Helpt u mee onze website te verbeteren?

Plenair De Vries bij behandeling Algemene Europese Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 4 november 2025 (2025/2026 nr. 06)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 11.36 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer De Vries i (SGP):

Dank u wel, voorzitter. In de Bijbel vinden we de deugd van de matigheid. Daarin zit dat het weten houden van maat ware wijsheid kenmerkt. Dat is geen enghartig beknibbelen, maar het beste uit iets weten te halen door keuzes durven te maken. Reclames suggereren tegenwoordig dat onbeperkt het hoogste goed is. Maar wie in het restaurant de aangeboden "onbeperkt spareribs" gaat uitproberen, komt er 's nachts wel achter dat ware wijsheid juist betekent dat je weet wanneer je de laatste moet nemen. Deze deugd geldt ook voor het Europese beleid: keuzes durven maken en niet alles willen. Alleen dan haal je het beste uit de Europese samenwerking.

Onze fractie ziet de meerwaarde van deze samenwerking. Ooit begon die samenwerking vanuit economische motieven, en die gelden nu nog meer dan destijds. Later werd duidelijk dat er milieuproblemen zijn die niet op nationaal niveau op te lossen zijn, en nog recenter zijn wij met onze neus op het feit gedrukt dat samenwerking op het gebied van defensie noodzakelijk is. Ook het migratieprobleem vraagt om meer dan een nationale aanpak alleen. Meerwaarde dus, maar die werkt alleen als er in het Europese beleid keuzes gemaakt worden en dus niet alles wat denkbaar is ook wordt nagestreefd.

Mijn eerste voorbeeld betreft iets wat lang niet altijd wordt opgemerkt — ook in dit debat heb ik het nog niet gehoord — maar wel relevant is. Er is namelijk een discrepantie tussen de ambitie op duurzaamheid en de ambitie op het gebied van artificiële intelligentie. AI is een ware energievreter en dat conflicteert met duurzaamheidsdoelstellingen. Dat betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden. Waar heeft de inzet van AI werkelijk toegevoegde waarde? AI is meer dan een nationale aangelegenheid. Alleen door Europese samenwerking kunnen we loskomen van de afhankelijkheid van vooral Amerikaanse bigtechbedrijven.

Dat kan door eigen platforms voor kunstmatige intelligentie, zoals nu door de Europese Commissie beoogd worden. Maar de EU kan ook een rol spelen in het maken van de noodzakelijke keuzes ten aanzien van AI. Onze fractie wil dan ook de volgende vraag stellen aan de minister. Welke mogelijkheden ziet de minister voor de Europese Unie om vaker keuzes te maken in de inzet van AI? Hoe kan de EU bij zichzelf en bij de lidstaten bevorderen dat in de AI-ambities meer rekening gehouden wordt met het hoge energieverbruik van deze technologie?

Voorzitter. Ik kom op het tweede terrein waarop mijns inziens keuzes gemaakt moeten worden: de Europese begroting. Het Meerjarig Financieel Kader voor de periode 2028-2034 heeft enkele mooie uitgangspunten. Zo wil de Commissie de EU-financiering vereenvoudigen en stroomlijnen. Ook is er aandacht voor innovatie en concurrentievermogen. De SGP ondersteunt op dit punt van harte de samenwerking. Daarnaast kan de SGP zich in grote lijnen vinden in de voorgenomen inzet van het kabinet, het beperken van de stijgende lasten en inzet op veiligheid en de concurrentiepositie. Ook samenwerken op het gebied van innovatie en migratie zijn goede zaken.

Toch worden er vergaande voorstellen gedaan. Zo wil de EU meer eigen belasting gaan heffen, bijvoorbeeld op tabak. Daarnaast wordt het financieringsplafond voor de EU van 1% van het bmp losgelaten en met 26% overschreden. De EU zou dus tussen 2028 en 2034 in totaal bijna 2 biljoen euro gaan kosten, en dat terwijl we in het afgelopen parlementaire jaar diverse keren de pijn gevoeld hebben van het moeten bespreken van vergaande bezuinigingen. Hoe is het dan te verkopen dat tegelijk de begroting van de EU zo stijgt?

Hierover enkele vragen aan de minister. Die vragen sluiten aan bij punten die de minister zelf ook noemt in de kabinetsappreciatie. Is de minister bereid om prioriteringen voor te stellen, zodat niet alles wat in de begroting opgenomen is, moet worden gerealiseerd? Hoe kijkt de regering aan tegen het loslaten van het financieringsplafond? Is dat niet een blijk van onvermogen om strategische keuzes te maken, en dus een zwaktebod? Klopt de redenering van de EU wel dat het krijgen van eigen middelen de nationale begrotingen zal ontlasten? Is het niet zo dat voor deze belastingen onvermijdelijk eigen middelen moeten worden weggehaald bij de lidstaten?

Voorzitter. De SGP heeft sterke twijfels bij de bereidheid van de EU tot het maken van keuzes. Er worden beslissingen genomen die de EU zo'n beetje tot een schuldenunie maken. Er zijn berekeningen waaruit blijkt dat de EU in het jaar 2030 zo'n 30 miljard aan rente en aflossingen gaat betalen. Dat is 20% van de huidige jaarbegroting! Al dat geld dat aan rente wordt besteed, had ook anders geïnvesteerd kunnen worden als de EU gewoon een beetje eerder op de rem had getrapt.

In de kabinetsreactie leest onze fractie dat het kabinet geen voorstander is van het aangaan van gezamenlijke schulden voor nieuwe Europese instrumenten. Het kabinet stelt dat hoge publieke schulden onwenselijk zijn en afgebouwd moeten worden. Daarnaast vindt het kabinet dat de stijging van de Nederlandse afdrachten beperkt moet worden. In het hoofdlijnenakkoord heeft het kabinet zich gebonden om de stijging met 1,6 miljard te beperken. Dat juicht de SGP toe.

We hebben zelf ook een voorstel, dat verder gaat. Veel Nederlandse gemeenten hebben om te bezuinigen aan hun verbonden partijen gevraagd om een taakstelling van ten minste 5% te realiseren en een mogelijk scenario van 10% in kaart te brengen, zonder de kerntaak van de verbonden partijen aan te tasten. Dat zou een mooie opdracht voor de EU zijn. De meeste lidstaten zijn ook lid van de NAVO en hun defensie-uitgaven zullen flink stijgen. Daarin kan de EU best meedenken door de nationale begroting wat te ontlasten. Immers, het versterken van de defensie is ook in het belang van de EU. Als de uitgaven dan naar beneden kunnen, moeten de inkomsten ook naar beneden. Dat past binnen de kabinetsinzet, waarin wordt gesteld dat ook moet worden gekeken naar wat de EU efficiënter of minder kan doen. Vraag aan de minister: is de regering bereid om naar het voorbeeld van de gemeenten de EU de opdracht te geven om zonder in te boeten op haar kerntaak, een bezuiniging van 5% te realiseren en ook een scenario van 10% uit te werken?

Verder staat het kabinet niet per definitie afwijzend tegenover het instrument van de single plans. Met dat instrument gaat de EU aan lidstaten vertellen welke plannen er zijn en of een lidstaat die maar wil uitvoeren. De SGP vindt het zorgelijk dat dit instrument niet in het licht van de democratie van de lidstaten wordt beoordeeld. Wat de SGP betreft ondermijnen dergelijke plannen de bevoegdheden van het parlement en de systematiek van het komen tot beleid in een democratisch gedragen kabinet dat dat beleid ook uitvoert. De nationale volksvertegenwoordiging wordt met single plans aan banden gelegd. Vraag aan de minister: zijn de single plans niet een forse inbreuk op de nationale autonomie van de lidstaten? Wat rechtvaardigt eigenlijk deze single plans? Is de regering bereid om in te zetten op het op z'n minst aandringen op het maken van keuzen hierin, in plaats van elk beleidsterrein tot voorwerp van zulke plannen te maken?

Voorzitter. Ik kom op een volgend terrein: het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Het landbouwbudget lijkt op een grote hoop te worden gegooid in het zogenaamde single plan. Een deel wordt wel afgeschermd; daarvoor is de mooie term "ring-fenced" gebruikt. Maar het op een hoop gooien van geld zorgt voor minder transparantie en meer onduidelijkheid of het geld inderdaad wordt besteed aan het doel waarvoor het is gereserveerd. Niet voor niets kwam de Landbouwcommissie van het Europees Parlement hiertegen in het geweer. Hoe kijkt de regering aan tegen die "single plan"-gedachte voor dit beleidsterrein? Welke inzet levert de regering om het landbouwbudget daadwerkelijk voor de landbouw beschikbaar te houden?

Voorzitter. Een van de grootste knelpunten wat onze fractie betreft is wel de transparantie van geldstromen binnen de EU in het algemeen. Het kabinet wijst in zijn reactie op het steeds groeiende foutenpercentage dat de Europese Rekenkamer constateert. Jaarlijks gaan er vele honderden miljarden om in de EU, maar van een groot deel is onduidelijk waar het terechtkomt. We hoeven alleen maar het cohesiefonds te noemen. Landen die hun financiën op orde hebben, geven eigenlijk gratis geld aan landen die hun financiën niet op orde hebben, waarbij het onduidelijk is of dat gratis geld wel echt wordt besteed aan het versterken van de economie. Wat vindt de regering van de huidige praktijk van het cohesiefonds? Wil de regering toezeggen in te zetten op een korting op de gelden in het cohesiefonds, of ten minste op het transparanter en effectiever maken van die geldstromen?

Voorzitter. Ik sluit af. Ik begon met de deugd van matigheid en de daaraan verbonden moed om keuzen te maken. In het christelijk perspectief wordt dit vergemakkelijkt door het bewustzijn dat er veel meer is dan geld en dat we uit dit leven niet hoeven te halen wat erin zit, omdat er een perspectief is dat veel verder gaat dan dit leven. Maar matigheid en de durf om keuzen te maken zijn in dit leven heilzaam voor de hele samenleving. We zien dan ook uit naar de beantwoording van onze vragen op dat gebied door de minister.

Dank u wel.

De voorzitter:

Ik dank u wel. U heeft nog een interruptie van de heer Dessing.

De heer Dessing i (FVD):

Ja, op de valreep. Ik werd even getriggerd door de opmerking van de SGP dat matigheid een goede deugd is. Ik hoorde hem vlak daarvoor in zijn betoog zeggen dat de Europese Unie of in ieder geval de landen die onderdeel zijn van de Europese Unie zich op diverse vlakken toch behoorlijk onmatig gedragen. Wat is de conclusie die de SGP daaraan verbindt? Want het zou toch eigenlijk anders moeten. Hoe ziet de SGP dat?

De heer De Vries (SGP):

De conclusie is wat mij betreft niet wat de heer Dessing graag zou willen, namelijk: uit de EU stappen. Mijn conclusie zou wel zijn dat daar waar sprake is van al die overschrijdingen, strenger beleid gevoerd wordt op het gebied van handhaving van de afspraken die er zijn.

De heer Dessing (FVD):

Maar denkt de SGP dat Nederland voldoende macht en middelen heeft om dat af te kunnen dwingen? Hoe realistisch is het om die consequenties van die landen te vragen? Hoe ziet de SGP dat?

De heer De Vries (SGP):

Nederland alleen heeft daar natuurlijk niet voldoende macht in; dat zal volstrekt duidelijk zijn. Maar Nederland kan dit wel voortdurend aan de orde stellen en laten zien dat wat wij bepleiten in lijn is met de afspraken die in het verleden gemaakt zijn.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu graag het woord aan de heer Hartog van de fractie van Volt.