Verslag van de vergadering van 8 april 2025 (2024/2025 nr. 25)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 21.13 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Janssen i (SP):
Voorzitter, dank u wel. Laat ik als eerste zeggen dat het goed is dat de heer Van Hattem weer op het spoor van de indicatoren is gekomen. Weliswaar alleen nog maar per interruptie richting de oppositie, maar wellicht dat ook het kabinet nog eens op het spoor gaat komen van de heer Van Hattem.
Voorzitter. Het ging even over Binnenlandse Zaken als moederdepartement. Dat is toch een beetje een romantisch beeld, ben ik bang. Bij Rutte II hebben we toch gezien dat het vooral de minister van Financiën was die het moederdepartement ging vormen. Ik gun de minister graag dat Binnenlandse Zaken weer het moederdepartement wordt, omdat daar het hart van de democratie ook ligt.
Voorzitter. Dan toch even over die 10% budgetkorting. Uit eigen ervaring weet ik van gemeenschappelijke regelingen dat je op een gegeven moment bij bezuinigingen op het punt komt dat je als gemeenschappelijke regeling moet zeggen: er komt weer een generieke bezuiniging vanuit de deelnemers, dus zeg maar welke taken we niet meer gaan uitvoeren. Het kwaliteitsniveau wordt anders dusdanig dat je dat niet meer kunt garanderen als je bij uitvoering op minder bekostiging uitkomt. Mijn vraag is dus of de minister al een inventarisatie aan het maken is van taken die in aanmerking zouden komen om eventueel niet meer in medebewind uitgevoerd te worden als blijkt dat dat ook een oplossing zou kunnen zijn.
Mijn volgende vraag is of de minister misschien al haar licht heeft opgestoken bij de provincies met de vraag hoeveel gemeenten zij verwachten onder preventief toezicht te moeten gaan plaatsen. De provincies doen het financieel toezicht op gemeenten. Ik heb dat zelf in mijn portefeuille ook vier jaar mogen doen, in de naweeën van de kredietcrisis. Misschien kan de minister daar een beeld van geven. De NOS heeft dat zes dagen geleden gedaan, maar misschien heeft de minister daar een ander beeld bij. De NOS concludeerde bij die rondvraag overigens dat de verwachting is dat 68% van de gemeenten te maken krijgt met tekorten en de begroting niet rond gaat krijgen. Dat is dus wel iets om je even nader over te laten informeren.
Voorzitter. Ik denk dat de grootste zekerheid die de minister over het formele overhedenoverleg kan geven is dat dit gaat plaatsvinden na besluitvorming in de ministerraad over de voorjaarsnota en dat dat op enige vrijdag en enige maandag zal zijn. Het staat nu weliswaar nog in de agenda, maar "when you're not holding the cards", op z'n Amerikaans, lijkt het andere overleg mij toch een buitengewoon ingewikkeld proces. Het is goed dat de minister tussendoor al informeel overleg voert, zodat de gemeenten niet voor verrassingen komen te staan. Ik neem aan dat de minister kan zeggen: we gaan de formele afronding doen op de maandag nadat besluitvorming heeft plaatsgevonden. Dan weet de VNG ook waar ze aan toe is.
Voorzitter. Door een aantal collega's werd gevraagd: wanneer grijpt u naar indeplaatstreding of vernietiging? Zo simpel gaat dat niet. Daar gaat een lang proces aan vooraf. Iedereen die daar een praktijkvoorbeeld van wil zien, zou ik willen wijzen op de vestiging van een islamitische basisschool in de gemeente Westland om te kijken hoelang dat geduurd heeft. Daar zijn ze ongeveer vanaf 2015 bezig geweest totdat de Raad van State in 2020 een oordeel gaf over de indeplaatstreding die de minister in 2019 had gedaan. Als u een praktijkvoorbeeld wil zien, kijk dan eens even hoe het daar gaat. Het is niet zo dat de minister volgende maand kan besluiten om ergens in de plaats te treden. Dat is de praktijk.
De heer Van Hattem i (PVV):
Er is inderdaad een beleidskader voor indeplaatstreding en een proces dat daarbij hoort. Dat klopt. Het kan ook snel gaan. Ik heb zelf ooit meegemaakt dat bij de provincie een reglement op de Statencommissies was vastgesteld dat in strijd was met de Provinciewet. Toen is er op ons verzoek heel snel een brief gekomen van de minister van Binnenlandse Zaken, destijds meneer Plasterk, met een bericht aan de provincie: als u deze verordening niet intrekt, ben ik genoodzaakt haar spontaan te vernietigen. Het kan dus ook snel gaan.
De heer Janssen (SP):
Dat hangt ervan af of het een formeel verzuim is dan wel een taakverwaarlozing. Bij taakverwaarlozing duurt het wat langer.
De heer Van Hattem (PVV):
Dat is inderdaad een essentieel verschil. Taakverwaarlozing is iets heel anders. Ik had het bij mijn voorbeeld over een formeel verzuim, echt bij verordeningen die in strijd zijn met hogere regelgeving.
De heer Janssen (SP):
Dat begrijp ik. Dat is inderdaad een formeel verzuim. In het voorbeeld van de taakverwaarlozing, waarbij een raad iets doet wat de minister niet zint, ben je met indeplaatstreding echt wat langer onderweg.
Voorzitter. Even heel kort nog over de jeugdzorg. Een op de zeven kinderen zit in de jeugdzorg. De decentralisatie was juist ingezet om medicalisering tegen te gaan en om tot normalisering te komen. In de praktijk is gebleken dat de decentralisatie geen rempedaal is geweest, maar een gaspedaal. Daarna is het heel hard de verkeerde kant op gegaan, ook richting de medicalisering. Juist de toenemende schuldenproblematiek, armoede en sociale ongelijkheid kunnen eraan bijdragen dat kinderen in de jeugdzorg terechtkomen, dan wel in die problemen terechtkomen. Gemeenten hebben het geld dus nodig om dat soort problemen aan te pakken. Daarom zijn wij er zo enorm voor om de minister nu op te roepen om het op te lossen. Alles wat ik zojuist noemde, leidt tot anticiperende bezuinigingen die nu ook al raken aan de oorzaken die ten grondslag liggen aan de toenemende vraag in de jeugdzorg. Nogmaals dus mijn oproep aan de minister, zoals de minister die ook in de moties heeft kunnen lezen die wij ondertekend hebben.
Voorzitter. U bent het niet van mij gewend, maar dan nog even helemaal tot slot. Ik had ook graag de motie van de heer Van der Goot medeondertekend. Dat hadden we ook aan de medewerkers doorgegeven, maar dat is helaas niet goed doorgekomen. Wellicht kan daar nog een oplossing voor gevonden worden.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Janssen. Dan is het woord aan de heer Van Hattem namens de PVV.