Plenair Van den Oetelaar bij voortzetting behandeling Wet bestuurlijk verbod ondermijnende organisaties



Verslag van de vergadering van 20 mei 2025 (2024/2025 nr. 29)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 17.31 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van den Oetelaar i (FVD):

Dank u, voorzitter, en ook dank aan de minister en de initiatiefnemers. Vandaag bespreken we een wetsvoorstel dat de rechtsstaat in zijn fundamenten aantast. Deze wet geeft de minister de ongekende macht om per decreet organisaties te verbieden, zonder voorafgaande toetsing door een onafhankelijke rechter, en schept ruimte voor politieke beïnvloeding door de Kamer. Forum voor Democratie staat pal voor de vrijheid van vereniging, een beperkte overheid en een rechtsstaat waarin niemand wordt veroordeeld zonder eerlijk proces. Deze wet breekt met die principes en legt een bom onder onze grondrechten. We zullen proberen deze Kamer te overtuigen om dit voorstel te verwerpen.

De kern van deze wet is alarmerend. Artikel 2, lid 1 stelt: de minister kan een rechtspersoon of een ander als zelfstandige eenheid of organisatie naar buiten tredend lichaam of samenwerkingsverband verbieden indien die rechtspersoon of dat lichaam of samenwerkingsverband een cultuur van wetteloosheid creëert, bevordert of in stand houdt. Dit betekent dat de minister met één pennenstreek, zonder rechter, een organisatie kan verbieden. Dit bestuurlijke decreet heeft onmiddellijke werking, zoals de initiatiefnemers toegeven. Het leidt sneller tot een strafrechtelijk handhaafbaar verbod. Dit is een machtsgreep die de scheiding der machten ondergraaft. De minister wordt aanklager, rechter en beul ineen, terwijl de Kamer via moties politieke druk kan uitoefenen om specifieke organisaties aan te wijzen. Dit maakt de wet een juridisch en politiek wapen in handen van een tijdelijke meerderheid. Mijn eerste vraag aan de minister is: hoe rechtvaardigt u dat artikel 2, lid 1 u toestaat om per decreet organisaties te verbieden zonder rechtelijke toetsing, terwijl dit de scheiding der machten aantast en burgers berooft van hun recht op een eerlijk proces?

Zonder deze wet kan de minister geen organisatie verbieden zonder rechtelijke goedkeuring. Artikel 2:20 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht bieden al effectieve middelen om criminele organisaties aan te pakken. Het Openbaar Ministerie kan via de rechter optreden tegen groepen die de openbare orde schenden en criminele activiteiten ontplooien. Deze procedures waarborgen een zorgvuldige toetsing en voorkomen willekeur. Waarom dan deze nieuwe wet? Het antwoord ligt in wanbeleid. Jaren van kaalslag op de politie, sluiting van politiebureaus en verstikkende bureaucratie hebben ons land kwetsbaar gemaakt voor criminaliteit. In plaats van deze problemen aan te pakken kiezen de initiatiefnemers voor een symboolwet die de vrijheid van alle burgers inperkt. Mijn vraag aan de initiatiefnemers is: kunt u, buiten criminele motorbendes, drie concrete voorbeelden van organisaties noemen die onder deze wet verboden zouden moeten worden? En hoe zorgt u ervoor dat de vage definitie van "ondermijnende organisaties" niet wordt misbruikt tegen maatschappelijke of politieke groepen?

De initiatiefnemers richten hun pijlen op criminele motorbendes, maar de definitie van "ondermijnende organisaties" is zo vaag dat vrijwel elke groep getroffen kan worden: een actiegroep, een maatschappelijke beweging, een religieuze gemeenschap, maar misschien ook alternatieve mediaplatforms of zelfs een omroep. Wie bepaalt wat "wetteloosheid" is? De Raad van State waarschuwde al voor deze brede formulering, die de deur opent voor misbruik. Door criminele activiteiten te framen als "ideologisch gedreven ondermijnend" zou men andersom ook kunnen concluderen dat een door de minister als ondermijnend aangemerkte organisatie per definitie crimineel is. Het AIVD-rapport over anti-institutioneel extremisme is zo'n opmaat naar het oordeel dat een organisatie ook zonder criminele veroordeling als ondermijnend kan worden gezien.

Met dit initiatiefvoorstel ontstaat de mogelijkheid dat de Kamer straks via moties de minister kan oproepen dergelijke organisaties te gaan verbieden. Hoewel moties niet bindend zijn, scheppen ze een gevaarlijk precedent voor politisering. De rechtsbescherming is een farce. Een verboden organisatie moet zich achteraf verweren, terwijl de schade en reputatieverlies, ontwrichting en stigmatisering al zijn toegebracht. Nog een laatste vraag aan de minister: hoe garandeert u dat artikel 2, lid 1 niet wordt misbruikt door politieke druk via Kamermoties die u oproepen om specifieke organisaties te verbieden? En welke waarborgen stelt u om te voorkomen dat deze wet wordt ingezet tegen maatschappelijke of politieke dissidenten?

De Raad van State stelde dat de tijdwinst van deze aanpak minimaal is. Deze wet is disproportioneel en overbodig. Forum voor Democratie pleit voor echte oplossingen: meer politieagenten, heropening van politiebureaus, zwaardere straffen voor geweldsdelicten en een serieuze aanpak van georganiseerde criminaliteit. Pak criminelen aan, niet de vrijheid van vereniging.

Voorzitter. Dit wetsvoorstel is een glijdende schaal naar autoritair bestuur. Het kind van de vrijheid wordt met het badwater van criminaliteit weggegooid. Herstel de rechtsstaat door te investeren in een krachtige politie en effectieve handhaving. Stem tegen dit gevaarlijke voorstel en kies voor een Nederland waar vrijheid en recht zegevieren.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van den Oetelaar. Wenst een van de leden in de eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval.

Na de pauze gaan we verder met het antwoord van de initiatiefnemers en de regering in de eerste termijn. Ik schors nu de vergadering voor de dinerpauze tot 18.30 uur.