De minister van BZK zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van der Goot (OPNL), toe dat de BBP-systematiek periodiek zal worden geëvalueerd. Bij de evaluatie zal ook bekeken worden of en hoe de systematiek aanpassing behoeft.
Nummer | T04066 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 8 april 2025 |
Deadline | 1 januari 2026 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Kamerleden | drs. A.Sj. van der Goot (OPNL) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | evaluaties |
Kamerstukken | Begrotingsstaat gemeentefonds 2025 (36.600 B) |
Handelingen I 2024/2025, nr. 25, item 11, p. 65 |
De heer Van der Goot (OPNL):
Voorzitter. Het tweede punt gaat over de inflatieraming. U hebt vanmiddag een interessant debat gemist over de inflatieraming van het CPB en de effectieve inflatie die de gemeenten in de loop van het jaar ondervinden, maar ik neem aan dat u meteen herkent waar wij het over hebben. Onze fracties hoorden de minister zeggen dat de tegenvallende CPB-ramingen nu eenmaal een resultaat waren van de nieuwe bbp-systematiek. Dat vind ik wat te kort door de bocht, omdat nacalculatie — dat heb ik namens de fracties van Volt en Partij voor de Dieren genoemd — prima te verenigen is met de nieuwe systematiek. Dat is een politieke keuze, maar die doet meer recht aan de werkelijkheid die gemeenten en provincies meemaken. Gemeenten ervaren immers niet de geraamde inflatie, maar alleen de werkelijke inflatie. Het zou goed zijn als de minister onderzoek gaat doen naar de mogelijke compensatiewijzen die meer recht doen aan de werkelijkheid. Daar help ik de minister graag bij met de volgende motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat gemeenten voor de compensatie van de inflatie afhankelijk zijn van de ramingen van het Centraal Planbureau, het CPB;
overwegende dat de laatste jaren het werkelijke inflatiecijfer niet overeenkomt met de CPB-ramingen;
constaterende dat gemeenten hierdoor financieel in de knel komen, wat ten koste gaat van de autonomie van gemeenten en het realiseren van de belangrijke opgaven waarmee de gemeenten zijn belast;
verzoekt de regering te onderzoeken hoe de te lage inflatieramingen binnen het Gemeentefonds gecorrigeerd kunnen worden, bij voorkeur door middel van nacalculatie, en over de uitkomsten de Kamer voor het aanstaande zomerreces te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Goot, Moonen, Fiers, Hartog, Holterhues en Van Toorenburg.
Zij krijgt letter G (36600-B).
Handelingen I 2024/2025, nr. 25, item 11, p. 56.
Minister Uitermark:
Dan de motie met letter G van de heer Van der Goot over de indexatie. Die moet ik ontraden, want de bbp-systematiek is ingevoerd per 2024. Het is nu nog te vroeg om conclusies aan deze systematiek te verbinden. Ik kan de heer Van der Goot wel toezeggen dat de systematiek periodiek zal worden geëvalueerd. Bij de evaluatie zal ook bekeken worden of en hoe de systematiek aanpassing behoeft. Via die weg houden wij als fondsbeheerders wel een vinger aan de pols.
Brondocumenten
-
behandeling Verslag EK 2024/2025, nr. 25, item 11
-
-
8 april 2025
toezegging gedaan