Helpt u mee onze website te verbeteren?

Plenair Roovers bij behandeling Wijziging begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2025 samenhangende met de Voorjaarsnota



Verslag van de vergadering van 14 oktober 2025 (2025/2026 nr. 04)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 21.14 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Roovers i (GroenLinks-PvdA):

Dank aan de minister en de staatssecretaris voor hun antwoorden. Ik hoop dat hun vuurdoop in de Eerste Kamer hen bevallen is. Dank ook aan de collega's voor hun inbreng.

Ik heb twee punten voor deze tweede termijn. Punt één gaat toch nog even over de onvolledige loon- en prijscompensatie voor het vervolgonderwijs. Dat steekt toch nog een beetje als een graat in de keel, zowel voor 2025 als aangekondigd voor 2026. De bonden en de koepels hebben gisteren de oproep gedaan: hol het onderwijs niet uit op deze manier. Ik vroeg de minister of hij in gesprek was met de bonden. Hij zei dat hij dat niet was. Ik vroeg of hij nog in gesprek gaat en toen kreeg ik volgens mij niet een heel duidelijk antwoord. Maar ik meende uit zijn non-verbale reactie te zien dat hij toezei dat hij binnenkort in gesprek gaat met de bonden en de koepels. Mijn vraag is eigenlijk heel eenvoudig: heb ik dat goed begrepen? Mag ik dat zien als een toezegging dat hij in gesprek gaat met de onderwijsbonden om dat probleem te attaqueren?

Mijn tweede punt gaat over de grote bezuiniging op fundamenteel onderzoek en de rechtstreekse bedreiging die die vormt op het gebied van volksgezondheid. Hierover heb ik de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat universiteiten momenteel gedwongen worden tot forse bezuinigingen, die leiden tot het stopzetten of verplaatsen van wetenschappelijk onderzoek;

constaterende dat aan de Universiteit Twente onderzoekers werkzaam op het terrein van moleculaire biofysica hun positie verliezen, terwijl hun unieke fundamentele onderzoek van grote waarde is voor het begrip en de behandeling van ziekten zoals parkinson;

constaterende dat ook andere gezondheidsonderzoeksprojecten, mede gefinancierd door fondsen als KWF Kankerbestrijding, Alzheimer Nederland, ReumaNederland en het ParkinsonFonds, geraakt worden door deze bezuinigingen;

constaterende dat deze onderzoeksfondsen jaarlijks miljoenen euro's investeren in wetenschappelijk onderzoek en daarmee dragers zijn van de Nederlandse kennisinfrastructuur;

constaterende dat het wegvallen van dergelijk fundamenteel onderzoek kan leiden tot een verlies van kennis, talent en internationale onderzoeksfinanciering, en tot een verslechtering van de toekomstige volksgezondheid;

overwegende dat de innovatiekracht van Nederland afhankelijk is van een sterke publieke onderzoeksbasis, waarin universiteiten en maatschappelijke en private fondsen elkaar versterken;

overwegende dat schade aan onderzoeksnetwerken en hun expertisegebieden moeilijk te herstellen is zodra deze eenmaal zijn verdwenen;

overwegende dat het onwenselijk is dat door rijksbezuinigingen topwetenschappelijk onderzoek moet uitwijken naar het buitenland;

verzoekt de regering maatregelen te treffen waarmee uniek relevant onderzoek, waaronder onderzoek naar dierproefvrij onderzoek naar parkinson, met maatschappelijke en medische relevantie behouden kan blijven binnen Nederland,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Roovers, Van Apeldoorn, Visseren-Hamakers en Perin-Gopie.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.

Zij krijgt letter J (36725-VIII).

Mevrouw Roovers (GroenLinks-PvdA):

Ik hoor dat de derde suppletoire begroting inmiddels door de Tweede Kamer is aangenomen, dus ik denk dat we verdere hete hangijzers binnenkort in deze Kamer bij de behandeling van de derde suppletoire begroting kunnen behandelen. Ik laat het dus hierbij.

De voorzitter:

Ik dank u wel. Dan geef ik nu graag het woord aan de heer Van Meenen.