Verslag van de vergadering van 4 maart 2025 (2024/2025 nr. 20)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 17.00 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
Mevrouw Perin-Gopie i (Volt):
Dank u wel, voorzitter. Niemand in deze Kamer wil toch dat kinderen en gezinnen uiteengeslagen worden door oorlog en vervolging, en vervolgens nog jarenlang uit elkaar gehouden worden? Toch bespreken we vandaag een wetsvoorstel dat exact dit mogelijk maakt. Met de voorgestelde verlenging van de beslistermijnen creëren we een situatie waarin ouders en kinderen tot wel 21 maanden van elkaar gescheiden kunnen blijven. Dit is geen abstracte beleidswijziging, maar een maatregel met ingrijpende gevolgen voor de meest kwetsbaren: kinderen die afhankelijk zijn van gezinshereniging. Vandaag wil ik met de Kamer kijken naar de mensen aan de andere kant van dit wetsvoorstel, of liever gezegd: de kinderen.
Iedereen erkent dat de IND lucht nodig heeft om zijn werk goed te doen. Mijn zorg bij dit wetsvoorstel is dat we proberen om een uitvoeringsprobleem op te lossen in wetgeving. In plaats van een fundamentele hervorming van het asielproces om procedures efficiënter en humaner te maken, wordt met dit voorstel slechts een juridische rechtvaardiging gezocht om vertragingen te accepteren. Dit betekent dat gezinnen die al door oorlog en vervolging zijn verscheurd, nog langer in onzekerheid verkeren.
Voorzitter. De kernvraag blijft: wat betekent dit voor een kind? Kinderen zijn geen nummers in een dossier. Zij hebben rechten, die we als samenleving behoren te respecteren. Dat zou vanzelfsprekend moeten zijn. De Raad van State waarschuwde er al voor dat door deze wet de wachttijd op een besluit kan oplopen tot 21 maanden; meerdere collega's hebben dat ook al benoemd. Dit betekent dat een kind bijna twee jaar zonder zijn ouder moet leven, terwijl internationale verdragen, zoals het Kinderrechtenverdrag, expliciet bepalen dat de belangen van het kind voorop moeten staan. Artikel 10 van het Kinderrechtenverdrag bepaalt dat gezinsherenigingsaanvragen met spoed en menselijkheid behandeld moeten worden. Hoe kunnen wij dan verantwoorden dat we met deze wet juist de wachttijden verlengen?
We weten uit eerdere ervaringen hoe desastreus lange wachttijden kunnen zijn. De toeslagenaffaire heeft laten zien wat er gebeurt als systemen menselijke maat verliezen en gezinnen jarenlang in onzekerheid verkeren. In de asielprocedures zien we dat vertragingen niet alleen leiden tot stress en trauma, maar ook de integratie bemoeilijken. Laten we niet dezelfde fouten blijven herhalen.
De Kinderombudsman heeft keer op keer gewezen op de schadelijke gevolgen van lange asielprocedures voor kinderen. Langdurige onzekerheid en scheiding van familieleden leiden tot stress, ontwikkelingsachterstanden en psychische problemen. De minister benoemt dit zelf ook in haar beantwoording van de schriftelijke vragen hierover. Als de minister deze gevolgen erkent, waarom verankert zij die dan in deze wet? Waarom wordt er niet ingezet op oplossingen die de wachttijden verkorten in plaats van verlengen? Neemt de minister de zorgen van de mensen in de asielprocedure wel serieus? Er wordt nu gekozen voor een wet die de problematiek in de asielprocedure alleen maar vergroot.
De in de Tweede Kamer aangenomen motie-Koekkoek verplicht de regering om bij de uitvoering van deze wet rekening te houden met de EU-Gezinsherenigingsrichtlijn. Dat is een stap in de goede richting, maar zonder harde waarborgen blijft de vraag of dit in de praktijk daadwerkelijk gebeurt. Volgens de EU-Gezinsherenigingsrichtlijn mag een termijnoverschrijding van negen maanden alleen in uitzonderlijke omstandigheden plaatsvinden, bijvoorbeeld vanwege de complexiteit van een zaak. Maar een gebrek aan capaciteit bij de IND is geen legitieme reden volgens deze richtlijn. Hoe gaat de minister dat rijmen met de beoogde wetgeving?
Voor Volt blijft onduidelijk voor welk probleem deze wet een oplossing biedt. De regering stelt dat de IND overbelast is en dat een verlenging van termijnen verlichting zal brengen. Maar het tegenovergestelde blijkt het geval te zijn. De IND zal bij inwerkingtreding van deze wet bij de gezinsherenigingsaanvragen, die nu al langer dan negen maanden liggen te wachten, moeten gaan motiveren wat de bijzondere omstandigheden zijn die verlenging rechtvaardigen. Met andere woorden, dit wetsvoorstel zorgt juist voor nog meer druk op de IND.
Voorzitter. Dit wetsvoorstel lost niks op. De asielinstroom blijft gelijk en de stapel dossiers groeit alleen maar verder. We weten ook allemaal dat als we ergens langer de tijd voor krijgen, we er ook langer over zullen doen. Heeft dit wetsvoorstel dus niet tot gevolg dat we de stapel dossiers bij de IND alleen maar verder laten groeien? In de memorie van toelichting krijgen nareizende gezinsleden de schuld van de overbelasting bij de IND, terwijl zij slechts een beperkt deel van de totale instroom vormen. We moeten ons afvragen of we niet de verkeerde mensen verantwoordelijk houden voor dit falende systeem. De Raad van State was in zijn advies glashelder: deze wetgeving raakt direct aan het recht op gezinsleven zoals vastgelegd in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, en artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens stelt dat gezinsherenigingsaanvragen snel, flexibel en effectief behandeld moeten worden. Dit wetsvoorstel doet precies het tegenovergestelde.
De Kinderombudsman riep ons in deze Kamer op 4 februari dit jaar nog om bij de voorbereiding van wetgeving de Kinderrechtentoets toe te passen. De Kinderombudsman toonde serieuze zorgen rondom asiel- en migratiewetgeving. Het Kinderrechtencomité van de Verenigde Naties deed in 2022 aan de Nederlandse overheid de aanbeveling om een kinderrechtentoets te ontwikkelen voor wetgeving en zo te voldoen aan haar verplichting uit het Kinderrechtenverdrag om de belangen van het kind voorop te stellen. De Kinderrechtentoets die de Kinderombudsman voorstelt, bevat een vierstappenplan om te beoordelen of de belangen van het kind zijn gewaarborgd. Stap één is het toetsen van de belangen van kinderen op de zeven door de VN aanbevolen onderdelen die in de volgende stappen moeten worden betrokken in de belangenafweging. Is de minister bereid om de Kinderrechtentoets standaard toe te passen bij toekomstige wetsvoorstellen? Voor het voorliggende wetsvoorstel zullen we de toets in deze zaal moeten uitvoeren. Kan de minister toezeggen dat zaken waarbij kinderen betrokken zijn met voorrang behandeld zullen worden? Kan de minister aangeven hoe de IND dit betrekt in de prioritering die de dienst heeft aangekondigd aan te brengen? De minister zegt in haar beantwoording dat bij kinderen altijd maatwerk wordt geleverd. Is onderdeel van dat maatwerk ook om altijd eerst te kijken of de procedure met spoed en met voorrang kan worden behandeld, vraag ik de minister. Zo ja, wordt dit in de praktijk gebracht? Kan de minister toezeggen dat zaken waarbij kinderen betrokken zijn daadwerkelijk de hoogste prioriteit krijgen van de IND?
Voorzitter. Tot zover kan Volt niet anders dan concluderen dat dit wetsvoorstel de administratieve lasten van de IND boven de fundamentele rechten van kinderen en gezinnen stelt. Dit mag niet de standaard worden. Het is niet normaal om kinderen jarenlang van hun ouders gescheiden te houden en het mag nooit normaal worden dat wij dit in wet willen verankeren.
Voorzitter. Ik ben erg benieuwd naar de beantwoording van de minister. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Janssen van de fractie van de SP.