E160024
  rondje   klaver icoon
Laatste revisie: 08-08-2019

E160024 - Voorstel voor een verordening betreffende de bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken, inzake de ouderlijke verantwoordelijkheden en inzake internationale kinderontvoering



Met dit voorstel wordt de Brussel IIbis verordening (verordening 2201/2003), de hoeksteen van de justitiële samenwerking binnen de EU op het gebied van huwelijkszaken en ouderlijke verantwoordelijkheid, inclusief gezag, omgangsrechten en kinderontvoering, herzien.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

nationaal

Op 4 juni 2019 stuurde de minister voor Rechtsbescherming een brief inzake het verzoek om instemming medewerking totstandkoming herziening Verordening Brussel IIbis (EK, KB). De commissie I&A/JBZ-Raad besloot op 18 juni 2019 om de Kamer te adviseren om in te stemmen met het verlenen van medewerking voor de totstandkoming van de herziening van Verordening Brussel II-bis. De Kamer nam dit advies over en stemde tijdens de plenaire vergadering in.

Europees

Op 25 juni 2019PDF-document heeft de Transportraad ingestemd met het politiek akkoord.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2016)411PDF-document, d.d. 30 juni 2016

rechtsgrondslag

Artikel 81, lid 1 en 3, VWEU

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein


Implementatie

Verordening (EU) 2019/1111PDF-document werd op 2 juli 2019 gepubliceerd in PB EU L178/1. De verordening treedt in werking op 1 augustus 2022, met uitzondering van artikelen 92, 93 en 103 die in werking treden op 22 juli 2019.


Behandeling Eerste Kamer

Op 4 juni 2019 stuurde de minister voor Rechtsbescherming een brief inzake het verzoek om instemming medewerking totstandkoming herziening Verordening Brussel IIbis (EK, KB). De commissie I&A/JBZ-Raad besloot op 18 juni 2019 om de Kamer te adviseren om in te stemmen met het verlenen van medewerking voor de totstandkoming van de herziening van Verordening Brussel II-bis. De Kamer nam dit advies over en stemde tijdens de plenaire vergadering in.

Op 4 december 2018 besprak de commissie I&A/JBZ de brief van de minister voor Rechtsbescherming over het verloop van de onderhandelingen voor de herziening van de verordening Brussels II-bis en besloot deze voor kennisgeving aan te nemen.

Op 10 juli 2018 besprak de commissie I&A/JBZ de geannoteerde agenda van de informele JBZ-Raad van 12 en 13 juli 2018, en het bijbehorende voortgangsoverzichtPDF-document van JBZ-dossiers voor het tweede kwartaal van 2018, waarin de stand van zaken met betrekking tot de herziening van Brussel IIbis worden benoemd.

Op 29 mei 2018 besprak de commissie I&A/JBZ de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad van 4 en 5 juni 2018, en het bijbehorende voortgangsoverzichtPDF-document van JBZ-dossiers voor het eerste kwartaal van 2018, waarin de stand van zaken met betrekking tot de herziening van Brussel IIbis uitgebreid worden benoemd.

Op 6 maart 2018 besprak de commissie I&A/JBZ de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad van 8 en 9 maart 2018, waarin de stand van zaken met betrekking tot de herziening van Brussel IIbis wordt benoemd.

Op 23 januari 2018 besprak de commissie I&A/JBZ de geannoteerde agenda van de informele JBZ-Raad van 25 en 26 januari 2018 en het bijbehorende voortgangsoverzichtPDF-document van JBZ-dossiers voor het vierde kwartaal van 2017, waarin de stand van zaken met betrekking tot de herziening van Brussel IIbis worden benoemd.

Op 12 december 2017 besprak de commissie I&A/JBZ de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad van 7 en 8 december 2017, waarin de stand van zaken met betrekking tot de herziening van Brussel IIbis wordt benoemd.

Op 10 oktober 2018 besprak de commissie I&A/JBZ de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad van 12 en 13 oktober 2017 en het bijbehorende voortgangsoverzichtPDF-documentvan JBZ-dossiers voor het derde kwartaal van 2017, waarin de stand van zaken met betrekking tot de herziening van Brussel IIbis wordt benoemd.

Op 4 juli 2017 besprak de commissie I&A/JBZ de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad van 6 en 7 juli 2017 en het bijbehorende voortgangsoverzichtPDF-document van JBZ-dossiers voor het tweede kwartaal van 2017, waarin de stand van zaken met betrekking tot de herziening van Brussel IIbis wordt benoemd.

Op 6 juni 2017 besprak de commissie I&A/JBZ de geannoteerde agendaPDF-document van de JBZ-Raad van 8 en 9 juni 2017, waarin de stand van zaken met betrekking tot de herziening van Brussel IIbis wordt benoemd.

Op 16 mei 2017 besprak de commissie I&A/JBZ de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad van 18 mei 2017 en het bijbehorende voortgangsoverzichtPDF-document van JBZ-dossiers voor het eerste kwartaal van 2017, waarin de stand van zaken met betrekking tot de herziening van Brussel IIbis wordt benoemd.

Op 7 februari 2017 besprak de commissie I&A/JBZ de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad van 13 en 14 oktober 2016 en het bijbehorende voortgangsoverzichtPDF-document van JBZ-dossiers voor het vierde kwartaal van 2016, waarin de stand van zaken met betrekking tot de herziening van Brussel IIbis wordt benoemd.

Op 11 oktober 2016 besprak de commissie I&A/JBZ de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad van 13 en 14 oktober 2016 en het bijbehorende voortgangsoverzichtPDF-document van JBZ-dossiers voor het derde kwartaal van 2016. In het voortgangsoverzicht wordt de stand van zaken met betrekking tot de herziening van Brussel IIbis benoemd.

Op 5 juli 2016 besloot de commissie I&A/JBZ om het voorstel voor een verordening op dit moment niet actief in behandeling te nemen. Aangezien het hier een procedure betreft waarop het instemmingsrecht van de Kamers geldt, zal het e-dossier worden aangevuld met informatie over het lopende wetgevingstraject.


Behandeling Tweede Kamer

Op 5 juni 2019 besloot de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid in haar procedurevergadering om de Tweede Kamer voor te stellen om in te stemmen met het EU-ontwerpvoorstel vermeld in de brieven van de minister voor Rechtsbescherming van juni 2019 (32.317, 561).

Op 4 juni 2019 stuurde de minister voor Rechtsbescherming een brief (32.317, 559) aan de Tweede Kamer over de stand van zaken en de ontwikkelingen over het verloop van de onderhandelingen over de herziening van de verordening Brussel IIbis.

Op 27 juni 2018 stuurde de minister voor Rechtsbescherming een briefPDF-document aan de Tweede Kamer over de ontwikkelingen op het gebied van internationale kinderontvoering, waarbij o.a. de herziening van de verordening Brussel IIbis wordt besproken. De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid besluit op 4 juli 2018 of deze brief wordt geagendeerd voor een te zijner tijd te voeren algemeen overleg over personen- en familierecht.

Op 12 oktober 2016 besprak de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie de geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 13 en 14 oktober 2016 in een algemeen overleg met de minister van Veiligheid en justitie. Het BNC-fiche voor het voorstel is behandeld in combinatie met het voortgangsoverzichtPDF-document van JBZ-dossiers, maar niet ter sprake gekomen tijdens het overleg.

Op 28 september 2016 besloot de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het BNC-fiche, ontvangen op 9 september 2016, te betrekken bij het algemeen overleg over de JBZ-Raad van 13 en 14 oktober 2016 op 12 oktober 2016.

Op 6 juli 2016 besprak de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie de geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 7 en 8 juli 2016 in een algemeen overleg met de minister van Veiligheid en justitie, waarbij er kort werd gesproken over de herziening van Brussel II bis.


Standpunt Nederlandse regering

De minister van Buitenlandse Zaken stuurde op 9 september 2016 het BNC-fiche aan de Kamer. Uit het BNC-fiche blijkt onder andere dat het oordeel van het kabinet over de subsidiariteit van de meeste onderdelen van het voorstel positief is, behalve voor de noodzaak van harmonisatie van de tenuitvoerlegging. In het algemeen geldt dat de voorstellen internationale vraagstukken inzake ouderlijke verantwoordelijkheid betreffen waarvoor al sinds 2003 een Europeesrechtelijke aanpak bestaat. Gegeven de bestaande verordening is het oordeel over alle voorstellen voor praktische verduidelijking van het bestaande instrument daarom positief. De verschillen in de exequaturprocedures van de verschillende lidstaten leiden inderdaad tot meer kosten en langere procedures voor burgers. De omvang van deze problematiek wordt wel genuanceerd doordat in de bestaande verordening Brussel IIbis de exequatur voor de belangrijkste onderwerpen al is afgeschaft.

De noodzaak van harmonisatie van de tenuitvoerlegging verdient wel nog een kritische beschouwing vanuit het oogpunt van de subsidiariteit, waarbij ook uitdrukkelijk het oordeel van de uitvoeringspraktijk zal worden betrokken. Ook de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht en de Adviescommissie voor burgerlijk procesrecht zullen om advies worden gevraagd.

Evenals het oordeel over de subsidiariteit, is het oordeel over de proportionaliteit van het voorstel over de meeste onderdelen positief. Bij de beoordeling van de proportionaliteit speelt nadrukkelijk een rol dat kinderen belang kunnen hebben bij verbeterde samenwerking tussen de lidstaten, bij verduidelijking van de bevoegdheidsregels en bij een soepele erkenning en tenuitvoerlegging. Een verdergaande harmonisatie van de terugkeerprocedure na kinderontvoering acht Nederland in beginsel gerechtvaardigd. Wel noemt het kabinet in het voorstel nog een aantal aandachtspunten op het punt van de proportionaliteit, die in het fiche te lezen zijn.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Met dit voorstel wordt de Brussel IIbis verordening (verordening 2201/2003), de hoeksteen van de justitiële samenwerking binnen de EU op het gebied van huwelijkszaken en ouderlijke verantwoordelijkheid, inclusief gezag, omgangsrechten en kinderontvoering, herzien.

De hoofddoelstelling van de herziening is om ervoor te zorgen dat kinderen beter zijn beschermd bij grensoverschrijdende familierechterlijke geschillen en scheidingen in de EU. Om dit te bewerkstelligen stelt de Europese Commissie de volgende veranderingen voor:

  • efficiëntere procedures voor de aanpak van grensoverschrijdende kinderontvoering door ouders en lagere kosten;
  • een kind dat in staat is zelf zijn mening te vormen, krijgt gegarandeerd de kans om die mening tijdens de procedure kenbaar te maken;
  • snelle tenuitvoerlegging van beslissingen in andere lidstaten;
  • betere samenwerking tussen de autoriteiten van de lidstaten.

Beide Kamers der Staten-Generaal hebben instemmingsrecht op dit dossier.


Behandeling Raad

Op 25 juni 2019PDF-document heeft de Transportraad ingestemd met het politiek akkoord.

Op 3 april 2019 is op ambassadeursniveau (in Coreper) overeenstemming bereikt over de teksten van de formulieren en overwegingen bij de herziene verordening.

Tijdens de JBZ-Raad van 6 en 7 september 2018 heeft de Raad ingestemd met de voorgestelde algemene oriëntatie met betrekking tot de tekst van de verordening en een deel van de overwegingen.

Tijdens de JBZ-Raad van 4 en 5 juni 2018 werd in het kader van een beleidsdiscussie nogmaals gesproken over de afschaffing van de exequaturprocedure, de plaatsing van kinderen in pleegzorg in andere lidstaten en over voorlopige maatregelen bij kinderontvoering.

Tijdens de JBZ-Raad van 8 en 9 maart 2018 werd de wenselijkheid besproken van een bepaling waarin de verplichting wordt geëxpliciteerd om centrale autoriteiten (C.A.) te voorzien van voldoende middelen en menskracht.

Tijdens de informele JBZ-Raad van 25 en 26 januari 2018 werd het wederzijds vertrouwen tussen lidstaten besproken in een beleidsdiscussie over het voorstel.

Tijdens de JBZ-Raad van 7 en 8 december 2017 werd de afschaffing van de exequaturprocedure besproken, als ook de opzet voor het hoofdstuk met betrekking tot de erkenning en tenuitvoerlegging.

Tijdens de JBZ-Raad van 8 en 9 juni 2017 vond een beleidsdiscussie plaats over de vormgeving van de verplichting tot het horen van kinderen in juridische procedures met betrekking tot de ouderlijke verantwoordelijkheid.

Tijdens de informele JBZ-Raad op 7 en 8 juli 2016 gaf de Europese Commissie een presentatie over het voorstel.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 14 maart 2019PDF-document nam het Europees Parlement een resolutie aan van de ontwerpverordening betreffende de bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid en internationale kinderontvoering.

Op 18 januari 2018 werd de definitieve versie van het verslagPDF-document van de commissie voor Juridische Zaken aangenomen in een plenaire vergadering van het Europees Parlement. Het Europees Parlement nam hierbij een resolutiePDF-document aan met een positie voor de triloog met de Europese Commissie en de Raad. Op 14 februari 2018 stuurde de Europese Commissie een briefPDF-document met een reactie op de aangenomen resolutie van het Europees Parlement, waarin het stelt een groot aantal amendementen te kunnen accepteren.

Op 1 december 2017 werd een definitieve versie van het verslagPDF-document van de commissie voor Juridische Zaken besproken in een plenaire vergadering van het Europees Parlement.

Op 26 juni 2017 besprak de commissie voor Juridische Zaken een aantal amendementenPDF-document op het ontwerpverslag.

Op 15 mei 2017 bracht de EP Rapporteur Soledad Cabezón Ruiz (S&D) namens de commissie voor Verzoekschriften een adviesPDF-document uit over het voorstel.

Op 9 mei 2017 bracht de EP Rapporteur Tadeusz Zwiefka (EPP) een ontwerpverslagPDF-document uit met betrekking tot het voorstel.

Op 12 januari 2017 bracht de EP Rapporteur Marie-Christine Boutonnet (ENF) namens de commissie voor Juridische Zaken een adviesPDF-document uit over de herschikkingstechniek met betrekking tot het voorstel.

De commissies voor Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de commissie voor de Rechten van de vrouw en gendergelijkheid besloten geen advies te geven over dit voorstel.

Het voorstel wordt behandeld door de commissie voor Juridische Zaken (JURI) van het Europees Parlement. Daarnaast zijn de commissie voor Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE), de commissie voor de Rechten van de vrouw en gendergelijkheid (FEMM) en de commissie voor Verzoekschriften (PETI) ingesteld als adviescommissie.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

De deadline voor het indienen van subsidiariteitsbezwaren verstreek op 3 oktober 2016.

Het Parlement van Bulgarije besprak het voorstel op 28 september 2016 en concludeerde dat het voorstel verenigbaar is met het subsidiariteitsbeginsel. Hiervoor is een resolutie aangenomen die in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen is gedeeld.

Het Parlement van Portugal nam op 30 september 2016 een resolutie aan waarin wordt gesteld dat het voorstel in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen