geval van niet-invaren de oplossing van de compensatieproblematiek geheel anders zal moeten verlopen dan bij invaren. Daardoor lijkt het alsof dit memo vooral bedoeld is — daar komt ie — om het amendement van NSC en BBB in de Tweede Kamer in een kwaad daglicht te stellen. Iets anders kan ik er niet van maken. In alle eerlijkheid vind ik dat dit niet kan; het is een vorm van spelbederf waarvoor je op het voetbalveld al snel een gele of rode kaart voor krijgt. Zo kunnen wij geen debat voeren.

De voorzitter:

Dank u wel. Wenst een van de leden in de tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Dan kijk ik of de minister en de staatssecretaris in de gelegenheid zijn om direct de vragen van de Kamer te beantwoorden. Dat is het geval. Dan geef ik het woord aan de minister van Financiën.