Verslag van de vergadering van 11 februari 2025 (2024/2025 nr. 18)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 20.45 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
Mevrouw Visseren-Hamakers i (PvdD):
Dank, voorzitter. In de eerste termijn heb ik de zorgen van de Partij voor de Dieren geuit over de beleidskeuzes die worden gemaakt in de begrotingen van Economische Zaken, Klimaat en Groene Groei en het Klimaatfonds. Ik dank de minister en de ambtenaren voor de beantwoording van onze schriftelijke vragen en ook van de vragen die wij in de eerste termijn van dit debat hebben gesteld. Ik ben blij dat de minister de ambitie van een duurzame economie en het behalen van de klimaatdoelen bevestigt.
Er staan nog een paar vragen van mijn kant open. De minister zou kijken of ze in tweede termijn zouden kunnen worden beantwoord. Als dat niet lukt in de tweede termijn hoor ik graag in die tweede termijn de toezegging dat de vragen schriftelijk worden beantwoord.
Ik vroeg naar een financieel overzicht van de inzet op energiebesparing, naar de milieu-impact over de hele productieketen van kernenergie, en naar de veiligheid van de opslag van kernenergie, die nog wordt onderzocht. Ook zou de minister kijken wanneer het rapport daarover klaar zou zijn. En welke specifieke dierlijke bijproducten worden gebruikt in de productie van groen gas dat in Nederland wordt geproduceerd en op de Nederlandse markt wordt verkocht? Graag een antwoord in tweede termijn, of een toezegging om dit helder te krijgen.
Daarnaast heeft de minister mijn vragen op een technische manier beantwoord. Dat begrijp ik, maar ik wil de minister uitdagen om in de tweede termijn ook een meer reflectief antwoord te geven op twee van de vragen die ik in de eerste termijn heb gesteld, omdat het meer reflectieve vragen waren. In ieder geval waren ze meer reflectief bedoeld. Een van die vragen ging over het perspectief van veiligheid over een termijn van duizenden generaties. We kunnen wel een rapport laten opstellen over de veiligheid van het opslaan van radioactief afval in de diepe ondergrond, maar hoe kijkt de minister naar veiligheidsvraagstukken over zo'n lange periode?
De tweede vraag waar ik graag een reflectief antwoord op zou krijgen is de dierwaardigheid van het gebruik van dierlijke bijproducten om energie te produceren, en hoe een dier als hernieuwbaar kan worden gezien.
Ondanks de inzet van de minister en de ambtenaren om onze vragen te beantwoorden zijn onze zorgen over deze begrotingen niet weggenomen. Er worden naar het oordeel van mijn fractie pijnlijke bezuinigingen doorgevoerd om financiële ruimte te creëren voor niet duurzame, dieronvriendelijke en niet rechtvaardige keuzes in de begroting voor 2025. Er worden miljarden geïnvesteerd in kernenergie zonder een volledig inzicht in de impact. Daarom heeft mijn fractie een motie voorbereid om gedegen en goed geïnformeerde besluitvorming over deze grootschalige publieke investeringen in kernenergie mogelijk te maken. Deze motie gaat verder dan een MER. Het onderzoek zou de hele productie meenemen in een vergelijking en een vergelijking mogelijk maken tussen verschillende klimaatmaatregelen. Ik lees de motie voor.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het kabinet plannen heeft voor het langer openhouden van de kerncentrale in Borssele en voor de ontwikkeling van vier kerncentrales en SMR's;
overwegende dat dit grootschalige publieke investeringen met zich meebrengt, die zorgvuldige besluitvorming behoeven;
overwegende dat besluitvorming over deze investeringen wordt verbeterd door vergelijking van de doelmatigheid en doeltreffendheid van deze investeringen in vergelijking met andere klimaatinvesteringen;
verzoekt de regering onderzoek te doen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van de voorgenomen investeringen in kernenergie, bijvoorbeeld via een maatschappelijke kosten-batenanalyse, waarbij de impacts van de gehele productieketen worden meegewogen, en deze investeringen te vergelijken met de doelmatigheid en doeltreffendheid van andere klimaatmaatregelen, en de Kamer daarover binnen zes maanden te berichten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Visseren-Hamakers, Nicolaï en Koffeman.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.
Zij krijgt letter F (36600-XXIII, 36600-M).
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Voorzitter. Dan groen gas. Zoals al bleek uit het debat eerder vandaag, hebben consumenten weinig keuzevrijheid bij het aanschaffen van zogenaamd groen gas. Deze keuzevrijheid kan nog verder worden verkleind door het wetsvoorstel over een bijmengverplichting dat momenteel wordt voorbereid. Daarom wil ik graag een motie indienen om de mogelijkheden te onderzoeken van het recht op informatie voor consumenten.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de bronnen van groen gas divers kunnen zijn en niet altijd bekend zijn;
overwegende dat het kabinet een wetsvoorstel voorbereidt voor een bijmengverplichting van groen gas;
overwegende dat zo'n bijmengverplichting de keuzevrijheid van consumenten verkleint;
verzoekt de regering de mogelijkheden van het recht op informatie voor consumenten over de specifieke bronnen van groen gas te onderzoeken, en de Kamer hierover uiterlijk over zes maanden, en voordat het wetsvoorstel bijmengverplichting groen gas wordt aangeboden aan de Kamers, te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Visseren-Hamakers, Nicolaï, Koffeman en Van der Goot.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.
Zij krijgt letter G (36600-XXIII, 36600-M).
Dat is de letter G van "groen gas".
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Dat komt dan goed uit. Dat is hoopgevend voor de besluitvorming over de motie.
Ten slotte, voorzitter. Daarnaast is de bijdrage van groen gas aan het bereiken van verschillende beleidsdoelen van de overheid niet helder. De minister zei in haar beantwoording dat het voldoet aan de RED-eisen, maar het is niet zeker of en in welke mate groen gas bijdraagt aan de bredere doelstellingen van de overheid. Daarom heeft mijn fractie een motie voorbereid om de doeltreffendheid en doelmatigheid van groen gas te onderzoeken, zodat de Kamers op basis van dit onderzoek een goed geïnformeerd besluit kunnen nemen over subsidies — dat is onderdeel van een begroting — op groen gas.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de regering subsidie geeft voor de ontwikkeling van groen gas;
overwegende dat groen gas een brede definitie is, die gas gemaakt op basis van verschillende bronnen omvat;
overwegende dat groen gas raakt aan verschillende doelen van de overheid, zoals het beleid op het gebied van biodiversiteit, klimaat en waterkwaliteit;
verzoekt de regering de doeltreffendheid en de doelmatigheid te onderzoeken van subsidies van verschillende soorten groen gas, gedifferentieerd naar de verschillende specifieke bronnen, en aan de Kamer over uiterlijk zes maanden hierover te rapporteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Visseren-Hamakers, Nicolaï en Koffeman.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.
Zij krijgt letter H (36600-XXIII, 36600-M).
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Dank, voorzitter. Ik zit momenteel in de negatieve tijd, dus ik denk dat ik de minister bedank.
Ik kijk uit naar de beantwoording in de tweede termijn.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Visseren. Dan is het woord aan de heer Van der Goot namens OPNL.