Verslag van de vergadering van 4 maart 2025 (2024/2025 nr. 20)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 14.48 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
Mevrouw Huizinga-Heringa i (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Het wetsvoorstel dat we vandaag bespreken, heeft als doel om de druk op de IND en het COA te verlichten door de beslistermijnen in de asiel- en nareiszaken te verlengen. De ChristenUniefractie is het met de regering eens dat deze uitvoeringsorganisaties onder grote druk staan. Toch roept dit wetsvoorstel een aantal vragen op in mijn fractie.
Als eerste heeft mijn fractie vragen bij de doelmatigheid van dit wetsvoorstel. Draagt het op zichzelf inderdaad bij aan de verlichting van de druk op de asielketen? Een langere beslistermijn betekent immers niet automatisch een korter verblijf van asielzoekers in de over het algemeen overvolle azc's. Zal deze wet er niet toe leiden dat er juist nog meer opvangplekken nodig zullen zijn dan nu al het geval is? Kan de minister ingaan op de vraag van mijn fractie? Deze vraag klemt voor mijn fractie des te meer omdat de minister de te verwachten effecten van dit wetsvoorstel niet inzichtelijk maakt. Ze blijft erbij dat dit voorstel in algemene zin de druk op de asielketen vermindert, maar maakt bijvoorbeeld niet duidelijk hoeveel sneller procedures dan naar verwachting zullen verlopen. Dit laatste hangt wellicht ook samen met het feit dat er geen uitvoeringstoets is gedaan bij de IND. Mijn fractie vindt dat bijzonder spijtig. We vragen ons af waarom dat niet is gebeurd. Graag een reactie van de minister.
Mijn fractie heeft vragen bij de afweging tussen rechtszekerheid voor asielzoekers, de werklast van de IND en de capaciteitsproblemen bij het COA. De regering benadrukt steeds de grote druk op beide organisaties, maar in haar beleid zien wij tot nu toe weinig terug om deze druk te verlichten. Is het niet zo dat de minister zich met dit wetsvoorstel in feite neerlegt bij de huidige situatie, in plaats van dat ze de asielketen versterkt? In plaats van de asielketen te versterken legaliseert zij de overschrijding van de beslistermijnen. Graag een reactie.
Bij de behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer in april vorig jaar is een motie aangenomen die de minister — in dit geval haar voorganger — oproept om een plan van aanpak te maken om de IND te versterken. Heeft de minister dit plan van aanpak al klaar en kan zij daar iets over vertellen?
Voorzitter. In de beantwoording van de vragen in het verslag zegt de minister dat de IND gebaat is bij een toekomstige bekostigingssystematiek die ondersteunt dat er meerjarige afspraken gemaakt kunnen worden. Met die opmerking is mijn fractie het van harte eens, maar tegelijk zien we dat de regering voornemens is de komende jaren te bezuinigen op zowel de IND als het COA. Wij kunnen dat niet rijmen met de urgentie die de regering in de toelichting van dit wetsvoorstel uitstraalt. Bij de behandeling van de begroting van het ministerie van Asiel en Migratie spreken wij er ongetwijfeld nog uitgebreider over, maar mijn fractie kan dit wetsvoorstel niet los zien van de bezuinigingen op de IND en het COA die op dit moment boven de markt hangen. Als de minister wil dat de druk op de asielketen afneemt, is beleid nodig dat de IND en het COA daadwerkelijk in staat stelt om aanvragen voortvarend te behandelen. Naar de mening van mijn fractie ontbreekt het daar op dit moment aan. Daarbij duurt het nog maanden voordat duidelijk is of de IND en het COA op de lange termijn over een toereikend budget kunnen beschikken.
Dit alles heeft gevolgen voor de manier waarop mijn fractie dit wetsvoorstel weegt. Als onderdeel van een breder pakket zou een tijdelijke verlenging van de beslistermijnen denkbaar kunnen zijn. Als losstaande wet heeft mijn fractie daar moeite mee.
Voorzitter. Op 12 juni 2026 treedt het Europees Asiel- en Migratiepact in werking. De maximale beslistermijn bij asielzaken in de procedureverordening is korter dan de maximale termijn volgens het vandaag voorliggende wetsvoorstel. Dat betekent dat de wet volgend jaar opnieuw gewijzigd zou moeten worden. Mijn fractie betwijfelt of de periode van een jaar waarin de beslistermijn 21 maanden bedraagt — dat is 3 maanden langer dan in het Europese pact — opweegt tegen de noodzaak om twee keer een wetswijziging in te voeren. Waarom heeft de regering er niet voor gekozen om de beslistermijnen in asielzaken in één keer in lijn te brengen met het Europees Asiel- en Migratiepact, zodat de wet niet tweemaal dient te worden gewijzigd en zowel asielzoekers als de IND voor de lange termijn duidelijkheid hebben over de duur van de beslistermijnen? Daarmee was een dubbele wetswijziging voorkomen. Bovendien was daarmee ongelijkheid tussen asielzoekers als gevolg van het moment van aanvraag verminderd. Graag een reactie.
Onderdeel A van deze wet, over nareis, blijft na inwerkingtreding van het Asiel- en Migratiepact weliswaar van kracht, zij het tijdelijk, maar juist bij de verlenging van de termijnen in nareiszaken heeft mijn fractie bezwaar. De maximale termijnen zouden als gevolg kunnen hebben dat gezinnen alleen al door de asiel- en nareisprocedure tweeënhalfjaar van elkaar gescheiden zijn, en dat is nog los van de tijd die de vlucht zelf in beslag neemt. De asielprocedure mag 21 maanden duren, waarna de beslistermijn voor nareis nog eens 9 maanden bedraagt. In bepaalde gevallen kan die termijn ook nog overschreden worden. Onduidelijk is voor mijn fractie wat de gronden voor die extra overschrijding van de termijn zouden kunnen zijn. Dat brengt ons bij de vraag waarom de regering er niet voor gekozen heeft om enkel de beslistermijn bij asielzaken te verlengen en die bij de nareis te laten zoals die nu is. Kan de regering de druk van de nareiszaken op de asielketen cijfermatig onderbouwen?
Ik sluit af …
De voorzitter:
De heer Van …
Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):
Ik sluit af, want dit was mijn laatste zin. Het is duidelijk dat mijn fractie kritisch is op het voorstel, maar wij zien natuurlijk uit naar de beantwoording van de minister.
De voorzitter:
De heer Van Hattem voor een interruptie.
De heer Van Hattem i (PVV):
Ik hoor dat de fractie van de ChristenUnie heel kritisch is op het wetgevingstraject, op de manier waarop de wetgeving is ingestoken. Maar deze wetgeving is in eerste instantie nog geïnitieerd door het vorige kabinet-Rutte, waar de ChristenUnie deel van uitmaakte. Op dat moment had natuurlijk ook al bezien kunnen worden dat het op een andere manier had moeten gebeuren. Destijds is deze wetgeving wel neergelegd vanuit het toenmalige kabinet, dus ook vanuit het ChristenUnie-smaldeel daarin. Waarom kijkt de ChristenUnie er nu dan anders tegen aan dan destijds?
Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):
Kijk, wij hebben een democratie met dualisme; we hebben een kabinet en we hebben een Eerste en een Tweede Kamer. Deze Eerste Kamer kijkt naar de wet die op dit moment voorligt, bijna een jaar, iets meer, voordat het Europese Migratiepact wordt ingevoerd. Dan is dit ons commentaar. Waarom passen we de wet niet aan en zorgen we er niet voor dat we aansluiten bij de termijnen in het Europese Asiel- en Migratiepact?
De heer Van Hattem (PVV):
Dan stel ik gewoon vast dat de huidige ChristenUniefractie hier anders tegen aankijkt dan de manier waarop het destijds door de ChristenUnie en het kabinet is ingestoken. Dat is dan een vaststelling.
Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):
U stelt vast dat de ChristenUniefracties in de Eerste Kamer en in de Tweede Kamer het dualisme hoog in het vaandel hebben staan en dat die de wet beoordelen zoals die op dit moment voorligt.
Dank u wel.
De voorzitter:
Ik dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Dittrich van de fractie van D66.