Verslag van de vergadering van 27 mei 2025 (2024/2025 nr. 30)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 14.52 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Koffeman i (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. We spreken vandaag over een gestript wetsvoorstel. Alleen het verbod op contante betalingen vanaf €3.000 is overeind gebleven. Het oorspronkelijke wetsvoorstel leidde tot veel maatschappelijke onrust en tot kritiek van de Autoriteit Persoonsgegevens, de Raad van State en de Europese privacytoezichthouders. Ook voldeed het niet aan de Europese witwasregelgeving. Het verzamelen van alle banktransacties van particulieren boven de €100 in een database, het uitgooien van een bancair sleepnet, is verwijderd. Je moet er niet aan denken dat een bank inzicht krijgt in alle gevoelige persoonsgegevens. Die behoren wat onze fractie betreft privé te blijven.
De omstreden Transactiemonitoring Nederland van ABN AMRO, ING, Rabobank en Triodos is inmiddels gereorganiseerd en afgeschaald. ING Bank heeft vandaag excuses gemaakt voor langdurige discriminatie.
Ook de navraagplicht is uit het oorspronkelijke wetsvoorstel geschrapt. Die had tot zwarte lijsten van klanten kunnen leiden, waarna die mogelijk ten onrechte bij geen enkele bank meer terecht zouden kunnen. De financiële en reputatieschade zou enorm zijn.
Onze fractie steunt de grens van €3.000. Door de grens op €3.000 te leggen is de kans dat ondernemers onbewust betrokken raken bij witwaspraktijken kleiner, is de administratieve lastendruk lager en zijn ondernemers veiliger omdat ze minder contant geld in huis hebben.
Bij amendement werd ook een acceptatieplicht voor contant geld tot €3.000 voor transacties tussen particuliere en zakelijke partners voorgesteld. Onze fractie hecht groot belang aan de vrijheid en het gemak om met contant geld te kunnen blijven betalen. Niet iedereen wil of kan giraal of digitaal betalen. Maar liefst 2,6 miljoen Nederlanders van 18 jaar en ouder hebben moeite met de digitale betaalwereld. Bovendien komen storingen in ons betalingsverkeer regelmatig voor. Niet iedereen kan dan even boodschappen doen in een andere stad of een bepaalde aankoop uitstellen. De acceptatieplicht voor contant geld is daarom een belangrijke steun in de rug voor degenen die niet willen of niet kunnen pinnen of internetbankieren of die niet willen dat hun aankopen door derden bekeken kunnen worden. Tegelijkertijd hebben wij begrip voor de veiligheid van ondernemers, zoals medewerkers van onbemande of schaars bemande tankstations of tolwegen. Kan de minister aangeven hoever hij is met het uitzonderingsbesluit, zodat ondernemers weten waar ze in dat kader aan toe zijn?
Voorzitter. De discussie over maatregelen tegen witwassen en financiering van terrorisme is als koorddansen: weegt een inbreuk op privacy op tegen de mogelijke vangst van vele miljarden aan crimineel geld en is de inzet van vele fte's bij banken, toezichthouders en opsporingsinstanties proportioneel? Onderzoek van EY liet zien dat dat niet het geval is, zeker wanneer onschuldige burgers gediscrimineerd worden en ondernemers in de knel komen omdat ze ten onrechte op voorhand als verdacht kunnen worden aangemerkt. Hoe is te rechtvaardigen dat private banken hun klanten tot hun eigen ongenoegen het hemd van het lijf kunnen of zelfs moeten vragen en zich als een soort financiële recherche moeten opstellen, waarbij de klant die niet tijdig alle vragen beantwoordt, zou kunnen worden bestraft met beëindiging van de bankrelatie, met alle gevolgen van dien, terwijl geen enkele andere commerciële contractpartij zulke vergaande opsporingsbevoegdheden of zelfs -verplichtingen heeft? Hoe kan het dat medewerkers van de Belastingdienst geen toegang hebben tot de dossiers van bijvoorbeeld PEP's, personen met een politieke functie, maar dat elke bank en zelfs elke creditkaartmaatschappij bij diezelfde mensen complete belastingaangiftes mag of moet opvragen met dwingende sancties?
Voorzitter. In het plenaire debat over de vierde Anti-witwasrichtlijn vroeg het lid Prast of de last voor PEP's en banken wellicht zou kunnen worden verminderd door onderlinge afstemming door de banken. De minister antwoordde toen dat hij dit een creatieve en intrigerende vraag vond en dat hij die bij De Nederlandsche Bank zou neerleggen. Is dat gebeurd en, zo ja, wat is het antwoord? Zo niet, bent u dan bereid om dat alsnog te doen? Ziet u ook mogelijkheden om een vrijwillig in te schakelen centraal informatiepunt in te stellen, bijvoorbeeld de Belastingdienst, waar PEP's een verklaring omtrent financieel gedrag kunnen aanvragen die vergelijkbaar is met de reeds bestaande verklaring omtrent het gedrag en die naar wens gedeeld kan worden met belanghebbenden en met instanties die daarom vragen?
We hopen dat de minister met cijfers kan komen. Hoe effectief is het beter monitoren van klanten gebleken? Hoeveel criminelen zijn we daarmee op het spoor gekomen? Hoeveel geld van de overheid en van financiële instellingen is daarmee gemoeid? Vindt de minister dat de extra fte's die banken aannemen voor controle van hun klanten in verhouding staan tot wat zij opleveren? Wat gaat de minister doen om te voorkomen dat onschuldige burgers en ondernemers slachtoffer worden van zogenaamde antiwitwasmaatregelen waar ze part noch deel aan hebben? Bij hoeveel procent van de meldingen van ongebruikelijke transacties blijkt daadwerkelijk sprake te zijn van witwassen of het financieren van terrorisme? Heeft de minister daar zicht op?
De heer Holterhues i (ChristenUnie):
Ik vrees dat ik een beetje dezelfde vragen heb als collega Martens aan de heer Van Strien, want hier gaat deze hele wet niet over. Ik begrijp uw rijtje dus niet goed. Kunt u dat toelichten?
De heer Koffeman (PvdD):
Ja, dat kan ik wel toelichten. Het is duidelijk zo dat de hele discussie over antiwitwasmaatregelen gaat over het feit dat zij buitenproportioneel zijn geworden. Dat is ook de reden waarom de wet waarover wij vandaag spreken, uitgekleed is. Dan kan je met elkaar alleen over het uitgeklede gedeelte van de wet spreken óf je kan zeggen dat dat geheel aan antiwitwasmaatregelen eigenlijk een grotere en bredere achtergrond heeft dan sec de €3.000 die je nog mag gebruiken voor contante betalingen.
De heer Holterhues (ChristenUnie):
Ik denk dat de heer Koffeman en ik hierover van mening verschillen. We hebben nu gewoon te maken met dit wetsvoorstel dat we nu bespreken. Ik zou dus zeggen: de discussie is best interessant, maar dit is hier niet aan de orde. We bespreken gewoon dit wetsvoorstel.
De heer Koffeman (PvdD):
We hebben — daar verwijs ik ook naar — te maken met een in dit huis met algemene stemmen aangenomen motie die betrekking heeft op de antiwitwasmaatregelen. Die motie is nog steeds niet uitgevoerd en dat is de reden dat ik bij elke discussie over antiwitwasmaatregelen daar toch even de aandacht voor wil vragen.
De voorzitter:
Tot slot, meneer Holterhues.
De heer Holterhues (ChristenUnie):
We blijven verschillen van mening.
De heer Koffeman (PvdD):
Ja, maar dat kan wel eens gebeuren.
Voorzitter. Banken hebben in Nederland de plicht om hun rekeninghouders te ondervragen over transacties die ze ongebruikelijk vinden, om witwassen tegen te gaan. Als er geen uitleg komt, kunnen rekeninghouders hun bankrekening verliezen. Waar consumenten in dat geval nog een basisbetaalrekening kunnen krijgen, geldt dat recht niet voor zakelijke rekeninghouders, zelfstandige mkb'ers en goede doelen. Het opheffen van hun rekening betekent voor hen feitelijke uitsluiting van het zakelijke verkeer.
In 2022 nam de Eerste Kamer met algemene stemmen een motie van onze fractie aan die hier betrekking op heeft. In die motie werd de regering verzocht om te voorkomen dat banken weigeren een rekening te openen of dat banken eenzijdig een rekening opheffen van natuurlijke personen en rechtspersonen, waaronder stichtingen en sociale en ideële doelen. Dat geldt ook voor politiek prominente personen en hun aanverwanten, en uiteraard wanneer daar vanuit het perspectief van witwassen geen gerechtvaardigde reden voor is. Wat heeft de minister sindsdien gedaan om die motie uit te voeren? Nog steeds hebben PEP's en hun familieleden moeite om een bankrekening te openen, of om bijvoorbeeld via een stichting een goed doel te steunen. Klopt het dat de definitie van PEP's per juli 2027 zelfs wordt uitgebreid naar lokale bestuurders en hun familieleden? Wat gaat de minister doen aan het gegeven dat financiële instellingen zoals pensioenverzekeraars en banken PEP's weigeren als klant? Dat is nu het geval. Is de minister bereid om een acceptatieplicht voor alle financiële instellingen in te voeren, ook voor pensioenverzekeraars ten opzichte van cliënten met een PEP-status, hun familieleden en collega-bestuurders bij ngo's? We zien uit naar de reactie van de minister.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Koffeman. Dan is het woord aan de heer Kroon namens de BBB-fractie.