Plenair Visseren-Hamakers bij behandeling Begrotingen Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en Diergezondheidsfonds 2025



Verslag van de vergadering van 18 februari 2025 (2024/2025 nr. 19)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 20.47 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Visseren-Hamakers i (PvdD):

Voorzitter. Dank aan de minister, de staatssecretaris en de ambtenaren van het ministerie voor de beantwoording van onze vragen, zowel in het schriftelijk overleg als vanavond.

De Partij voor de Dieren is het met de minister eens dat we zorgvuldig moeten omgaan met het feit dat sommige boeren zullen besluiten om hun bedrijf te beëindigen. Een rechtvaardige transitie is van groot belang, niet alleen in de landbouw, maar ook in andere duurzaamheidstransities. Als de samenleving veranderende producten en diensten vraagt van ondernemers en hun werknemers, dan moeten we daar zorgvuldig beleid op formuleren, niet alleen om draagvlak te houden, maar ook vanuit het uitgangspunt van rechtvaardigheid.

Dit neemt niet weg dat we ook oog moeten hebben voor andere stakeholders in de landbouw, die ook rechtvaardig beleid verdienen. Denk aan de voorlopers in de duurzame en diervriendelijke landbouw, die door te traag en onvoldoende ambitieus beleid worden benadeeld. Denk natuurlijk ook aan de dieren die worden gehouden in de veehouderij.

Ik heb helaas wat magere antwoorden gekregen op mijn vragen in de eerste termijn — dat is tenminste mijn evaluatie van de antwoorden — terwijl ik toch mijn best had gedaan om vrij concrete vragen te formuleren. Ik ga ze niet allemaal herhalen, maar ik zou de minister en de staatssecretaris willen vragen om nog een keer naar mijn vragen te kijken. Het waren er in totaal elf. Ik heb, op een paar vragen na, weinig of maar gedeeltelijke antwoorden gekregen. Dus graag in tweede termijn alsnog een poging om mijn zeer concrete vragen te beantwoorden.

De begroting van het ministerie stelt, zoals ik in de eerste termijn al zei, de fractie van de Partij voor de Dieren niet gerust. Het kabinet blijft met deze begroting inzetten op het in stand houden van de grootschalige bio-industrie, terwijl dit niet verenigd kan worden met de andere doelen op het gebied van landbouw, natuur en een gezond platteland.

De staatssecretaris gaf antwoord over de kabels in de Waddenzee. Hij antwoordde dat als zijn collega, de minister van KGG, klaar is met haar besluitvorming, hij dat besluit gaat toetsen. Maar mijn vraag was juist: wil hij aan de voorkant van dat besluit in overleg gaan met de minister om te kijken of ze samen tot een zo impactloos mogelijk besluit kunnen komen, dus niet aan de achterkant, maar juist aan de voorkant?

De minister heeft een aantal antwoorden gegeven over mijn vraag over wat er in de AMvB staat. Mijn concrete vraag aan de minister was: kan zij toezeggen dat het verbod op het couperen van varkensstaartjes en andere ingrepen bij dieren in de veehouderij wordt opgenomen in de AMvB? Zij zou daar in tweede termijn op terugkomen, dus ik kijk daarnaar uit.

Voorzitter. Ik heb mijn bijdrage in eerste termijn beëindigd met een reflectie op het zeer trage uitwerken van open normen, wat dan in de praktijk op gedogen gaat lijken. Tussen het vaststellen van beleid en het verder handen en voeten geven aan open normen in dat vastgestelde beleid, zit soms een periode van decennia. Daar heb ik twee voorbeelden van gegeven in mijn eerste termijn. Dit is wat onze fractie betreft zeer zorgelijk. We proberen al decennialang per dossier het tempo erin te houden, maar we voelen ons toch genoodzaakt om over de dossiers heen een meer algemeen geformuleerde motie in te dienen. Die luidt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de bestuursrechters in Nederland uitgaan van een beginselplicht van bestuursorganen om handhavingsbeslissingen te nemen indien wettelijke voorschriften niet worden nageleefd;

overwegende dat handhaving van bestaande wet- en regelgeving van belang is voor de betrouwbaarheid van de overheid en wordt gerekend tot de beginselen van de rechtsstaat;

overwegende dat er gevallen zijn waarin ministers zich langdurig aan nakoming van de handhavingsplicht onttrekken, met als argument dat open normen daaraan in de weg staan zolang deze normen niet nader met aangepaste regelgeving zijn geconcretiseerd;

spreekt uit dat langdurig uitstel van invulling van open normen de doelmatigheid, doeltreffendheid en handhaafbaarheid van aangenomen wet- en regelgeving schaadt en niet in overeenstemming is met rechtsstatelijke beginselen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Visseren-Hamakers, Nicolaï, Koffeman en Van Aelst-den Uijl.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.

Zij krijgt letter M (36600-XIV).

Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):

Dank, voorzitter. Ik kijk uit naar de beantwoording in de tweede termijn.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Visseren. Dan is het woord aan de heer Rietkerk namens het CDA.