Verslag van de vergadering van 4 maart 2025 (2024/2025 nr. 20)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 21.51 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
Mevrouw Van Toorenburg i (CDA):
Dank, voorzitter. Dank aan de minister voor de beantwoording. De minister heeft aangegeven dat de uitvoering echt om deze wet vraagt. Omdat de termijnen nu niet worden gehaald is een oplossing natuurlijk om de termijnen dan te verlengen, want dan haal je ze misschien wel. Dat is een redenering. Tegelijkertijd snappen we dat je er dan in een latere fase misschien minder aandacht aan hoeft te besteden, waardoor je meer energie in het begin kan steken.
We constateren wel dat de wet heel erg ingewikkeld wordt. Het is een soort kerstboom, of misschien moet ik zeggen paastak. Zoals ik het begrijp, krijgen we straks eigenlijk met drie termijnen te maken. Ik hoor dan de directeur-generaal van de IND bij haar aantreden nog zeggen: we moeten opletten dat we het niet nodeloos ingewikkeld maken. Dat vind ik nog wel ingewikkeld, ook ten aanzien van de uitzonderingen. De minister heeft aangegeven dat ze nog zal ingaan op de uitzonderingen en op hoe ze die kenbaar zal maken. In haar tweede termijn horen we graag hoe dat werkt. Het blijft een beetje in het midden hoe het nu is geregeld ten aanzien van de 20.000 aanvragen. Misschien kan ze in haar tweede termijn ook nog even goed duidelijk maken wat dit betekent voor de 20.000 zaken die nu al uit de termijn zijn gelopen.
Voorzitter. Ik ben vanmorgen niet voor niets uit mijn pronkjuweel, waar men allemaal aan het feestvieren is, hiernaartoe gekomen. We hebben in ieder geval een toezegging gekregen over een evaluatie. Deze wet kan niet zomaar door. Omdat er een horizonbepaling aan vastzit, zullen we straks zien, als het nodig is, dat we echt een evaluatie van deze wet krijgen om te zien hoe hij heeft uitgepakt. Voor de rest heeft de minister alvast een voorproefje gekregen van hoe wij voor het overige in het debat staan. Voor ons zit er toch — en dan spreek ik weer in carnavalstermen — hier en daar een beetje gekkigheid in.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Toorenburg. De heer Janssen namens de SP.
De heer Janssen i (SP):
Ik voel me niet aangesproken. Toch even een vraag over de evaluatie. Als met het amendement-Van Nispen c.s. in de wet staat dat de verlenging van de termijn na drie jaar vervalt, op welke termijn had mevrouw Van Toorenburg dan die evaluatie gedacht? Anders valt er gewoon een gat. Dan vervalt dit over drie jaar en moeten we opnieuw beginnen. Dan komt er een heel nieuw voorstel. Is het de bedoeling van mevrouw Van Toorenburg om na een jaar of twee te gaan evalueren, zodat we geen gat laten vallen na die drie jaar en we tijdig kunnen verlengen? Of zegt mevrouw Van Toorenburg: als we het na drie jaar weten, kijken we daarna wel hoe we ermee verder gaan?
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
Soms is het leuker om volksvertegenwoordiger te zijn dan bewindspersoon. Het maakt mij niet uit hoe de minister dit doet. Waar het mij om gaat: kom niet naar de Kamer met een vraag om te verlengen zonder dat daar een pakkende evaluatie bij zit op basis waarvan we die keus zouden kunnen maken. Ik laat me dus verrassen. Ik snap ook wel dat het soms beter kan zijn om het even wat tijd te geven. Dan kun je ook echt evalueren. Gelukkig heeft deze wet dankzij de heer Van Nispen en de PVV een horizonbepaling gekregen. Ik wil gewoon niet hebben dat we straks kunnen zeggen: "We willen er toch mee verder. Er komt een nieuwe wet, we zijn dit al een beetje gewend en ga er maar mee door." Nee, dan moet er een echte, serieuze evaluatie liggen.
De heer Janssen (SP):
Ik hoor dit dan maar als een opdracht aan de bewindspersoon: als u hiermee door wilt, zult u tijdig moeten evalueren.
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
Zeker. En die evaluatie moeten we ook krijgen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Nicolaï namens de Partij voor de Dieren.