Plenair Van Rooijen bij behandeling Begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2025



Verslag van de vergadering van 1 april 2025 (2024/2025 nr. 24)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 21.36 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter. Ik dank de bewindslieden alle drie voor de antwoorden, met name de minister en staatssecretaris Maeijer, aan wie ik vragen had gesteld. De minister en staatssecretaris Maeijer spraken allebei uit hun hart. Dat hoor ik niet elke dag van een kabinet en van bewindslieden, maar mij sprak dat aan. Ik spreek uit mijn hart erkentelijkheid uit voor de emotie die getoond is.

Voorzitter. In reactie op mijn vraag of bij zorginstellingen voldoende huisartsencapaciteit is om te komen tot adequate zorg, ook voor ouderen die meer intensieve zorg nodig hebben, zei de minister dat het uit haar hart gegrepen was. Ik heb begrepen dat zij eigenlijk een soort toezegging heeft gedaan dat zij dit daarbij hoge prioriteit geeft, om het zo maar te zeggen.

Staatssecretaris Maeijer sprak ook uit haar hart en erkende dat er voor ouderen, net als voor mensen met een beperking — ik vind die aanvulling heel terecht — een slechte aansluiting is tussen de wetten. Ik heb het over de Wmo, de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Wlz, de Wet langdurige zorg, en de Zorgverzekeringswet. Dat moet beter, zo vindt zij. 50PLUS vindt het wenselijk dat er een onderzoek komt naar een ouderenwet analoog aan de Jeugdwet, omdat de gemeenten dan dezelfde verplichting krijgen. Als die verplichting er is op basis van zo'n ouderenwet, dan is er ook geld en anders helaas niet. Vandaar de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat gemeenten verplicht zijn jeugdhulp aan te bieden in situaties waarin kinderen, jongeren en ouders dit nodig hebben op basis van de Jeugdwet;

overwegende dat de Jeugdwet tot doel heeft om samenhangende hulp te bieden voor één gezin, met één plan en met één regisseur zodat in een vroegtijdig stadium aangeboden hulp verkregen wordt om erger te voorkomen;

overwegende dat voor ouderen als kwetsbare groep enkel generieke wetten bestaan, waaronder de Wmo, de Wlz en de Zvw, waardoor ze jegens de gemeenten niet dezelfde juridisch afdwingbare hulp hebben als jongeren in soortgelijke gevallen;

constaterende dat onderzoek nodig is over de vraag of voor ouderen een soortgelijke kapstok voor het uitoefenen van hun hulpvragen jegens gemeenten neergelegd zou kunnen worden in een ouderenwet;

verzoekt de regering een dusdanig onderzoek te starten en de resultaten voor het einde van 2025 te rapporteren aan de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Rooijen en Koffeman.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.

Zij krijgt letter P (36600-XVI).

Mevrouw Perin-Gopie heeft nog een vraag voor u, meneer Van Rooijen. Gaat uw gang.

Mevrouw Perin-Gopie i (Volt):

Ik vroeg me af of meneer Van Rooijen zich bewust is van alle problemen die er zijn met de Jeugdwet en de enorm lange wachtlijsten die er zijn. Want zijn verhaal gehoord hebbende, ga ik ervan uit dat hij dat de ouderen niet toewenst.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Nee, allerminst. Als de Jeugdwet niet datgene levert wat de bedoeling is, onderstreept dat alleen maar het belang van de Jeugdwet. Maar u onderstreept, naar mijn gevoel, met deze opmerking ook het belang van een ouderenwet, zodat daar niet hetzelfde gaat voorkomen als wat bij de jeugd speelt.

De voorzitter:

Dank u wel voor uw bijdrage. Dan is het woord aan mevrouw Van Aelst, namens de SP.