Verslag van de vergadering van 8 april 2025 (2024/2025 nr. 25)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 21.09 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Van Rooijen i (50PLUS):
Voorzitter. Ik dank de minister voor de antwoorden op onze vragen. Ik voeg eraan toe dat ik hier een betrokken minister hoor met een grote verantwoordelijkheid, ook voor de gemeenten. Ze heeft duidelijk gemaakt dat ze daarmee dagdagelijks in overleg is. Dat lijkt me heel goed. Voorzitter. De minister komt in de tweede termijn nog terug op de vraag of decentralisatie een succes was. Ik wacht dat even af. Het is opmerkelijk dat dit de eerste keer is dat we een debat hebben over de begroting in de Eerste Kamer, zeker sinds 2015. Dat was het rampjaar voor de Wmo. Het is verbazingwekkend dat we dit ten aanzien van de jeugdzorg nu pas voor het eerst doen. Het echte "ravijnjaar" was eigenlijk 2015: taken overhevelen zonder voldoende geld, waardoor het cynisch genoeg een verdienmodel werd voor de budgetteringsdrift van Rutte II, Rutte III en Rutte IV. Ik noem dit, omdat het na dat rampjaar van kwaad tot erger is gegaan in de uitvoering, met steeds minder voldoende middelen. De begroting van het Gemeentefonds is nooit aan de orde geweest, maar beter laat dan nooit.
Voorzitter. Mijn fractie is teleurgesteld over het feit dat de minister, wetende dat het een lastige vraag is, niet bereid is te komen tot een onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid. Collega Geerdink van de VVD sprak ook over de noodzaak van doelmatigheid. De minister verwijst naar de collega's van VWS, met name naar de staatssecretaris die verantwoordelijk is voor de jeugdzorg. Dat vind ik begrijpelijk, maar deze minister is natuurlijk wel verantwoordelijk voor de gemeentebegroting. Dit onderwerp valt daar natuurlijk ook onder.
Voorzitter. Ten slotte nog een opmerking over de verdeelsystematiek van het Gemeentefonds. Zeker nu het gaat over de herverdeling van het Gemeentefonds is afgesproken dat er een nieuwe verdeelsystematiek zou komen op basis van objectieve criteria. Die is er ook gekomen, maar vervolgens willen de nadeelgemeenten graag een ingroei, zodat zij kunnen wennen aan de nieuwe verdeling. Die ingroei kwam er ook, maar is "bevroren". Klopt dit? Vanaf wanneer is de ingroei precies bevroren? In de brief van de minister van 7 februari over het verdeelmodel lezen wij: per 1 januari 2027 zal een volgende stap worden gezet in het ingroeipad naar de nieuwe verdeling. Kunnen wij onder een "nieuwe stap" verstaan dat de ingroei voor alle gemeenten waar dat op van toepassing is, wordt hervat? Ik noem dit punt met name, omdat naast de bezuiniging van 2,5 miljard euro, die alle gemeenten percentueel raakt, de invoering van een herverdeling voor een voordeelgemeente, zoals mijn eigen gemeente Oegstgeest, betekent dat dit een extra klap is. Het gaat om 2 miljoen euro algemeen en via de herverdeling nogmaals 2 miljoen euro. Dat is in totaal 4 miljoen euro op een begroting van 80 miljoen. We hebben het dan over 5%, en dat is heel fors. Als ik u dan vertel dat men zich afvraagt of er in deze rijke gemeente een nieuw zwembad gebouwd kan worden, dan zou dat bij benadering weleens 40 miljoen euro kunnen gaan kosten. Ik sluit aan bij wat mevrouw Moonen zei: gemeenten hebben heel veel taken rond wegen, bruggen en dergelijke, zowel bovengronds als ondergronds. Het is heel goed dat zij dat heeft genoemd en daar sluit mijn vraag nu op aan.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Janssen, namens de SP.