Verslag van de vergadering van 4 november 2025 (2025/2026 nr. 06)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 9.55 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Bovens i (CDA):
Ik wil meteen flexibel beginnen, want ik heb in mijn tekst "mevrouw de voorzitter" staan; ik maak daar "meneer de voorzitter" van.
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer Bovens (CDA):
Graag gedaan.
Ook van mijn kant, namens de CDA-fractie, welkom aan de minister van Europese Zaken bij deze voor hem maar ook voor ons eerste Algemene Europese Beschouwingen, want vanwege allerlei redenen is het inderdaad de eerste keer in deze zittingsperiode dat de senaat beraadslaagt over de stand van zaken in Europa, de opstelling van Nederland in Europa en de mogelijke actuele ontwikkelingen in de nabije toekomst. Ik wil ook een hartelijk welkom richten tot de mensen uit Brussel op de publieke tribune, want het is fijn dat u helemaal vanuit Brussel hiernaartoe gekomen bent; dat geeft ook de belangstelling weer.
Voor het goede begrip: de Europese Beschouwingen gaan over de Europese Unie, het verbond van 27 zelfstandige lidstaten die volgens het dictum van het Verdrag van Maastricht uit 1992 geacht worden gestaag naar elkaar toe te groeien. Zeker nu afgelopen woensdag twee middenpartijen die de kansen en de waarde van de Europese Unie weten te waarderen, namelijk D66 en mijn partij, liefst 30 zetels hebben gewonnen, zijn de verwachtingen hoog. Maar de uitdagingen zijn even groot. Gaan we de kracht van Europa meer waarderen en meer benutten? Ervaart de minister de verkiezingsuitslag als een steun in de rug als hij weer naar Brussel vertrekt voor een of ander Europees overleg?
In ons verkiezingsprogramma staan vele passages over grote problemen in ons land waarvoor Europese samenwerking onmisbaar is voor de oplossing daarvan. Of het nu het investeren in de kenniseconomie, de economie van de toekomst, de geopolitieke spanningen, het asielvraagstuk, de stikstof, klimaatadaptatie, energietransitie, water of arbeidsmigratie betreft, overal kun je niet om de Europese dimensie heen.
Toch wil ik starten met een uitstapje naar twee andere multilaterale organisaties. Morgen, op 5 november, vieren we in Brussel het 70-jarig bestaan van het Benelux-parlement. De Benelux-landen zijn al vanaf het begin betrokken bij de Europese Unie, toen nog de Europese Economische Gemeenschap, en vormen een gewaardeerde voorhoede voor samenwerking. Bijvoorbeeld vanuit de noordse landen en vanuit de Baltische staten wordt met grote belangstelling naar dat samenwerkingsverband gekeken. Het CDA is een groot voorstander van de samenwerking met België en Luxemburg en overigens ook met de Duitse deelstaten NRW en Niedersachsen. In een aantal dossiers, zoals het dossier over grensarbeid en diplomaherkenning, merkt het CDA een houding in Den Haag om zaken meteen Europees te willen regelen en de kansen van de Benelux onbenut te laten. Als het bijvoorbeeld om thuiswerken in grensregio's gaat, wachten we blijkbaar liever op een pan-Europese richtlijn dan dat we het concreet met onze buurland even gaan regelen. Ik zou graag van de minister willen horen of hij de Benelux-samenwerking nog steeds ziet als een proeftuin of voorhoede van Europese samenwerking. De minister-president van België, Bart De Wever, heeft twee maanden geleden ondubbelzinnig gepleit voor meer samenwerking. Wat is de reactie van de Nederlandse regering hierop? Het CDA is geen tegenstander van een Europa van verschillende snelheden. Hoe ziet de minister dit? Kan de Benelux een voorbeeld zijn van een hogere snelheid? En is de minister bereid ook zelf te accelereren, wetende dat Nederland volgend jaar voorzitter van de Benelux is?
Een andere organisatie waarvoor het CDA hier aandacht vraagt, is de 75 jaar oude Raad van Europa, waar 47 landen op ons continent lid van zijn en die met name actief is op het terrein van democratie, mensenrechten en de rechtsstaat. We kennen de Raad ook van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Europees Gerechtshof in Straatsburg. In de afgelopen tijd horen we met name in de discussies over asiel vaak over de verplichtingen die dat verdrag ons zou opleggen, maar we kennen de Raad ook van de initiatieven om de Oekraïners straks te helpen aan schadeherstel.
Veel Nederlanders kennen het onderscheid tussen de Raad van Europa en de Europese Unie nauwelijks. Over anderhalf jaar, in 2027, is Nederland voorzitter van de Raad van Europa. Dat zou een mooie gelegenheid zijn om te regelen dat de Europese Unie als organisatie ook geassocieerd lid wordt van de Raad van Europa, of zich ten minste aansluit bij enkele verdragen. Kan de minister aangeven of hij voorstander is van het aansluiten van de EU bij de Raad van Europa en of hij zich daar in EU-verband ook sterk voor wil maken?
Terug naar de Europese Unie. In een vorige functie mocht ik werken in het gebouw waar het Verdrag van Maastricht werd uitonderhandeld en ondertekend. Ik liep er dagelijks langs en ontving zeer vele bezoekers, bijvoorbeeld uit Centraal- of Oost-Europa. Ik heb er mede voor kunnen zorgen dat het verdrag in 2018 het Europees Erfgoedlabel kreeg, overigens tegelijk met het Verdrag van Schengen. De Europese Unie werd in 1992 opgericht, maar functioneert vandaag zeker nog niet optimaal zoals toen was bedoeld. Het CDA wil de samenwerking binnen de Unie verder versterken, bijvoorbeeld door slagvaardiger te worden op het gebied van het buitenlandbeleid. Dat betekent ook het eventueel opgeven van het vetorecht, zeker als er mensenrechten in het geding zijn. Hoe stelt Nederland zich in deze discussie op?
Het CDA maakt zich zorgen over de verschillen tussen de lidstaten in economische kracht en economisch beleid. Wij houden vast aan de criteria van Maastricht voor ons monetair beleid: beperkt begrotingstekort, schuldenniveau onder de 60% enzovoorts. Dat vragen we ook van de andere 26 landen. Tegelijk weten we dat we de komende jaren als EU fors moeten investeren in de nieuwe economie van de toekomst, in AI, in defensie en in concurrentiekracht ten opzichte van China en de Verenigde Staten. Het Draghirapport, dat al genoemd werd, is door de Nederlandse regering positief ontvangen. Onderdeel van het rapport is de oproep om de interne markt beter te laten functioneren en dus minder nationale administratieve verschillen te laten ontstaan. Kan de minister reflecteren op welke acties binnen Nederland zijn ondernomen om de aanbevelingen van Draghi in daden om te zetten sinds de eerste reacties op het Draghirapport van september 2024?
Een controversieel onderwerp is het eventueel inzetten van het systeem van eurobonds, waarvoor we als land medegarant staan voor investeringen door landen die de begrotingsafspraken niet of minder nakomen. Het CDA is van oudsher kritisch op dat instrument, maar is bereid erover na te denken vanwege de grote uitdagingen op bijvoorbeeld defensiegebied. Wij staan dus open voor het aangaan van gemeenschappelijke schulden, eurobonds, in noodsituaties en voor specifieke investeringen in Europese publieke goederen die onze veiligheid en open strategische autonomie versterken. Dit kan alleen onder zeer strenge voorwaarden, zoals tijdelijkheid, beperkte omvang en stevige afbakening, concrete afdwingbare afspraken over de terugbetaling en duidelijk aantoonbare Europese inzet. Gezamenlijke schulden mogen voor het CDA geen structurele financiering van begrotingstekorten zijn en gaan hand in hand met afdwingbare afspraken over structurele hervormingen. Kan de minister aangeven hoe de regering op dit moment in deze discussie opereert?
Meneer de voorzitter. Er wordt inmiddels gewerkt aan en onderhandeld over de Europese meerjarenbegroting van 2028-2034. Voor het CDA moet deze zeker de nieuwe prioriteiten van de EU weerspiegelen, zoals defensie, energietransitie, innovatie en migratie. Centralisatie van de cohesie- en investeringsfondsen mag niet leiden tot verminderde inspraak en afstemming op lokale behoeften. Wij weten immers hoe belangrijk Europese middelen zijn voor de regio's en de grensregio's in ons land, de wetenschap en onze infrastructuur. Hoe staat de minister in dit spanningsveld?
De onderhandelingen over de meerjarenbegroting mogen wat het CDA betreft niet alleen met de financiële bril worden gevoerd. Steeds is het discours in Den Haag: "Betalen we niet te veel? Krijgen we genoeg uit Brussel terug?" Natuurlijk is het goed als we kritisch blijven op bureaucratie en op verspilling. Maar zoals Draghi al schreef, zijn 27 nationale bureaucratieën vele malen duurder. Laten we ons lidmaatschap van de Unie ook en vooral bezien als een lidmaatschap van een waardengemeenschap; een club van landen met gedeelde opvattingen over rechtsstaat, democratie en economische samenwerking, in alle culturele diversiteit. Het gaat om een Unie die zich staande kan houden tussen de machtsblokken van de Verenigde Staten en China, die verwantschap voelt met landen als Australië, Canada en het Verenigd Koninkrijk, die de banden aanhaalt met Afrika, Azië en Latijns-Amerika, die verschillen vermindert en vrede en welvaart voor haar burgers schept in een schone wereld. Het CDA bepleit dat we niet alleen pragmatisch en economisch naar Europa kijken, maar ook openstaan voor de idealen van Europese samenwerking. Is de minister dat met ons eens?
Ten slotte bent u van mij gewend, dames en heren, dat ik nog even naar de heiligenkalender kijk. Voor vandaag wil ik wijzen op de maar liefst zes — ja, schrik niet — heiligen die de rooms-katholieke kerk tot patroon van Europa heeft aangewezen. Het zijn drie mannen, namelijk Benedictus van Nursia, Cyrillus en Methodius, en drie vrouwen: Catharina van Siena, Birgitta van Zweden en onze eigen Edith Stein. Edith Stein was een Joodse, Pools-Duitse filosofe die later rooms-katholiek werd en intrad bij de karmelietessenorde. In 1938 verhuisde ze naar het Limburgse Echt, waar ze in 1942 door de nazi's werd opgepakt en kort daarna in Birkenau werd vermoord. In het werk van al die zes patroonheiligen, maar zeker in het levensverhaal van Edith Stein — dat is echt de moeite waard om kennis van te nemen — weerspiegelt zich alles wat Europa tot een opdracht maakt, en tevens wat ons in waarden bindt.
Ik rond af. Het denken in nationale staten is overigens een relatief recente uitvinding van de negentiende eeuw en gebaseerd op het bouwen van grenzen, muren en vaak kunstmatige identiteiten. Dat denken in nationale staten staat de gedachte in de weg dat samenwerken op basis van gedeelde waarden ons verder brengt. Het laten groeien van de Europese samenwerking is in het belang van alle Nederlanders en zou tegelijkertijd goed moeten zijn voor velen daarbuiten, binnen en buiten Europa.
Ik dank u.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Bovens. Ik geef graag het woord aan de heer Van Ballekom namens de VVD.