De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Martens (GroenLinks-PvdA), toe de alternatieve dekking voor de btw-verhoging aan te bieden in een separaat wetsvoorstel, zo mogelijk als onderdeel van het pakket Belastingplan 2026.
Nummer | T03975 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 10 december 2024 |
Deadline | 1 oktober 2025 |
Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane |
Kamerleden | R.O. Martens MSc (GroenLinks-PvdA) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | Belastingplan 2025 BTW-verhoging |
Kamerstukken | Belastingplan 2025 (36.602) |
Handelingen I 2024/2025, nr.12, item 13, p.8-9.
De heer Martens (GroenLinks-PvdA):
Dank u, voorzitter. De btw blijft altijd boeien. In een debatje met mevrouw Moonen — misschien had zij deze vraag ook wel willen stellen — was er ook nog de vraag of u het wetsvoorstel dat hieruit voortvloeit, waarin u de dekking uit dit Belastingplan vervangt door een andere, zoals u dat primair bij de btw uitlegt, separaat of als onderdeel van het Belastingplan 2026 wilt aanbieden. Onze vraag daarbij was of u wil toezeggen dat separaat aan te bieden, zoals de motie-Van Meenen voor dit jaar ook heeft verzocht.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Dank voor deze vraag. Uiteindelijk gaan we voor het Belastingplan en voor elke wetgeving een traject lopen. Die trajecten duren lang. Dit wordt sowieso een traject dat onder hoge druk komt te staan. Het is ook nodig dat het ruim op tijd wordt ingevoerd, zodat we 1 januari 2026 weten waar we aan toe zijn qua nieuwe tarieven. Dat gezegd hebbend: ik heb heel enthousiast toegezegd dat we box 3 apart gaan behandelen, maar hierbij ben ik wat minder enthousiast om dat toe te zeggen. Omwille van de tijd voorzie ik dat we toch gebruik moeten maken van de versnelde procedure, omdat het zo snel klaar moet zijn. Maar als het eerder kan, dan zal ik dat zeker doen, want ook ik vind dat je dit soort dingen uit elkaar moet trekken. Het is geen onwil, maar een onmogelijkheid wat mij betreft.
De heer Martens (GroenLinks-PvdA):
Ik probeer me altijd vol van begrip op te stellen voor de situatie waarin de staatssecretaris zich bevindt, maar ik zie hierin geen onmogelijkheid. Ik herinner de staatssecretaris eraan dat er bepaalde richtlijnen of vuistregels zijn van het kabinet zelf over wanneer iets in het Belastingplan of los daarvan wordt aangeboden. Als het een directe relatie heeft met de rijksbegroting, dan is dat een argument om het erin te doen. Maar hierbij wordt de ene dekking vervangen door de andere, want de oude dekking staat al. Daarmee vervalt de directe relatie met de rijksbegroting en zou het separaat moeten worden aangeboden. Ik snap persoonlijk niet waarom dat veel trager zou zijn. Ik dring er dus op aan dat u dat toch hier aangeeft. Wij overwegen anders een motie hierover in te dienen, zoals wij ook hebben besproken.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Nogmaals, ik denk dat we elkaar goed moeten begrijpen. Ik wil dit zo snel mogelijk regelen. Op het ministerie is men nu al bezig om deze wetgeving voor te bereiden. We dienen ons ook te verhouden tot de adviseurs die nodig zijn voor wetgeving. Dan wordt het al een mijl op zeven om dit voor de start van het Belastingplanproces klaar te hebben. Het lijkt mij dus meer dan logisch dat we het in dat proces mee laten lopen, zoals we ook nu elf verschillende wetten mee laten lopen in dat proces. Dat is volgens mij wat ik kan toezeggen. Nou denk ik dat u bedoelt dat het geen echt onderdeel zou moeten zijn van het Belastingplan 2026. Volgens mij kunnen we het mee laten lopen in het proces. Dan worden het dus geen elf, maar twaalf wetten. Maar dan zit het niet ín het Belastingplan. Dan begrijpen we elkaar goed, denk ik, en dan is een motie daar niet voor nodig. Mocht ik weer hele domme dingen zeggen, dan word ik vast en zeker zo meteen gecorrigeerd en dan kom ik daar in de tweede termijn op terug.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Martens (GroenLinks-PvdA):
Het gesproken woord geldt. Volgens mij hoorde ik inderdaad wat ik wilde horen. Het wordt in het belastingpakket meegenomen, en dat is prima, maar los van het Belastingplan, als separaat wetsvoorstel.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
In het jargon halen we die vaak door elkaar. We hebben het pakket en het plan en we noemen het Belastingplan. Dit hele debat heet "Belastingplan" en we hebben het over elf wetten, inclusief de salderingsregeling.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2024/2025, nr. 12, item 13
-
10 december 2024
toezegging gedaan