Verslag van de vergadering van 4 november 2025 (2025/2026 nr. 06)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 14.31 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Van de Sanden i (Fractie-Van de Sanden):
Voorzitter, dank u wel. Graag wil ik beginnen met een herinnering aan Johan Willem Beyen, de liberale minister van Buitenlandse Zaken die destijds een van de grondleggers van de EEG was en die in moeilijke tijden durfde te denken aan samenwerking waar anderen terugvielen op angst en verdeeldheid. Hij zag Europese eenheid niet als een luxe, maar als een noodzaak, als de enige weg om vrijheid te bewaren en vrede te beveiligen. In zijn geest zouden wij vandaag moeten zeggen: vrijheid bereiken wij door samenwerking, niet door isolationisme.
Voorzitter. Ik spreek vandaag als liberaal én als Europeaan. Vanuit de kernwaarden vrijheid, gelijkwaardigheid, sociale rechtvaardigheid, verdraagzaamheid en verantwoordelijkheid beoordeel ik het werkprogramma van de Europese Commissie en het Europese beleid van onze regering. Het programma is degelijk, ambitieus en rijk aan visie, maar wat ontbreekt is de geest van urgentie. Europa heeft plannen, rapporten en strategieën, maar het ontbreekt aan tempo. De voortvarende uitvoering van al die op zichzelf verstandige plannen blijft achter, en zonder snelheid, zonder durf verliest beleid zijn betekenis. Rapporten winnen geen oorlogen, daden wel. Wat Europa nu nodig heeft, is leiderschap dat durft te handelen. Onze regering, demissionair en voorzichtig, miste helaas die voortvarendheid. Nederland is de afgelopen twee jaar onzichtbaar geweest waar juist daadkracht nodig is. Europa mist ons en dat mogen we niet langer laten gebeuren.
De Europese Commissie benadrukt terecht de noodzaak van strategische autonomie, dat Europa zijn eigen beslissingen kan nemen over energie, defensie, technologie en grondstoffen. Dat is geen Europees-chauvinistische reflex; het is de essentie van vrijheid. Maar te vaak blijven die ambities nog steken in woorden. De afhankelijkheid van Russisch en Amerikaans gas, van Chinese grondstoffen, van Amerikaanse defensiecapaciteit; het zijn zaken die wij niet kunnen negeren. Nederland moet niet de nuchtere scepticus zijn, maar de gedreven voortrekker. Wij moeten de overtuiging tonen dat vrijheid verantwoordelijkheid vergt. Daarom mijn eerste punt: de Europese wapenindustrie moet verder en nieuw leven worden ingeblazen, niet om oorlog te voeren, maar om vrede te beschermen. We hebben hiervoor de kennis, de industrie en het vakmanschap, maar nog te weinig samenwerking. Het Europees Defensie Fonds is een begin, maar we moeten verder: Europese productie, gezamenlijke standaarden en minder afhankelijkheid van derden.
Daarnaast spreek ik mijn steun uit voor RESourceEU, het programma dat onze toegang tot kritieke grondstoffen moet verzekeren, van lithium en nikkel tot halfgeleiders en waterstof. Wie grondstoffen beheerst, beheerst de toekomst. Maar ook hier ontbreekt de voortgang. De plannen zijn goed, maar de uitvoering is veel te traag. Mijn vraag aan de minister is daarom of de regering de urgentie van RESourceEU ziet en bereid is om de uitvoering daarvan te helpen versnellen.
Voorzitter. Bij autonomie hoort ook iets wat minder vaak wordt uitgesproken: het herstel van Europees zelfvertrouwen en assertiviteit. Te vaak en te lang hebben we in Europa getwijfeld aan onze eigen vermogens, onze eigen kracht en onze eigen waarde. We hebben te vaak gekeken naar anderen, naar Washington en naar Beijing, om te zien wat al dan niet mogelijk zou zijn. Maar wij Europeanen moeten weer durven geloven in onze eigen ideeën, onze eigen technologie en onze eigen democratische kracht. Want een Europa dat niet in zichzelf gelooft, zal ook nooit door anderen worden vertrouwd.
Voorzitter. De vreselijke oorlog in Oekraïne herinnert ons eraan dat vrede niet vanzelfsprekend is. Ook onze Europese vrijheid wordt bedreigd, niet alleen aan de grenzen en in ons luchtruim, maar ook in onze digitale netwerken, onze energievoorziening en onze publieke sfeer. Rusland bedreigt niet alleen met tanks en drones, maar ook met desinformatie, sabotage en angst. Europa moet hier onverzettelijk zijn. Dat betekent Oekraïne onverminderd blijven steunen, militair, economisch en humanitair, en tegelijkertijd krachtig optreden tegen de hybride ondermijning van onze eigen samenleving. Vrijheid vraagt waakzaamheid. Daarom moeten wij onze Europese inlichtingenkracht versterken. Vandaag vertrouwen we nog te veel op anderen, maar Europa kan niet afhankelijk zijn van andermans ogen en oren. Mijn tweede voorstel is daarom om een Europese inlichtingen- en analysestructuur te bouwen die de nationale diensten versterkt en de samenwerking daartussen verdiept: een systeem dat dreigingen vroegtijdig herkent, van cyberaanvallen tot economische chantage. Ik vraag de minister of de regering bereid is om dit streven te ondersteunen en zo ja, op welke manier.
Voorzitter. Als er één terrein is waarop Europa zijn toekomst bepaalt, dan is het kunstmatige intelligentie. AI verandert niet alleen onze economie, maar ook onze geopolitieke positie. Wie AI beheerst, beheerst data, besluitvorming en macht. Vandaag lopen we achter. De Verenigde Staten domineren de platforms. China investeert ongekend veel in staatsgehuurde technologie. Europa heeft wel de kennis, de waarde en het talent, maar mist nog de schaal, de infrastructuur en de durf. Daarom mijn derde voorstel, om een Europees cloudsysteem te ontwikkelen, een digitale ruggengraat gebouwd op Europese waarden: vrijheid, privacy, democratische controle. Niet afhankelijk van Silicon Valley of Peking, maar stevig geworteld in onze eigen samenleving.
Zo'n cloud is geen technocratisch detail. Het is een instrument van soevereiniteit. Daaruit kan veilige, verantwoorde AI ontstaan in de zorg, het onderwijs, de landbouw en niet in de laatste plaats ook defensie. Nederland kan hierin vooropgaan. We beschikken over ASML, NXP, TNO en universiteiten van wereldklasse. Leiderschap vraagt visie en moed om te investeren. Ik vraag de minister hoe de Nederlandse regering gaat bijdragen aan de opbouw van een Europees AI-ecosysteem dat onze vrijheid beschermt en onze innovatie versnelt.
Klimaatverandering is geen dreiging om te ontkennen. Het is een uitdaging om te overwinnen. De Green Deal, de waterstoftechnologie en de Net-Zero Industry Act kunnen motoren worden van groei en welvaart, maar alleen als wij durven innoveren en niet alles laten verstikken in regels. Laat Europese ondernemers de ruimte krijgen om te experimenteren met circulaire bouw, met AI-gestuurde landbouw, met slimme energieopslag. Dat is sociale rechtvaardigheid in actie, vooruitgang die duurzaam is en gedeeld wordt.
Voorzitter. Te vaak klonk afgelopen jaren in Brussel de vraag: waar is Nederland? We waren ooit een land van initiatief, van visie, van bruggenbouwers. Vandaag lijken we vooral te aarzelen. Het is tijd om terug te keren naar wat ons groot maakte: handelen, niet afwachten, meedoen, niet toekijken. Daarom mijn oproep om snel een nieuwe regering te vormen die kiest voor een proactieve, pro-Europese koers, een regering die niet wegduikt, maar het Europese verhaal met overtuiging vertelt. Want als wij het niet doen, doen anderen het en niet altijd in ons belang. Europa heeft leiderschap nodig, leiderschap dat richting geeft, tempo maakt en verantwoordelijkheid neemt. Want visie zonder uitvoering is slechts papier en Europa kan zich geen papier meer veroorloven. Europa heeft Nederland nodig en Nederland heeft Europa nodig. Dat wist Beyen al toen hij zei: "De Europese integratie is geen luxe, maar een noodzaak. Zij is de enige weg om de eenheid van het Westen te versterken en de vrede te beveiligen." Laat ons die woorden opnieuw waarmaken. Niet met aarzelende stapjes, maar met moedige daden, want vrijheid vraagt niet om woorden, maar om wil en daadkracht.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u zeer, meneer Van de Sanden. Ik kijk even de Kamer rond of een van de leden in de eerste termijn nog het woord wenst. Dat is niet het geval. Dan zijn we daarmee gekomen aan het einde van de eerste termijn van de kant van de Kamer en zijn we toe aan de beantwoording. Ik heb begrepen dat de minister zich in staat acht om onmiddellijk op de vragen van de Kamer te reageren. Is dat het geval? Ik hoor de minister zeggen dat hij om twintig minuten had gevraagd. Dan gaan we dat doen. Dan schors ik de vergadering en gaan we om 15.00 uur hervatten.