Verslag van de vergadering van 4 maart 2025 (2024/2025 nr. 20)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 16.29 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
Mevrouw Nanninga i (JA21):
Dank u wel, voorzitter. Voordat ik bij de voorliggende wet kom, moet mij van het hart dat JA21 een brandend verlangen heeft naar maatregelen die daadwerkelijk iets aan de instroombeperking gaan doen en idealiter nog uitvoerbaar zijn ook. Of mijn fractie deze wet kan steunen, is misschien niet zo'n hele spannende vraag, gezien onze standpunten over asiel en ons stemgedrag in de Tweede Kamer. Voor ons zit de spanning in de volgende vraag. Minister, waar blijft toch dat strengste asielbeleid ooit? Waar blijft de significante en structureel dalende instroom? Waar blijven de maatregelen die ons land voor asielzoekers net zo onaantrekkelijk maken als Zweden en Denemarken? Waar blijft het intrekken van de rampzalige dwangwet waarmee nu in heel Nederland wijken en dorpen worden overvallen met azc's? Dit had maanden geleden al gekund, voordat die hele dwangwet überhaupt in werking trad. Dat is niet gebeurd.
Voorzitter. We dwalen af. We gaan naar de inhoud van dit wetsvoorstel. Die kan natuurlijk niet los gezien worden van de instroom die de grote achterstand bij de IND veroorzaakt. Dat is een belangrijke aanleiding voor dit wetsvoorstel. Ik wil graag wijzen op een verschil tussen Nederland en België. Het was vorig jaar even nieuws: België, een land dat onder dezelfde verdragen en internationale afspraken valt als Nederland, nam een aantal ontmoedigende maatregelen. Nederland is om mij onduidelijke redenen nog niet zover. Ik citeer econoom en migratiedeskundige Hans Roodenburg, die bevestigde wat ik eerder in deze zaal ook al eens heb gezegd tegen de voorganger van minister Faber, staatssecretaris Van der Burg: "In de herkomstlanden worden folders verspreid waarin wordt verteld dat Nederland the place to be is. Foto's van hotels en cruiseschepen naar het thuisfront doen de rest." Het ontmoedigen van aanvragen is ook een deel van de oplossing van de enorme toestroom. Een effectief asielbeleid begint met goede pr. Dan bedoel ik niet de pr naar de Nederlandse kiezer in de vorm van ronkende tweets van Geert Wilders. Ik bedoel pr naar de asielzoekers in spe. Als je actief uitstraalt streng te zijn, neemt de instroom wellicht al af voordat je ook maar één letter in de wet hebt aangepast. Graag een reactie daarop van de minister. Hoe kan het nou dat deze simpele maatregelen er nog niet zijn? Waarom toch die miskleun met het willen ophangen van onvriendelijke tekstborden in azc's en niet doorpakken met maatregelen die zoden aan de dijk zetten? Deelt de minister de conclusie dat Nederland niets in de weg staat om hetzelfde te doen als de Belgen?
Voorzitter. Vooralsnog is de beeldvorming van Nederland als asielparadijs vrij desastreus en zitten we dus met een overbelaste IND. In het verlengde daarvan strekt dit wetsvoorstel tot het iets losser draaien van de duimschroeven van de IND. In de zomer van 2022 presenteerde het vorige kabinet de langverwachte asieldeal, die in de praktijk vooral bestond uit maatregelen om het aantal opvangplekken te vergroten in plaats van de instroom te beperken. De nareisbeperking sneuvelde, zoals we weten. Wat overbleef, was een pakket voor meer opvang en huisvesting, de dwangwet, en de inzet van het ruimtelijke-ordeningsinstrumentarium. Met dit wetsvoorstel wordt ruim twee jaar na dato van dat pakket een poging gedaan om iets te doen aan de druk die nareizen op ons stelsel legt. Maar ook dit voorstel is dus dweilen met de kraan open.
Waar Nederland zich in de Vreemdelingenwet 2000 had vastgepind op een beslistermijn van 90 dagen, te verlengen met maximaal 3 maanden op een aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf voor nareis, wordt deze met deze wetswijziging 9 maanden. Dat is in lijn met de maximale termijn die in de Gezinsherenigingsrichtlijn wordt genoemd. JA21 heeft altijd gezegd dat het minste dat we mogen verwachten, is dat het Nederlandse asielbeleid niet royaler is dan EU-richtlijnen voorschrijven. Het is dus verstandig om die termijnen te verlengen.
In de memorie van toelichting geeft het kabinet aan dat de beslissing op een aanvraag zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen negen maanden bekend wordt gemaakt. Het is volgens mij niet de bedoeling dat een termijn van negen maanden gaat gelden als het streven zo snel mogelijk is. Heeft de minister ondertussen nieuwe inzichten over de haalbaarheid van deze termijn?
Dan de verschoonbare termijnoverschrijding. Dit lezen wij als een versoepeling van beleid, maar dat kan ik verkeerd hebben. Het kabinet lijkt in de Vreemdelingenwet te zeggen dat de tijdelijke verblijfsvergunning onder bepaalde omstandigheden niet meer wordt geweigerd indien de termijn van drie maanden is overschreden. Tenminste, zo lees ik het. Klopt dat? Zo ja, erkent de minister dat dit misschien wel een heel slecht moment is om te versoepelen? Wat JA21 betreft is het dat niet.
Dan de verlenging van de beslistermijn op aanvragen voor verblijfsvergunningen asiel voor bepaalde en onbepaalde tijd. De mogelijkheid om met drie maanden te verlengen is een goede en logische stap, zowel gelet op het verlichten van de druk op de IND als gelet op de maximale ruimte die de Procedurerichtlijn biedt en gelet op de hoge eisen die gesteld worden aan de mogelijke verlenging van negen maanden, waaraan vaak niet wordt voldaan.
Voorzitter. Dan heb ik nog twee vragen. Eén. In 2022 gaf de destijds nieuwe IND-directeur aan dat de IND als gevolg van hoog opgelopen achterstanden en de steeds hogere instroom van asielzoekers vaker het voordeel van de twijfel ging geven. Onderschrijft de minister dat de verlengde beslistermijnen per direct ook dienen te leiden tot een lager inwilligingspercentage? Of nog beter, kan de minister het nadeel van de twijfel als basis aanhouden? Immers, een deel van de reden voor het voordeel van de twijfel zou met langere beslistermijnen weggenomen moeten worden. Er is meer tijd om dingen goed uit te zoeken, dus zal er minder twijfel zijn.
Permitteert u mij een zijpaadje, voorzitter. Laat ik eens omdenken. De huidige massale asielinstroom is niet in het Nederlands belang. Het is onvoordelig voor de Nederlandse staatskas, de Nederlandse voorzieningen, de Nederlandse woningmarkt, de Nederlandse cultuur en onvoordelig voor degenen voor wiens belang we hier vandaag bijeen zijn: de Nederlanders. Dan zou je het principe "bij twijfel geen verblijfsvergunning" ook kunnen zien als mensen het voordeel van de twijfel gunnen. Wij gunnen de Nederlandse belastingbetaler dat voordeel.
Twee. Nederland is inderdaad grote sommen geld kwijt aan dwangsommen. De heer Van Hattem stipte het al even aan. Dat zal, neem ik aan, verminderen met deze wet. Op welke manier denkt de minister dat deze wetswijziging gaat bijdragen aan het afbreken van het dwangsommencircus?
Kortom, al met al ziet JA21 met deze wet wel de potentie voor twee stapjes vooruit, maar helaas ook voor een grotere stap achteruit. Wij zien dit wetsvoorstel namelijk ingebed in een algemeen beeld van een asielbeleid dat allang achterhaald en weggestemd is. Het is een beleid waarin deze minister amper bij machte blijkt de fundamentele wijzigingen door te voeren die nodig zijn. Het gaat om wijzigingen die zij ook aan de Nederlanders heeft beloofd. Voor nu geven we minister Faber het voordeel van de twijfel, maar wel met een opdracht: kom vóór het meireces met een pakket instroombeperkende maatregelen, zonder boze proefballonnen, maar met haalbare asielbeperkende stappen. Het draagvlak is er nu. Volgaarne stel ik de minister ons "JA21 Wat-Kan-Wel Asielplan" ter beschikking. Daar mag zij, mits met bronvermelding, van harte al onze goede ideeën uit overnemen.
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Ik dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Nicolaï van de Partij voor de Dieren.