Verslag van de vergadering van 1 juli 2025 (2024/2025 nr. 36)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 18.51 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Van Apeldoorn i (SP):
Dank, voorzitter. Ik dank de bewindslieden voor de beantwoording. De minister en ik zijn niet echt nader tot elkaar gekomen, maar dat had ik ook niet verwacht. Maar in ieder geval toch dank, ook voor de antwoorden op interrupties. Ik houd het relatief kort. Een deel van dit debat zullen we ongetwijfeld vervolgen bij de Miljoenennota; collega Schalk verwees er daarnet al naar.
Er ligt nog wel een enkele vraag die nog niet beantwoord is. Ik wil het toch nog even hebben over de aiq, de arbeidsinkomensquote. Ook daar zal ik ongetwijfeld op terugkomen bij de Miljoenennota, de Algemene Financiële Beschouwingen. De minister deed er lacherig over, of misschien niet echt lacherig; ik denk dat hij de discussie ook wel waardeert. Hij deed een beetje alsof het een hobby is van de SP-fractie om over die aiq te spreken, maar wij maken ons er echt zorgen over. We kunnen het heel lang hebben over wat precies de oorzaken zijn van de dalende aiq, maar wat ons betreft is de analyse toch dat die het gevolg is van jarenlang falend neoliberaal beleid. De verhouding wordt schever en daar zou wat aan gedaan moeten worden, ook uit oogpunt van rechtvaardigheid.
De vragen waar ik van de minister geen antwoord op kreeg, hebben betrekking op deze Voorjaarsnota zelf. Kan de minister erkennen dat het probleem van de dalende aiq niet wordt aangepakt in de Voorjaarsnota maar dat het probleem eerder groter wordt, omdat de lasten voor de burgers omhooggaan met deze Voorjaarsnota en die voor het bedrijfsleven naar beneden met 1,6 miljard? Daar ging de minister in eerste termijn niet op in. Misschien kan hij daar nog kort op ingaan.
Ik heb het ook gehad over de bezuinigingen op de Onderwijsbegroting. Ook daar wilde de minister eigenlijk niet op ingaan. Mijn fractie blijft zich afvragen waarom ervoor is gekozen om juist te bezuinigen op de groep van de meest kwetsbare leerlingen. We zullen hier ongetwijfeld nog op terugkomen bij de behandeling van de suppletoire OCW-begroting, vermoedelijk volgende week.
Voorzitter. Tot slot over de armoede en met name de kinderarmoede; de heer Schalk kondigde het net al min of meer aan. De minister zei: we hebben van alles gedaan. Ik blijf staande houden dat dit kabinet te weinig heeft gedaan en te weinig doet. Dat is niet een kwestie van dat het de rit niet kon uitzitten. Het is een kwestie van inzet, en dat gaat terug naar het hoofdlijnenakkoord; collega Schalk verwees daar net ook naar. De ambitie daarvan is gewoon onvoldoende. Mijn fractie constateert dan ook dat mijn eerdere motie, die de regering opriep om voor de Voorjaarsnota te komen met beleidsvoorstellen teneinde de kinderarmoede alsnog significant terug te brengen, niet is uitgevoerd. Wat dat betreft is het een dikke onvoldoende voor dit kabinet. Maar ook mijn studenten op de universiteit krijgen na een onvoldoende nog een herkansing, en dat gun ik deze minister en dit demissionaire kabinet ook. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in een rijk land als Nederland elk kind dat in armoede opgroeit er één te veel is en er ook op basis van de nieuwe rekenmethode nog altijd meer dan 100.000 kinderen onder de armoedegrens leven, en een grote groep met vergelijkbare armoedeproblematiek net boven die grens zit;
overwegende dat deze Kamer de regering gevraagd heeft om beleidsvoorstellen te doen met als doel om de kinderarmoede de komende jaren significant tot onder het niveau van 2024 te brengen;
constaterende dat zulke voorstellen niet gedaan zijn en dat ook de Voorjaarsnota 2025 geen nieuwe maatregelen bevat die gericht zijn op het verder terugdringen van de kinderarmoede;
constaterende dat volgens de meest recente CPB-berekening de kinderarmoede dit jaar en volgend jaar slechts licht daalt en dat deze voorspelling bovendien erg onzeker is in het licht van recente internationale ontwikkelingen;
overwegende dat deze mogelijke lichte daling een gevolg is van de ontwikkeling van de economie en niet het gevolg is van enige gerichte extra inspanning door het kabinet tegen de kinderarmoede, zoals door deze Kamer gevraagd;
verzoekt de regering om in de komende Miljoenennota gerichte maatregelen op te nemen met als doel de kinderarmoede in 2026 en de jaren daarna alsnog significant verder te verminderen, onder het nu door het CPB voorspelde niveau,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Apeldoorn, Holterhues, Visseren-Hamakers, Martens, Aerdts, Van der Goot, Schalk, Hartog en Van Rooijen.
Zij krijgt letter G (36725).
De heer Van Apeldoorn (SP):
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Dan geef ik nu het woord aan de heer Dessing namens Forum voor Democratie. Gaat uw gang, meneer Dessing.