T03991

Toezegging Totaaloverzicht belastingbedragen en gebruiken en kostenverdeling (36.412)



De minister van Infrastructuur en Waterstaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Thijssen (GroenLinks-PvdA), toe om de Kamer voor deze zomer per brief een totaaloverzicht te sturen van de verhoudingen van belastingbedragen en -gebruiken per sector en om dit af te zetten tegen het aandeel gebruik en vervuiling. Daarnaast zegt de minister de Kamer toe om haar ook te informeren over de kostenverdeling over de categorieën huishoudens, bedrijven en de landbouwsector en daarbij (bij benadering) aan te geven welk profijt deze categorieën genieten.


Kerngegevens

Nummer T03991
Status openstaand
Datum toezegging 28 januari 2025
Deadline 1 juli 2025
Verantwoordelijke(n) Minister van Infrastructuur en Waterstaat
Kamerleden dr. N.C. Thijssen (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (I&W/VRO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen belastingbedragen
categorieën
waterschappen
Kamerstukken Versterking toepassing profijtbeginsel bij de watersysteemheffing (36.412)


Uit de stukken

Handelingen I 2024/25, nr. 16, item 13

Mevrouw Thijssen (GroenLinks-PvdA):

(…) En hoe zit het andere principe, namelijk "de vervuiler betaalt", dan in elkaar? Ik weet het niet. Er moeten vast recente cijfers beschikbaar zijn over de totale verhouding van de belastingbijdrage en de vervuiling tussen huishoudens, industrie en landbouw. Ik heb die alleen niet kunnen vinden. Mijn tweede vraag aan de minister is om hier inzicht in te geven. Stel dat hij dat inzicht nu niet zou kunnen geven, dan zou ik willen vragen om de Eerste Kamer daarover per brief te informeren. Graag een toezegging.

Handelingen I 2024/25, nr. 16, item 13

Mevrouw Thijssen (GroenLinks-PvdA):

(…) Voorzitter. Wanneer het gaat om de eerlijkheid van de watersysteemheffing is er een wereld te winnen in de scheefgroei die de laatste jaren heeft plaatsgevonden in de categorie "gebouwd". Doordat de waarde van woningen exorbitant is toegenomen, dragen huishoudens — dat zijn woningeigenaren, maar indirect ook huurders — veel meer bij aan de waterheffing dan bedrijven. Dit wetsvoorstel doet daar wel wat aan, maar door het peiljaar op twee jaar te zetten, is dit slechts een heel kleine verbetering. Bij de behandeling van deze wetswijziging in de Tweede Kamer is hier al heel veel over gedebatteerd. Ik zag dat er onvoldoende steun was om dit aan te passen. Dat debat gaan we niet overdoen in deze Kamer, maar ik wil de minister wel vragen om de belastingontwikkeling tussen deze twee groepen te gaan monitoren en de Eerste Kamer er jaarlijks over te informeren. Mijn vraag is of hij dit zou willen toezeggen.

Handelingen I 2024/25, nr. 16, item 13

Minister Madlener:

(…) Ik begin met het lid Thijssen, dat vraagt om een totaaloverzicht van de verhoudingen van belastingbedragen en -gebruiken per sector, en wellicht een brief als dat nodig is. Ik ga het even oplezen, en dan kijk ik of de brief noodzakelijk is. De ingezetenen betalen nu 40% van de kosten, de eigenaren gebouwd 50% en de eigenaren ongebouwd 10%. In de zuiveringsheffing vormen huishoudens 75% en bedrijven 25%. Een nadere verdeling per sector moet nagevraagd worden bij de waterschappen. Daarover zou ik u een brief kunnen sturen als dat nodig is.

Mevrouw Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Onderdeel van mijn vraag was ook om dit af te zetten tegen het aandeel gebruik en vervuiling. Het is dus een iets complexer plaatje waar ik inzicht in zou willen krijgen, als dat kan.

Minister Madlener:

Dat zijn inderdaad geen vragen die makkelijk zijn om te beantwoorden, maar wel om te stellen. En ik snap dat de vraag gesteld wordt, want in het profijtbeginsel probeer je natuurlijk ook te kijken naar de vraag: wat is dan die vervuiling? Maar hoe je dat uit gaat drukken, is bijna een politieke vraag. Ik kan u daar schriftelijk een voorzetje voor doen; ik kan kijken hoever we komen. Maar dat leidt vast tot heel veel discussie. Ik sluit niet uit dat het lukt om daar in de belastingheffing iets meer rekening mee te houden, maar ik zie ook beperkingen. Maar goed, ik denk dat we hier in een vervolgtraject zeker over te spreken komen. Iedereen voelt immers wel de behoefte om dat profijtbeginsel zo goed mogelijk in te vullen, maar makkelijk zal dat niet zijn. Ik zal u dus per brief informeren over die vervuiling.

Handelingen I 2024/25, nr. 16, item 13

Minister Madlener:

(…) Dan is gevraagd of de minister een overzicht kan geven van de belastingverhoudingen. Die vraag heb ik net al beantwoord; ik ga een poging doen om daar schriftelijk meer inzicht in te geven.

Willen we de belastingontwikkeling tussen de twee categorieën "gebouwd" en "ongebouwd" gaan monitoren en daar jaarlijks over rapporteren? Ja, dat wil ik zeker toezeggen. Het hoort bij zo'n wijziging dat we heel scherp kijken welke gevolgen die wijziging in de praktijk heeft. In de Tweede Kamer is een motie van het lid Grinwis aangenomen op basis waarvan het profijtbeginsel zal worden gemonitord. Dat nemen we daarin mee. We gaan dus zeker kijken hoe de wijziging precies gaat uitpakken. Er zijn ook waarborgen om te zien of dat de goede kant op gaat.

Handelingen I 2024/25, nr. 16, item 13

Mevrouw Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Mijn tweede vraag. Ik ben blij met de andere toezegging die wij kregen, die brief die er komt, waarin het aandeel aan belastingheffingen van de drie categorieën, huishoudens, bedrijven en de landbouwsector inzichtelijk wordt gemaakt. Dan gaat het over het totaalplaatje, dus niet alleen over de drie waar we vandaag over spraken. Wat is het totaalgebruik van deze drie groepen? Kunnen we dan toch ook inzage krijgen in het profijt en in de vervuiling? Dit zijn natuurlijk wel hele basale gegevens, die ook nodig zijn om een goede evaluatie te kunnen uitvoeren over vier jaar. Mijn concrete verzoek hierbij is om deze brief voor de zomer naar de Eerste Kamer te sturen. Dank u wel.

Handelingen I 2024/25, nr. 16, item 13

Minister Madlener:

(…) Dan heb ik nog een paar laatste vragen. Allereerst een vraag van mevrouw Thijssen van GroenLinks-PvdA: kan de minister voor de zomer een brief sturen over de kostenverdeling over de categorieën en daarbij aangeven welk profijt deze categorieën hebben? Inderdaad kan voor de zomer inzicht worden geboden in de huidige kostenverdeling van de waterschapsbelastingen. Het is echter niet uitvoerbaar om voor de zomer exact inzicht te geven in de mate waarin categorieën gebruikmaken van het watersysteem. Dit zal in de komende jaren gemonitord worden naar aanleiding van de motie-Grinwis in de Tweede Kamer. Ook daarvoor geldt echter dat profijt altijd slechts bij benadering vastgesteld kan worden. Maar we gaan een poging doen om dat profijt, in elk geval voor ons gevoel, goed neer te laten komen.


Brondocumenten


Historie

  • 28 januari 2025
    toezegging gedaan