2.36195, J
Brief van de minister van BZK over voortgang hospitaverhuur; Initiatiefvoorstel-Nijboer en Grinwis Wet vaste huurcontracten
Beslispunten
-
-wenst de commissie de motie-Rietkerk (36195, E) als 'uitgevoerd' aan te merken?
-
-wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 14 juni 2024 in schriftelijk overleg te treden met de regering?
Toelichting
Op 7 november 2023 werd het plenair debat gevoerd over het initiatiefvoorstel-Nijboer en Grinwis Wet vaste huurcontracten (36195). Na afloop van dit debat is de motie-Rietkerk (36.195, E ) aangenomen, waarin de regering wordt verzocht te bezien hoe de mogelijkheden voor hospitaverhuur kunnen worden verruimd en tevens werd verzocht de Eerste Kamer daarover in het voorjaar van 2024 te rapporteren.
Bij brief van 1 maart 2024 (36195, I) ging de minister in op de uitvoering van de motie-Rietkerk (CDA) over hospitaverhuur (36195, E):
"Omdat ook ik het bevorderen van hospitaverhuur belangrijk vind, wil ik conform de genoemde motie bekijken welke mogelijkheden er zijn om hospitaverhuur te stimuleren en daarbij bekijken of er belemmeringen in de wetgeving moeten worden weggenomen. Bij het onderzoek naar een potentiële wetswijziging kijk ik bijvoorbeeld of het huurcontract, in het geval van hospitaverhuur, eenvoudiger beëindigd kan worden bij verkoop van de woning. Ook onderzoek ik of er verdere wijzigingen nodig zijn, waarbij bijvoorbeeld gedacht kan worden aan het invoeren van een specifiek tijdelijk huurcontract voor hospitaverhuur. Wij zijn op dit moment in gesprek met alle stakeholders; hierbij worden de belangen van alle betrokken partijen gewogen, waaronder het belang van de bescherming van de huurders. Ik zal uw Kamer voor de zomer van 2024 nader informeren over mijn bevindingen en de beoogde uitwerking van deze wetswijziging"
De brief van 14 juni 2024 die nu (opnieuw) ter bespreking is geagendeerd, betreft de door de minister in het vooruitzicht gestelde brief en geeft invulling aan de motie-Rietkerk (36.195, E). Zij kwam reeds ter sprake in het debat over het Wetsvoorstel betaalbare huur op dinsdag 18 juni 2024. Dit agendapunt is op 25 juni jl. aangehouden tot heden.
Bespreking
3.36496, S
Beslispunt
-
-wenst de commissie de status van de concepttoezegging te wijzigen in 'deels voldaan'?
Toelichting
Tijdens het debat over het voorstel Wet betaalbare huur op dinsdag 18 juni 2024 heeft de minister van BZK toegezegd de Kamer de voortgangsrapportages van de programma's ‘Wonen en zorg voor ouderen’ en 'Een thuis voor iedereen' aan de Kamer te sturen. Deze toezegging is in concept bij dit agendapunt gevoegd. Op 19 juni jl. hebben de minister van BZK en de minister van VWS gezamenlijk de voortgangsrapportage van het programma 'Wonen en zorg voor ouderen' (WOZO) aan de Kamer gestuurd. Hiermee wordt een deel van de toezegging gestand gedaan. De voortgangsrapportage van het programma 'Een thuis voor iedereen' is nog niet ontvangen.
4.34568, F
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over stand van zaken nieuwe verdeling provinciefonds; Vereenvoudiging van het verdeelmodel van het provinciefonds
Beslispunten
-
-zijn de vragen met de brief van 13 juni jl. afdoende beantwoord door de minister of wenst de commissie in nader schriftelijk overleg te treden?
-
-ziet de commissie in de brief aanleiding om de status van toezeggingen T02425 (nu: 'deels voldaan') en T02426 (nu: 'openstaand') te wijzigen?
Toelichting
Bij brief van 6 maart 2024 gaf de minister van BZK een stand van zaken met betreking tot de nieuwe verdeling betreffende het provinciefonds. Deze brief hield verband met twee toezeggingen die in 2017 gedaan zijn tijdens het plenaire debat over het wetsvoorstel Vereenvoudiging van het verdeelmodel van het provinciefonds (34568).
Tijdens de commissievergadering BIZA van 12 maart 2024 werd besloten toezegging T02425 als 'deels voldaan' aan te merken in afwachting van de verdere uitwerking van het nieuwe verdeelmodel van het provinciefonds en toezegging T02426 als 'openstaand' te blijven aanmerken. De commissie besloot tevens ten aanzien van beide toezeggingen in schriftelijk overleg te treden.
Een brief met vragen van de leden van de fracties van de BBB, PVV en de SGP is uitgegaan op 3 april 2024. De minister heeft op 13 juni jl. geantwoord. Het verslag van een schriftelijk overleg ligt heden ter bespreking voor.
---
T02425 Problematiek Zeeland en verdeelmodel
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Flierman (CDA), Postema (PvdA) en Schalk (SGP), toe dat:
-
-de minister van Economische Zaken naar de problematiek van de provincie Zeeland kijkt en de Kamer daarover een brief stuurt;
-
-de minister zelf na het verschijnen van het advies van de commissie-Jansen II met het IPO zal overleggen en naar verdere ontwikkeling van het verdeelmodel van het provinciefonds zal kijken.
T02426 Motorrijtuigenbelasting
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PVV), toe bij de heroverweging van de verdeelmaatstaven van het provinciefonds naar de inkomsten uit de motorrijtuigenbelasting te kijken.
Bespreking verslag van een schriftelijk overleg
5.29362, M
Brief van de minister van BZK over voortgang Actieagenda Sterk Bestuur; Modernisering van de overheid
Beslispunt
-
-acht de commissie zich voor dit moment voldoende geinformeerd of wenst zij in schriftelijk overleg te treden met de minister n.a.v. zijn brief van 12 juni 2024?
Toelichting
In de commissievergadering van 31 januari 2023 is uw commissie geinformeerd over de Actieagenda Sterk Bestuur waarmee de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties samen met bestuurders van Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen wil werken aan een sterk bestuur dat kan inspelen op de behoeften van de inwoners en de opgaven van deze tijd.
Op 12 juni 2024 heeft de minister van BZK een brief aan de Kamer doen toekomen met een overzicht van de voortgang van de Actieagenda Sterk Bestuur.
6.35295, AT
Brief van de staatssecretaris en minister van BZK over voortgang Rijksbrede strategie voor de effectieve aanpak van desinformatie en aankondiging nieuwe acties; EU en de rechtsstaat
Beslispunt
-
-Welke fracties wensen heden inbreng te leveren voor schriftelijk overleg?
Toelichting
De Kamer heeft op 17 juni 2024 een afschrift van de voortgangsbrief Rijksbrede strategie voor de effectieve aanpak van desinformatie en de aankondiging van nieuwe acties ontvangen van de staatssecretaris en minister van BZK. Uw commissie heeft op 25 juni jl. besloten heden gelegenheid te bieden tot het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg.
Bespreking
7.33328 / 35112, AK
Beslispunt
Wenst de commissie in schriftelijk overleg te treden met de staatssecretaris n.a.v. haar brieven en de adviezen m.b.t. de Woo-invoeringstoets, zo ja op welke termijn?
Toelichting
Tijdens de commissievergadering BIZA van 16 januari 2024 werd besloten de behandeling van de brieven van de staatssecretaris van 7 december 2023 over de Woo-invoeringstoets en de eindrapportage van de Woo-pilots (33328/35112, AH), die van 14 december 2023 inzake de beantwoording van vragen over de voorbereiding op en de implementatie van de Woo (33328/35112, AI), alsmede van haar brief van 11 december 2023 over de meerjarenplannen digitale informatiehuishouding (32802, B) aan te houden in afwachting van kabinetsreactie op de Woo-invoeringstoets.
Bij brief van 13 februari 2024 heeft de staatssecretaris van BZK de Kamer het advies van de Regeringscommissaris Informatiehuishouding (RC IHH) naar aanleiding van de Woo-invoeringstoets aangeboden (33325/35112, AJ) en op 25 april 2024 het advies 'Wat kan ik voor u doen?' van het Adviescollege openbaarheid en informatiehuishouding (ACOI).
Op 21 juni 2024 is ten slotte de kabinetsreactie op de Woo-invoeringstoets aangeboden waarmee alle in het vooruitzicht gestelde brieven en adviezen zijn ontvangen. De kabinetsreactie ligt heden ter bespreking voor, waarbij de eerder genoemde brieven en adviezen desgewenst betrokken kunnen worden.
Het kabinet schrijft in de kabinetsreactie de constateringen van de invoeringstoets te herkennen en onderschrijft deze. Het stelt vast: "De uitvoering en uitvoerbaarheid van de Woo staan sterk onder druk." en "Het kabinet wil daarom, zonder afbreuk te doen aan de doelstellingen van de Woo, nader kijken naar de concrete uitvoeringslasten, kosten en (benodigde) capaciteit voor de uitvoering van de Woo. De invoeringstoets geeft immers hoofdzakelijk een kwalitatief beeld; kwantitatief zijn de grootste knelpunten nog onvoldoende in beeld. Op basis van dit onderzoek kan een volgend kabinet besluiten wat adequate maatregelen zijn, met inbegrip van aanpassingen van het wettelijk kader, om de Woo beter uitvoerbaar te maken."
Bespreking
8.E080071
Voorstel voor een richtlijn betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid
Beslispunt
-
-wenst de commissie in schriftelijk overleg te treden met de minister van BZK of wenst zij de geannoteerde agenda van een volgende WSB-Raad waarop het genoemde EU-Richtlijnvoorstel staat af te wachten?
Toelichting:
De commissie voerde schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda WSB-Raad d.d. 7 mei 2024, vanwege de agendering van het EU-Richtlijnvoorstel gelijke behandeling (zie ook: E080071) en besloot op 14 mei 2024 naar aanleiding van dit schriftelijk overleg dat zij blijvend geinformeerd wenste te worden over (toekomstige) agendering van en de besprekingen in de WSB-raad over het onderhavige EU-richtlijnvoorstel gelijke behandeling. Daarop kreeg zij op 11 juni 2014 de geannoteerde agenda van de WSB-Raad van 20 juni jl. toegestuurd. Deze is uw eerder toegemaild en is heden ter bespreking geagendeerd.
De commissiestaf heeft de desbetreffende WSB-Raadsvergadering van 20 juni 2024 gevolgd en het is duidelijk geworden dat er wederom geen consensus is bereikt. De volgende WSB-Raad zal plaatsvinden onder Hongaars voorzitterschap. Het is onduidelijk of dit agendapunt terug zal keren op de aankomende Raadsvergadering.
Bespreking
9.Mededelingen en informatie
Rapport werking artikel 57 Grondwet
De minister van BZK heeft op 12 juni jl. de Kamer het rapport van het adviescollege inzake de werking van artikel 57 van de Grondwet aangeboden. Het rapport is ter informatie hieronder bijgevoegd. Om een dergelijk advies was in 2021 gevraagd door de Tweede Kamer.
Verzoek om deelname enquête beslisnota's
Sinds 20 september 2022 wordt/worden bij ieder stuk dat het kabinet aan het parlement stuurt de onderliggende ambtelijke beslisnota('s) meegezonden. Vanaf 1 juli 2021 werd hier al een start mee gemaakt bij bepaalde categorieën Kamerstukken. Doel is verbetering van de informatievoorziening door de regering aan het parlement. De bewindslieden van BZK wensen nu de ervaringen te onderzoeken van degenen die betrokken zijn bij het opstellen van beslisnota's en degenen die er na verstrekking gebruik van maken. Met dat doel is een korte enquête (maximaal 10 minuten) opgesteld. Het daaruit voortvloeiende eindrapport zal met de beide Kamers worden gedeeld. Voor meer informatie, zie bijgevoegde brief d.d. 17 juni 2024 van minister De Jonge en staatssecretaris Van Huffelen.
Kamerleden en medewerkers die bereid zijn aan deze enquête mee te werken, kunnen dit laten weten aan de commissiestaf. Zij ontvangen te zijner tijd een hyperlink naar de enquête.