Verslag van de vergadering van 18 februari 2025 (2024/2025 nr. 19)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 20.42 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
Mevrouw Kluit i (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Ik begin maar met het laatste: compensatie van habitats in de rest van de Europese Unie. Het lijkt mij zeer onwenselijk als wij onze opgave in andere Europese landen neerleggen. Het is namelijk onze natuur, Nederlandse natuur. Er is geen sprake van dat we die in Oost-Europa of waar u dat dan ook zou willen doen, kunnen realiseren. De natuur is ook vaak aangewezen omdat de soorten grotendeels hier voorkomen. Wij hebben er belang bij om die te beschermen, omdat wij de hele populatie beschermen. Ik hoop dus dat de staatssecretaris daar iets meer over kan zeggen dan dit.
Ik heb een paar vragen en dan kom ik een afronding. Mijn vraag over de luchthaven was niet zozeer gericht op de vergunningverlening, maar op de beleidsmatige keuzes die we maken ten aanzien van krimp en groei. Het vorige kabinet koos voor krimp van Schiphol, in onze ogen niet genoeg, maar het was wel krimp, en het huidige kabinet kiest voor groei ten opzichte van de afgelopen anderhalf jaar. Wat hebben de beide bewindspersonen daarbij ingebracht? Want dat leidt tot extra depositie in de stikstofdeken.
Dan de rekengrens. De heer Oplaat nam deel aan het debat en vroeg om duidelijkheid te geven over de PAS-melders. Tegen de heer Oplaat en beide bewindspersonen zeg ik: wij zeggen tegen PAS-melders dat ze voorlopig veilig zijn, om het vervolgens over anderhalf jaar of drie jaar alsnog bij de rechter te beslechten. Dat is ondermaatse wetgeving. Dat zouden we onze samenleving echt niet meer moeten aandoen. Voor de helft van de landbouwbedrijven is onduidelijk waar ze aan toe zijn wat betreft vergunningverlening. Het is blijkbaar nog niet genoeg voor u, maar wel voor ons. Het moet gewoon ophouden. Wij moeten wetgeving maken waardoor bedrijven gewoon weten waar ze aan toe zijn. Dat betreft niet alleen boeren, maar ook bouwbedrijven. Ik vraag dus nogmaals om een programma om de stikstofemmer leeg te maken. Dat moet op korte termijn gebeuren, want anders zijn we te laat.
Ik ga naar het NPLG. De heer Rietkerk heeft eigenlijk prima samengevat welke opgaven er liggen bij de boeren. Dat budget is er nu niet meer. De minister stelt zelfs dat het geld leidend is voor de doelen in haar werk. Maar ik wil de minister er toch ook aan herinneren dat zij is aangesteld om de doelen te bereiken. Als er onvoldoende middelen zijn, is het dus haar taak om te zorgen dat er voldoende middelen bij komen. Ik vraag de minister daarom, ook met een verwijzing naar het Klimaatfonds, om zich, met ons als steun in de rug, in te zetten voor die extra budgetten en voor veel meer.
De NVWA. De staatssecretaris wijst naar extra middelen die het vorige kabinet heeft toegewezen. Dat gaat om 100 miljoen per jaar. Maar die 100 miljoen per jaar was voor taken die ook al zonder middelen waren toegewezen. Daar kunnen we de doelsturing dus niet uit betalen. Dat is voor taken die we ook al bij de NVWA hebben neergelegd. Vervolgens hoorden we ook in de debatten dat risicogericht sturen een oplossing is. Maar dat is geen oplossing. Het leidt er alleen maar toe dat er geen controle en handhaving is. Dat leidt ertoe — ik verwijs naar een brief die vandaag bij ons op de agenda stond over het mestdossier — dat we 170.000 vrachtwagens met mest kwijt zijn en dat er in een heel jaar twee boetes zijn uitgedeeld. Ik weet niet veel van pakkansen en of mensen zich eraan houden, maar als er 50.000 bedrijven zijn en er twee boetes worden uitgedeeld, dan denkt iedereen: dat kan ik maken. Er moet dus een tandje bij. Als we naar doelsturing gaan, beste staatssecretaris, moet er ook gewoon boter bij de vis.
Dan ga ik naar de toezegging dat de kosten niet leidend zijn bij de ministeriële commissie. Daar wil ik u voor danken. Ik wil u er vooral ook aan houden dat we dat terugzien bij de uitwerking van de plannen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Visseren namens de Partij voor de Dieren.