Helpt u mee onze website te verbeteren?

Plenair Walenkamp bij behandeling Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg



Verslag van de vergadering van 30 september 2025 (2025/2026 nr. 02)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 16.14 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Walenkamp i (Fractie-Walenkamp):

Dank u, voorzitter. Daar sta je dan als twaalfde apostel in een lange rij bij de behandeling van de Wet verbetering beschikbare jeugdzorg. Sta mij toe een iets ander licht te schijnen aan de hand van een gedicht van Neeltje Maria Min.

Mijn moeder is mijn naam vergeten,

mijn kind weet nog niet hoe ik heet.

Hoe moet ik mij geborgen weten?

Noem mij, bevestig mijn bestaan,

laat mijn naam zijn als een keten.

Noem mij, noem mij, spreek mij aan,

o, noem mij bij mijn diepste naam.

Voor wie ik liefheb, wil ik heten.

Ik hoop dat u nadenkt over het woord "keten". Een keten kan iets positiefs zijn, namelijk een vorm van bescherming. Een keten kan ook iets vervelends zijn, namelijk een ketting. Is deze wet die positievere of die negatievere invalshoek? Vooralsnog kijk ik daar wat kritisch naar. Ik kijk kritisch naar de rechtmatigheid, de uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid. Ik ben al 30 jaar woonachtig in Utrecht en ik heb in arme buurten gezien, hoe goedbedoeld ook, dat het nogal eens misgaat. Ik heb mensen gezien die allerlei problemen hebben, waaronder armoede, en dat — ik zeg dat met mijn hart op mijn hart; ik ben daar als journalist en onderzoeksredacteur bij betrokken geweest — er te vroeg en te snel uithuisplaatsingen zijn geweest. Een kind uit Utrecht wordt dan bijvoorbeeld in Winterswijk of in Meerssen ondergebracht, terwijl de ouders geen auto hebben. Ik heb zeer veel en groot respect voor alle mensen die in de jeugdzorg werken, maar dan vraag ik mij werkelijk af of wij die kinderen en hun gezinnen hiermee helpen. Helpen wij die kinderen en luisteren wij naar die kinderen?

Ik vind het punt van het kinderrechtenverdrag dat collega Perin-Gopie van Volt inbracht heel sterk om mee te beginnen: dat doet Nederland niet. Nederland houdt te weinig rekening met die kinderen. Nederland ziet kinderen te veel als een verdienmodel. Er gaat heel veel geld in om en wat is daarvan het resultaat? Het wordt ook vaak in rendementsdenken weergegeven. Kortom, ik zie het wat breder. Uithuisplaatsingen moeten echt het aller-, allerlaatste middel zijn. Dit is een vorm van specialistische hulp. Ik snap wel dat het iets verdergaat. Zie de serieuze kritiek op het toeslagenschandaal: 2.000 kinderen zijn in het kader van het toeslagenschandaal uit huis geplaatst. Met dank aan het grote onderzoek van Pieter Omtzigt en Renske Leijten; dat mag hier ook wel gezegd worden. Er is echt wel serieus iets aan de hand. Doen wij wel het juiste met dat grote bedrag? Ik geloof dat het om 100 miljard euro gaat, waarvan zeker 11 miljard naar zorgcowboys gaat, zo blijkt uit onderzoek. De Nederlandse onderzoeksjournalist Heleen Mees kon gedurende twee jaar geen enkel kind vinden dat daadwerkelijk geholpen was door de jeugdzorg. Ik verzin het niet; Heleen Mees is een serieuze onderzoeksjournalist. Ze zag wel allerlei schrijnende gevallen, kinderen die voor het leven getekend waren.

Als ik vier proefschriften lees — ik lees ze regelmatig — onder andere een van René Clarijs, die aangaf dat er sprake is van tirannie in de jeugdzorg … Ik verzin het niet. Hij gaf meerdere voorbeelden van wat er structureel misgaat in onze jeugdzorg. Hij gaf aan wat er structureel beter zou moeten. Na 80 jaar werkt het nog steeds niet goed, ondanks allerlei reorganisaties. Is dit werkelijk het juiste systeem? Is dit echt een serieuze oplossing of is dit een lapmiddel? Wij hebben hier grote vraagtekens bij. Zijn de staatssecretarissen bekend met deze proefschriften? Ik heb er net één genoemd. Ik kom er weinig over tegen in de toelichting en in de verdediging. Een op de vijf of zeven kinderen — het hangt er even van af hoe je rekent — is in Nederland in beeld bij jeugdzorg. Ik zou zeggen: Nederland is ziek. Wij moeten jongeren anders of beter helpen. Ik ben zelf leraar en zie het daar weleens misgaan. Moeten wij er misschien — dat is toch ook een vraag aan deze staatssecretarissen — niet binair maar gefaseerd naar kijken? Mensen zijn juridisch gezien vanaf 18 jaar volwassen, maar op 21-jarige en 23-jarige leeftijd zijn er andere richtlijnen. Is de beschikbaarheid en de afstemming wel logisch? Gemeenten hebben weinig keuze in de jeugdregio waar de kinderen naartoe bedeeld worden. Dat raakt mij, vanuit mijn 35-jarige betrokkenheid bij de christendemocratie en het subsidiariteitsbeginsel. Mijn fractie hecht grote waarde aan de subsidiariteit. Is dit nou de manier om het te organiseren? Wij hebben daar grote vraagtekens bij. Wilt u daarop reflecteren, alstublieft? Een nieuwe regio-organisatie in het leven roepen, terwijl er 25 GGD-regio's zijn. Dan denk ik: dat is dan toch veel handiger.

We hebben dus grote moeite met dit voorstel. Wij wachten de beantwoording af, maar we hopen en wensen u toe dat er een volledig ander systeem qua jeugdzorg komt, een systeem waarin het vele geld dat ernaartoe gaat, beter gemonitord en gecontroleerd wordt.

Ik dank u voor uw aandacht.

De voorzitter:

Ik dank u wel. Wenst een van de leden in de eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval.

De beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Dan schors ik de vergadering tot 16.45 uur, waarna we verdergaan met de behandeling van het wetsvoorstel Wet bescherming tegen discriminatie op de BES. Het debat over de Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg wordt voortgezet na de dinerpauze.