Verslag van de vergadering van 30 september 2025 (2025/2026 nr. 02)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 21.49 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
Mevrouw Perin-Gopie i (Volt):
Dank u wel, voorzitter. Het moge heel duidelijk zijn dat de inbreng van Volt de focus had op kinderrechten, zoals collega Van Aelst ook al benoemde. Bij wetgeving is het heel belangrijk dat we ons houden aan internationale verdragen waar we ons aan hebben verbonden. Bij wetgeving die kinderen raakt, is het zeer belangrijk dat we de belangen van de kinderen goed meewegen. Het VN-Kinderrechtencomité heeft Nederland er al meerdere keren op gewezen dat wij meer moeten doen om de belangen van de kinderen goed te borgen in onze wetgeving, in ons beleid en in de uitvoering in de praktijk. Dat hebben ze in 2015 aangegeven. In 2022 hebben ze nogmaals aangegeven dat er echt een impactassessment moet komen. Dat is vervolgens niet gebeurd, waarop de Kinderombudsman de Kinderrechtentoets heeft ontwikkeld. Nu die toets er is, hebben wij als fractie deze wet even langs de lat van die toets gelegd. Als de regering dat had gedaan, dan was de wet van betere kwaliteit geweest. Daar zijn wij van overtuigd. Daarom hebben we een motie voorbereid om de regering te verzoeken om bij volgende wetgeving de Kinderrechtentoets te gebruiken.
De motie luidt als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat Nederland zich heeft verbonden aan het internationale kinderrechtenverdrag;
overwegende dat in artikel 3 van het kinderrechtenverdrag staat dat de belangen van het kind de eerste overweging moeten vormen bij alle maatregelen van de wetgever die kinderen raken;
overwegende dat het VN-Kinderrechtencomité er in 2022 op heeft aangedrongen dat de Nederlandse regering ter naleving van het verdrag een kinderrechtentoets ontwikkelt en toepast op alle wetgeving en beleid die kinderen raken;
overwegende dat ook de Kinderombudsman aandringt op het toepassen van een kinderrechtentoets, om te voorkomen dat wetten en beleid een negatieve impact hebben op het leven en de ontwikkeling van kinderen;
overwegende dat de huidige wets- en beleidsvorming onvoldoende structurele waarborgen bevat om systematisch te toetsen of de belangen van kinderen worden gerespecteerd;
constaterende dat regelgeving over jeugdzorg altijd intrinsiek de belangen van kinderen raakt;
constaterende dat de Nederlandse Kinderombudsman inmiddels een kinderrechtentoets heeft ontwikkeld en deze publiek toegankelijk is;
verzoekt de regering bij alle toekomstige wetsvoorstellen over jeugdzorg standaard de Kinderrechtentoets toe te passen, de uitkomsten daarvan op te nemen in de memorie van toelichting en de Kamer voor het kerstreces over de implementatie ervan te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Perin-Gopie, Janssen-van Helvoort, Moonen, Van Aelst-den Uijl en Walenkamp.
Zij krijgt letter I (36546).
Mevrouw Perin-Gopie (Volt):
Dan had ik ook nog vragen gesteld aan de staatssecretaris over het opnemen van de Kinderrechtentoets in de regiovisie. Daar was nog geen reactie op gekomen. Die hou ik nog tegoed. Desondanks heb ik daar toch een motie over gemaakt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat Nederland zich heeft verbonden aan het internationale kinderrechtenverdrag;
overwegende dat in artikel 3 van het kinderrechtenverdrag staat dat de belangen van het kind de eerste overweging moeten vormen bij alle overheidsmaatregelen die kinderen raken;
overwegende dat het VN-Kinderrechtencomité er in 2022 op heeft aangedrongen dat de Nederlandse overheid ter naleving van het verdrag een kinderrechtentoets ontwikkelt en toepast op alle wetgeving en beleid dat kinderen raakt, zowel nationaal als lokaal;
overwegende dat ook de Kinderombudsman constateert dat de rechten van kinderen te vaak nog niet zijn geborgd op regionaal en gemeentelijk niveau bij beleidsontwikkeling en uitvoering en aandringt op een kinderrechtentoets;
constaterende dat de voorgestelde Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg rechtstreeks de belangen van kinderen raakt, maar dat geen kinderrechtentoets is voorzien bij de uitvoering;
constaterende dat de Nederlandse Kinderombudsman een kinderrechtentoets heeft ontwikkeld en deze publiek toegankelijk is;
verzoekt de regering om in de algemene maatregel van bestuur in de zin van artikel 2.2, lid 2 van de Jeugdwet te bepalen dat in de regiovisie in ieder geval een voorziening voor het uitvoeren van een kinderrechtentoets moet worden opgenomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Perin-Gopie, Janssen-van Helvoort, Moonen, Van Aelst-den Uijl en Walenkamp.
Zij krijgt letter J (36546).
Mevrouw Perin-Gopie (Volt):
Dank u wel, voorzitter. Dan was ik nog vergeten de staatssecretarissen te bedanken voor hun komst en hun uitgebreide beantwoording.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan komt nu aan het woord mevrouw Van Wijk van de fractie van de BBB.