Helpt u mee onze website te verbeteren?

Plenair Perin-Gopie bij behandeling Wijziging begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2025 samenhangende met de Voorjaarsnota



Verslag van de vergadering van 14 oktober 2025 (2025/2026 nr. 04)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 18.32 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Perin-Gopie i (Volt):

Dank u wel, voorzitter. We bespreken vandaag, op 14 oktober, de wijziging van de OCW-begroting voor 2025. De zogenoemde Voorjaarsnota, maar als wij naar buiten hadden kunnen kijken, hadden we gezien dat het allang najaar is. Deze suppletoire begroting had in mijn ogen maanden geleden al afgehandeld moeten zijn, met een andere bewindspersoon. Een suppletoire begroting is in de ogen van Volt bedoeld als een technische bijstelling, maar deze suppletoire begroting is uitgegroeid tot een slepende procedure vol onduidelijkheid, vertraging en politieke gevoeligheden.

Dat is niet slechts een ongemak in onze agenda's, waardoor dat heeft moeten schuiven, maar het zegt iets over de manier waarop wij als politiek omgaan met onze begrotingscyclus. De Voorjaarsnota hoort juist stabiliteit en voorspelbaarheid te bieden met een paar technische wijzigingen op de lopende begroting. Ik hoop dan ook dat een volgend kabinet hier lering uit trekt — ik kijk een beetje rechts van mij; ik hoop dat die collega's dat tot zich nemen — en dat een volgend kabinet zorgt voor een ordentelijk en tijdig proces, zodat deze Kamer haar controlerende taak volwaardig kan uitoefenen.

Voorzitter. Ik wil nog even een wens uitspreken. Laten we hopen — en ik kijk weer even de collega's hier aan — dat de volgende regering vier jaar zit, met dezelfde bewindspersonen, die hun termijn afmaken. Niks ten nadele van deze nieuwe bewindspersonen, maar het is gewoon een stuk prettiger debatteren als je in een heel proces steeds met dezelfde personen te maken hebt. Al ben ik natuurlijk zeer geïnteresseerd in deze bewindspersonen en ben ik heel benieuwd hoe het debat met hen zal verlopen.

Toen we deze suppletoire begroting ontvingen, schrok ik. Ik schrok van de forse toename van bezuinigingen en van het plan om de onderwijskansenregeling te schrappen. Die regeling is juist bedoeld om ongelijkheid aan te pakken. Het was dan ook een opluchting om in de Miljoenennota te lezen dat die regeling voorlopig behouden blijft. Maar ik wil ook niet naïef zijn. De Miljoenennota is opgesteld door een demissionair minderheidskabinet; niemand weet nog hoe de plannen eruit gaan zien ná 29 oktober. Daarom blijft er onzekerheid voor het onderwijs en eigenlijk voor de gehele samenleving. Daarom vraag ik de minister of hij vandaag kan bevestigen dat de onderwijskansenregeling ook onder een volgend kabinet overeind blijft, ongeacht de politieke kleur. Dat lijkt me overigens een ingewikkelde vraag om te beantwoorden. Is hij ook bereid om met de sector te verkennen hoe deze regeling structureel kan worden verankerd, zodat scholen niet elk jaar hoeven te vrezen voor de zoveelste beleidswijziging waardoor deze onderwijskansenregeling dan weer van tafel gaat?

Voorzitter. Met alle afleidingen rondom de rommelige procedure en de politieke instabiliteit mogen wij één ding niet vergeten: de structurele bezuinigingen op het onderwijs zijn nog altijd enorm. Sterker nog, als het aan deze demissionaire regering ligt, gaan die nog verder. Dat is niet alleen onverstandig, maar ook heel kortzichtig. Want wie bezuinigt op het onderwijs, bezuinigt op onze toekomst. Wie nu nog denkt dat investeren in het onderwijs een luxe is, heeft de waarschuwingen uit Europa gemist. Mario Draghi is glashelder in zijn rapport over de concurrentiekracht van Europa: Europa moet aanzienlijk meer investeren in onderwijs, innovatie en onderzoek, anders dreigt het irrelevant te worden in de wereldwijde concurrentiestrijd. Draghi becijfert dat Europa jaarlijks tussen de 750 miljard en 800 miljard euro extra moet investeren om koploper te blijven op het gebied van technologie, klimaatoplossingen en strategische onafhankelijkheid. Zijn waarschuwing is duidelijk: zonder investeringen verliest Europa niet alleen economische slagkracht, maar ook zijn politieke autonomie en maatschappelijke veerkracht.

Wat doet deze regering dan? Alleen maar bezuinigen op het onderwijs. Waar met de begroting voor 2025 vooral het hoger onderwijs werd geraakt, zien we dat met deze suppletoire begroting het mbo mee wordt gezogen in deze bezuinigingen. Daarom heb ik een aantal vragen aan de minister. Waarom legt de minister de waarschuwingen van Draghi naast zich neer en bezuinigt hij nog verder op het onderwijs in plaats van de Europese oproep serieus te nemen en juist meer te investeren in kennis en innovatie? Welke langetermijnvisie van deze minister ligt er onder deze begroting? Kan hij toelichten hoe deze bezuinigingen bijdragen aan de versterking van onze kenniseconomie en of het eerlijker is om te erkennen dat dit vooral een noodgreep is om de begroting sluitend te maken over de rug van toekomstige generaties?

Voorzitter. Deze wijziging van de begroting is dus geen technische correctie, maar fase twee van een sluipende uitholling van onze kennissamenleving. Neem de prijsbijstelling. Die wordt slechts deels toegekend, waardoor onderwijsinstellingen de inflatieschade zelf moeten dragen. Het wordt gepresenteerd als een neutrale ingreep, maar in werkelijkheid is het een stille bezuiniging die leidt tot grotere klassen, ontslagen, minder ondersteuning en een verschraling van het opleidingsaanbod. Hierover heb ik de volgende vragen aan de minister. Kan hij toelichten waarom onderwijsinstellingen in het vervolgonderwijs slechts de helft van de prijsbijstelling ontvangen, terwijl andere sectoren de inflatie wel volledig gecompenseerd krijgen? Wat verwacht hij dat dit doet met de liquiditeit en continuïteit van de onderwijsinstellingen, zeker in het mbo en bij de hogescholen, die al met krappe marges werken, en ook met het oog op de dalende instroom, waardoor de onderwijsinstellingen dubbele klappen lijken te krijgen?

Voorzitter. Ik kan niet anders dan terugdenken aan het boek van Sander Schimmelpenninck, De domheid regeert. Want wat we hier zien, is beleid dat niet voortkomt uit een visie, maar uit kortetermijndenken. We zien begrotingstrucs die misschien de cijfers op papier verbeteren, maar die Nederland op termijn alleen maar armer maken, sociaal, economisch en moreel. Dit zijn geen kleine aanpassingen, dit zijn keuzes die raken aan de kern van onze samenleving, aan de kwaliteit, aan de toegankelijkheid en de gelijkheid van ons onderwijs. Onderwijs is geen kostenpost. Het is een investering in onze toekomst, een toekomst die we niet moeten uithollen, maar moeten voeden met kennis en met vertrouwen en met een visie.

Ik ben heel benieuwd naar de reactie van de minister. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is een interruptie van de heer Kemperman.

De heer Kemperman i (FVD):

Aan collega Perin-Gopie. Het is altijd goed om rechts van u te kijken, zoals u net al aangaf. Ik ben blij dat wij nu wel debatteren, in tegenstelling tot uw fractievoorzitter in de Tweede Kamer, die dat weleens uit de weg gaat. Maar nu mijn vraag, die ik ook aan D66 stelde, maar waar eigenlijk niet echt een concreet antwoord op kwam. Waar zou Volt de dekking vandaan halen in de rijksbegroting, wanneer deze Onderwijsbegroting moet worden teruggehaald uit milieu, defensie, zorg? Waar gaan we de dekking vinden als we die 1,2 miljard toch niet op onderwijs willen halen? Kunt u daar wat concreter op reageren?

Mevrouw Perin-Gopie (Volt):

Ja. Overigens ben ik het volledig eens met mijn fractie in de Tweede Kamer dat je geen debat zou moeten voeren met een partij die niet de feiten erkent. Maar reagerend op de vraag van Forum voor Democratie: wij hebben ons verkiezingsprogramma laten doorrekenen door het CPB. Dan zie je precies dat wij willen investeren in onderwijs en ook waar wij denken dat het anders kan. En als u heel erg geïnteresseerd bent in de inhoud, die echt iets heel anders is dan het wetsvoorstel dat we hier bespreken: vooral door een totaal ander belastingstelsel zien wij echt kansen voor deze investeringen en andere investeringen, zoals dat we zorgen voor het klimaat, maar ook voor een toekomstbestendige economie. U kunt daar precies in teruglezen hoe wij dat willen financieren.

De heer Kemperman (FVD):

Ja, voorzitter, ik wacht keurig op het woord. Ik weet hoe het werkt.

De voorzitter:

Ja, ga uw gang.

De heer Kemperman (FVD):

Wij voeren hier geen debat over het verkiezingsprogramma van Volt. Wij voeren hier een debat over een deel van de rijksbegroting, namelijk de Onderwijsbegroting, waarin een stevige bezuiniging is voorgesteld. Ik wil niet teruglezen waar u het in uw verkiezingsprogramma vandaan haalt, maar ik vraag u concreet waar in de rijksbegroting u de dekking vandaan zou halen. Concreter kan ik het niet maken. U mag het zelf invullen: milieu, zorg, defensie.

De voorzitter:

Uw vraag is duidelijk, want die heeft u zojuist gesteld.

Mevrouw Perin-Gopie (Volt):

Ik denk dat ik net een heel duidelijk antwoord heb gegeven. De realiteit is ook dat wij hier in deze Kamer een wet niet kunnen aanpassen. Ik beperk het debat echt tot deze wet die voorligt, deze suppletoire begroting. Daar zal mijn fractie, vermoed ik, vol overtuiging tegen stemmen.

De voorzitter:

Oké. Nou, hartelijk dank.

Mevrouw Perin-Gopie (Volt):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Walenkamp.