Verslag van de vergadering van 23 september 2025 (2025/2026 nr. 01)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 17.42 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
Mevrouw Ramsodit i (GroenLinks-PvdA):
Door alle commotie stond ik nog even in de wachtstand. Dank u, voorzitter. Fijn dat we met elkaar hebben gesproken over de verschillende kaders waarbinnen deze wet vorm krijgt. Er is nog een kader waarover ik graag verduidelijking wens en dat is de kan-bepaling. Ik heb de staatssecretaris er al eerder naar gevraagd. Hoe moet dit geïnterpreteerd worden? Kan de staatssecretaris in tweede termijn bevestigen hoe je de betekenis van de kan-bepaling moet opvatten in de toepassing? Ik kan het nog een keer oplezen, maar volgens mij heeft u de tekst net gehoord, dus ik ga dat niet herhalen.
Daarnaast willen we als fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid een motie indienen over inzicht in de uitvoerbaarheid en de rechtsgelijkheid. We dienen deze motie samen in met D66, Partij voor de Dieren, BBB, SGP en SP.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat diverse adviesorganen hebben gewezen op risico's voor uitvoerbaarheid en rechtsgelijkheid in de Participatiewet in balans;
constaterende dat de invulling van de invoeringstoets, de monitoring en de inzet van ervaringsonderzoek nog onduidelijk is;
overwegende dat juist op het gebied van het doenvermogen van burgers, de effecten voor jongeren, de toepassing van de kan-bepalingen door gemeenten en de SVB en de digitale impact extra waarborgen nodig zijn om rechtsgelijkheid en uitvoerbaarheid te verzekeren;
verzoekt de regering bij de invoeringstoets (2028), de periodieke rapportage over bijstand en participatie (2027) en de tussentijdse evaluatie (2030) de implementatie en de effecten van de toepassing van de Participatiewet in balans expliciet te toetsen ten aanzien van:
-
-de rechtsgelijkheid en proportionaliteit als het gaat om voorzieningen en maatregelen ten aanzien van jongeren;
-
-het hanteren van kan-bepalingen als begunstigende bevoegdheid door gemeenten en de SVB, onder andere door vergelijking van de invoering door gemeenten en de SVB;
-
-het doenvermogen van burgers door het benutten van inzichten op basis van onderzoek met inzet van ervaringsdeskundigheid;
-
-de digitale impact en de daaruit voortvloeiende uitvoeringslasten voor gemeenten en de SVB;
verzoekt de regering de Kamer over de uitkomsten ten aanzien van deze onderdelen van de implementatie en de effecten van deze wet regulier te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Ramsodit, Belhirch, Koffeman, Van Gasteren, Schalk en Van Apeldoorn.
Zij krijgt letter F (36582).
Dank u wel, mevrouw Ramsodit. Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Huizinga.