Plenair Van Hattem bij voortzetting behandeling Begroting Asiel en Migratie 2025



Verslag van de vergadering van 18 maart 2025 (2024/2025 nr. 22)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 21.01 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Hattem i (PVV):

Altijd op de plaats, tot op de laatste dag. Dank aan de minister voor haar beantwoording. Het was heel duidelijk. Ik heb nog een punt waar ik op wil doorvragen. Ik had een vraag gesteld over de kortdurende Schengenvisa. Ik geloof niet dat daar een duidelijk antwoord op is gekomen. Er is wel iets gezegd over visa in het algemeen, maar niet specifiek over de kortdurende Schengenvisa. Ik zou daar graag nog een reactie op krijgen.

Dat geldt ook voor het punt dat ik had gemaakt over de azc’s in bijvoorbeeld Berlicum, waar drie azc’s vlak bij elkaar komen te liggen. Zo ontstaat een grote druk op de leefomgeving, zeker in relatie tot wat er eerder is gezegd over de impact van opvanglocaties op omwonenden. Dit speelt met name wanneer kleinschalige opvang wordt geplaatst in de buurt van grotere opvanglocaties.

Er zijn verschillende moties ingediend, waarvan sommige financiële gevolgen hebben. Er wordt bijvoorbeeld opgeroepen om extra financiële middelen vrij te maken. Daar heb ik moeite mee, vooral vanuit de positie van de Eerste Kamer. Het budgetrecht ligt primair bij de Tweede Kamer. Als wij als Eerste Kamer, in het kader van de Voorjaarsnota, moties aannemen met financiële consequenties, leggen we een claim op het budgetrecht van de Tweede Kamer. Ik roep deze Kamer dan ook op om terughoudend te zijn met zulke moties richting de Voorjaarsnota. Dit heeft directe gevolgen voor wat de Tweede Kamer kan doen. Zij zijn uiteindelijk geroepen om die rol op te pakken, en dat is nadrukkelijk niet aan de Eerste Kamer.

Dan wil ik de minister bedanken voor de toezegging over Budel en de mensen die daar in het buurtpreventieteam zitten. Ik hoor graag hoe dit verder wordt opgepakt.

Ik zie dat de heer Schalk een interruptie heeft.

De voorzitter:

Maakt u uw verhaal af, want u bent vast bijna klaar.

De heer Van Hattem (PVV):

Ik ben er bijna, voorzitter. Ook heb ik het asielinstroomcijfer nog steeds niet kunnen vinden. Daarover zou ik graag duidelijkheid krijgen.

Dan over Europol. De heer Van Rooijen heeft hiernaar gevraagd. Ik zit zelf in de delegatie die Europol regelmatig bezoekt. Als er vragen zijn richting Europol, dan bied ik graag aan om die namens deze Kamer te stellen. Daar ben ik graag toe bereid.

Tot slot, het is heel duidelijk: de instroom moet drastisch omlaag en criminele en illegale asielzoekers moeten Nederland verlaten. Met deze begroting kan een belangrijke stap worden gezet om dat te realiseren. Daarom vinden wij het belangrijk dat we hiermee verdergaan en dat deze minister haar werk kan doen. De stappen die nodig zijn voor Nederland moeten worden gezet.

De voorzitter:

De heer Faber. Nee, de heer Schalk. Dat was een kleine contaminatie, excuus.

De heer Schalk i (SGP):

Wat zal ik nu eens zeggen?

De voorzitter:

Uw interruptie graag.

De heer Schalk (SGP):

Ik kom even terug op wat de heer Van Hattem zei over het budgetrecht. Hoe we het ook wenden of keren, deze Kamer heeft een wet voorgelegd gekregen, de begroting, en daar mogen we met elkaar over spreken. Als deze Kamer moties zou indienen om de wet te wijzigen, in die zin dat de begroting voor 2025 moet worden aangepast, dan heeft de heer Van Hattem gelijk: dat hoort via amendementen in de Tweede Kamer te gebeuren. Naar mijn bescheiden mening worden hier alleen moties ingediend die oproepen om naar de toekomst te kijken en te voorkomen dat we in de problemen komen. We gebruiken het budgetrecht dus niet om de begroting te wijzigen, maar om ervoor te zorgen dat de minister in de toekomst niet in de problemen komt. Is de heer Van Hattem het daarmee eens?

De heer Van Hattem (PVV):

Met het eerste deel ben ik het zeker eens. Wij hebben niet het recht van amendement. De wettelijke mogelijkheid daartoe hebben we niet. Soms worden er echter amenderende moties ingediend, waardoor er via een motie een soort amendement wordt neergelegd. We hebben het nu over de begroting 2025. Er wordt in deze moties niet eens gesproken over de begroting 2025, maar eigenlijk wordt er een voorschot genomen op de Voorjaarsnota. De Tweede Kamer moet echter in alle vrijheid, als rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordiging, haar budgetrecht kunnen uitoefenen. Dan moet er niet al vanuit de Eerste Kamer een claim liggen waar de minister aangehouden wordt, in de trant van: "Pas op, wij eisen dit al. De Tweede Kamer moet zich er maar naar schikken". Die eis wordt al gesteld voordat de Tweede Kamer überhaupt naar de Voorjaarsnota heeft kunnen kijken. Ik zou het parlementair zuiver willen houden door te zeggen dat de Voorjaarsnota eerst naar de Tweede Kamer gaat. Die oefent haar budgetrecht uit. Wat wij er daarna van vinden, dat vinden wij ervan. Maar we moeten niet op voorhand al claims gaan neerleggen.

De heer Schalk (SGP):

Ik heb zelf de indruk dat er geen claims liggen, maar dat er moties liggen die de minister oproepen om de onderhandelingen zo in te richten dat we met het oog op de toekomst niet in de problemen komen. We kunnen daar heel lang over doorpraten. Ik denk niet dat het budgetrecht van de Tweede Kamer, en ook niet de positie van de Tweede Kamer, door deze moties wordt aangetast. We maken de minister juist duidelijk, via misschien breed gesteunde moties, dat ze keihard moet onderhandelen om te voorkomen dat we later in de problemen komen.

De heer Van Hattem (PVV):

Ik kijk er iets anders naar. Misschien gaat het niet specifiek om de motie van de heer Schalk. Die heb ik niet voor me liggen, omdat die net nog niet was uitgedeeld. Maar er is een motie ingediend over stabiele financiering van het COA en de IND. Daar staat in het dictum: "zodanige financiële middelen op te nemen in de Voorjaarsnota 2025". Dat is toch wel een heel directe claim op de Voorjaarsnota zelf. Daarvan zeg ik: als Eerste Kamer zou je niet moeten willen dat de Tweede Kamer op die manier onder druk wordt gezet.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Nanninga namens JA21.