Beslispunt:

Welke fracties wensen heden inbreng te leveren voor het tweede verslag?

Toelichting:

• - 

  Op 11 juni 2024 is inbreng voor het verslag geleverd door de fracties van de BBB (Griffioen), GroenLinks-PvdA en Volt gezamenlijk (Karimi/Perin-Gopie), het CDA (Van Toorenburg), D66 (Dittrich) en de ChristenUnie (Huizinga-Heringa).
• - 

  Op 18 juni 2024 is het verslag vastgesteld en de regering heeft op 28 november 2024 de nota naar aanleiding van het verslag gestuurd.

Verdere procedure

• - 

  De commissie besloot op 10 december 2024 om heden gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor het tweede verslag. Nadat het verslag onder de leden van de commissie heeft gecirculeerd, zal het tweede verslag op 21 januari 2025 worden vastgesteld. Onder voorbehoud van ontvangst van de tweede nota n.a.v. het verslag binnen de reguliere beantwoordingstermijn van vier weken, heeft de commissie het wetsvoorstel aangemeld voor plenaire behandeling op 4 maart 2025.

Beslispunt:

Welke fracties wensen heden inbreng te leveren voor schriftelijk overleg met de Minister-president naar aanleiding van de brief van 12 november 2024?

Toelichting:

Bij brief van 25 oktober 2024 aan de Tweede Kamer heeft de Minister-president medegedeed dat het kabinet een asielnoodmaatregelenwet en een aantal belangrijke aanvullende maatregelen wil treffen om de asielcrisis het hoofd te bieden.

Naar aanleiding van de tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van deze Kamer op 8 oktober 2024 aangenomen motie-Rosenmöller c.s. over onwenselijkheid om artikel 111 Vreemdelingenwet in werking te stellen, is bij het mininsterie van Algemene Zaken ambtelijk meermalen verzocht om een afschrift van deze brief ook aan de Eerste Kamer te sturen en om daarbij in te gaan op welke wijze de motie heeft meegewogen in de besluitvorming in de ministerraad over de noodwet. De Minister-president heeft bij brief van 12 november jl. geantwoord.

De commissie besloot op 26 november 2024 om heden gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg met de Minister-president. De commissie besloot de status van de motie-Rosenmöller c.s. van "niet uitgevoerd" te handhaven.

Beslispunt:

Welke fracties wensen heden inbreng te leveren voor schriftelijk overleg met de minister van A&M n.a.v. de brief van 8 november 2024?

Toelichting:

Bij brief van 8 november 2024 informeert de minister van A&M de Kamer over de evaluatie van de Wet biometrie in de vreemdelingenketen (Wbvk) die haar op 26 juli 2024 is aangeboden. In de evaluatie zijn de volgende twee kernonderzoeksvragen geformuleerd:

• - 

  Hoe verhoudt de Wbvk zich tot relevante andere (EU-) wet- en regelgeving?
• - 

  Welke bijdrage levert de Wbvk aan de indentiteitsvaststellling van de vreemdeling en daarmee aan de werking van de Vreemdelingenwet 2000?

In de onderhavige brief gaat de minister in op de antwoorden die de evaluatie op bovengenoemde vragen geeft. Daarnaast gaat de minister in op de doeltreffendheid en de eventuele voortzegging van de wet. De minister concludeert dat de wet moet worden voortgezet en geeft aan dat het streven is om zo spoedig mogelijk een wetsvoorstel gereed te hebben, dat ten doel heeft de Wbvk na 1 maart 2026 definitief voort te zetten.

De commissie besloot op 26 november 2024 om heden gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg met de minister van A&M.

NB. De commissie heeft op 17 december 2024 het verslag (36300, B) over wetsvoorstel Gebruik biometrie bij automatische grenscontrole (36300) uitgebracht en is in afwachting van de nota naar aanleiding van het verslag. Met dit wetsvoorstel wordt het mogelijk om biometrische gegevens te gebruiken bij automatische grenscontroles.

Beslispunt:

Wenst de comissie n.a.v. de brief van 7 januari 2025 met de minister van A&M in nader schriftelijk overleg te treden (en zo ja, op welke termijn?) of kan de commissie deze brief voor kennisgeving aannemen?

Toelichting:

• - 

  Bij brief van 14 juni 2024 heeft de toenmalig staatssecretaris van J&V, mede namens de minister van SZW, de minister van BUZA en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de Kamer de Staat van Migratie 2024 aangeboden.
• - 

  Bij brief van 28 november 2024 zijn vragen over de Staat van Migratie aan de minister van A&M gesteld, gebaseerd op inbreng van de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, D66, de PVV en de ChristenUnie.
• - 

  De antwoordbrief van de minister van 7 januari jl. is heden ter bespreking bijgevoegd.

Beslispunten:

• - 

  Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 16 december 2024 in schriftelijk overleg te treden met de minister van A&M? Zo ja, op welke termijn? Of neemt zij de brief voor kennisgeving aan?
• - 

  Kan de commissie de ambtelijke adviezen over de toezeggingen T03930, T03850, T03852, T02933, T03853, T03848 en T03854 overnemen?
• - 

  Acht de commissie de vragen in haar uitgaande brief over toezegging T02933 met deze brief beantwoord?
• - 

  Hoe wenst de commissie te oordelen over de Motie-Perin-Gopie (Volt) c.s. over het stimuleren van duurzame kleinschalige opvang?
• - 

  Kan de commissie het ambtelijk advies over de Gewijzigde Motie-Van Meenen (D66) c.s. over een herziene inrichting van de asielprocedure en de asielketen en T03726 overnemen? Acht de commissie de vragen over deze toezegging in haar uitgaande brief met deze brief beantwoord?

Tweede Kamer

De Tweede Kamer heeft de aan de orde zijnde brief ook ontvangen. Op het moment van schrijven van deze annotatie is nog onbekend op welke wijze de Tweede Kamer de brief zal behandelen.

Toelichting:

Bij de brief van 16 december 2024 informeert de minister van A&M de Kamer over de volgende onderwerpen:

• I. 

  De stand van zaken asielopvang met een doorkijk naar de toekomst;

II. Wet Gemeentelijke Taak Opvangvoorzieningen;

III. Kleinschalige opvang;

IV. Overlast, en

• V. 

  Herziene inrichting van de asielprocedure.

Daarnaast komt de minister terug op een aantal moties van en toezeggingen aan de Kamer met betrekking tot de (asiel)opvang.

Toezeggingen:

T03930 - Toezegging Afspraken COA en gemeentes

De minister-president zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bovens (CDA), toe dat er niet wordt getornd aan bestaande afspraken tussen gemeentes en het COA die zijn neergelegd in een getekende overeenkomst. (huidige status: openstaand)

Reactie minister: "Ik kan bevestigen dat aan gemaakte financiële afspraken waar een overeenkomst onder ligt, niet getornd zal worden. Bij de uitwerking van de verschillende (wets)voorstellen uit het regeerprogramma zullen de financiële gevolgen in kaart worden gebracht, worden meegewogen en besproken worden met de medeoverheden ."

Ambtelijk voorstel: huidige status van "openstaand" handhaven, in afwcahting van genoemde uitwerking.

T03850 - Toezegging Kijken naar laatste lid van artikel 9

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Toorenburg (CDA), toe bereid te zijn om te kijken naar het laatste lid van artikel 9 van de Wet.

Reactie minister: "In het debat gaf lid Van Toorenburg aan dat gemeenten elkaar zouden kunnen benadelen wanneer de ene gemeente niet bijdraagt aan het 75% behalen van de provinciale opgave, de andere gemeenten uit dezelfde provincie automatisch niet meer in aanmerking komen voor hun specifieke uitkering zoals genoemd in lid 3 van artikel 9. Ik kan uw Kamer melden dat dit niet het geval is. Gemeenten die bijdragen aan het 75% van de provinciale opgaven komen - naar rato - in aanmerking voor deze specifieke uitkering ."

Ambtelijk voorstel: met de door de minister gegeven ontkenning, kan de toezegging als "voldaan" worden aangemerkt.

T03852 - Toezegging Informatie aanbieden over wijze van toezicht op kwaliteit kleinschalige niet-COA-opvang

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe dat de Kamer wordt geïnformeerd over de wijze waarop kwalitatief toezicht wordt gehouden op kleinschalige niet-COA-opvang .

Reactie minister: "In Europees verband zijn afspraken over het kwaliteitsniveau van opvang. De Europese Opvangrichtlijn, die grotendeels geïmplementeerd is in de Regeling verstrekkingen Asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (RvA 2005), is leidend waar het de minimumnormen betreft waaraan de asielopvang moet voldoen. Deze normen gelden voor alle vormen van asielopvang, ongeacht de omvang, wie deze organiseert en exploiteert. Het op basis hiervan opgestelde kwaliteitskader heeft mijn ambtsvoorganger op 25 juni jl. aan de Tweede Kamer gestuurd.

Op de kwaliteit van de asielopvang wordt toezicht gehouden. De wijze waarop dit is ingericht indien de gemeente de exploitatie geheel of gedeeltelijk uitvoert, wordt nog beschreven. Het ligt in de lijn der verwachting dat dit op dezelfde wijze zal zijn als het toezicht dat op dit moment plaatsvindt. Mijn ministerie is met de Inspectie Justitie en Veiligheid- en andere betrokken partijen - in overleg hoe dit vorm gegeven zal worden ."

Ambtelijk voorstel: huidige status van "openstaand" handhaven, in afwachting van de vormgeving van het toezicht i.o.m. de Inspectie J&V.

T02933 - Toezegging Geobjectiveerde weergave inhoud gespreksverslagen provinciale regietafels asielopvang

"De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PVV), toe door middel van een geobjectiveerde weergave de inhoud van de gespreksverslagen van de provinciale regietafels, waar wordt gesproken over de mogelijkheden voor opvanglocaties met provincie en gemeente, te verstrekken ."

Reactie minister: "Met deze brief kom ik tevens tegemoet aan de toezegging van mijn voorganger om uw Kamer de inhoud van de gespreksverslagen van de provinciale regietafels te verstrekken. Mijn ministerie is met de PRT’s in gesprek gegaan en er is afgesproken dat de verslagen conform de Wet Open Overheid worden opgesteld. Uit een rondgang bij de PRT’s blijkt dat 6 van de 12 PRT’s hun verslagen al actief openbaar maken. De overige PRT’s maken hun verslagen passief openbaar. "

Ambtelijk commentaar: de commissie heeft deze toezegging inmiddels afgevoerd. De commissie zou kunnen overwegen de toezegging alsnog als "voldaan" aan te merken.

T03853- Toezegging Periodiek overzicht ontwikkeling kleinschalige opvang en monitoring niet-gelukte kleinschalige opvang (36.333)

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van het lid Van der Goot (OPNL), toe dat dat hij een periodiek overzicht naar de Kamers zal sturen voor het bijhouden van de ontwikkeling van kleinschalige opvang. De staatssecretaris zegt ook toe dat gemonitord zal worden welke voorgenomen kleinschalige opvang niet gerealiseerd kon worden .

Reactie minister: "Mijn ambtsvoorganger heeft uw Kamer toegezegd, mede naar aanleiding van vragen van het lid Van der Goot (OPNL), dat een periodiek overzicht naar de Kamers gestuurd zal worden voor het bijhouden van de ontwikkeling van kleinschalige opvang. Daarnaast werd toegezegd dat gemonitord zal worden welke voorgenomen kleinschalige opvang niet gerealiseerd kon worden. Zodra ik hierover meer informatie heb, zal ik uw Kamer hierover informeren ."

Ambtelijk voorstel: in afwachting van de door de minister aangekondigde informatie, de status van "openstaand" worden gehandhaafd.

T03848 - Toezegging Geld Nieuw-Weerdinge naar de provincie

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van der Goot (OPNL), toe dat hij zijn ambtenaren opdracht heeft gegeven om het geld voor Nieuw-Weerdinge richting de provincie te sturen .

Ambtelijk voorstel: de minister geeft aan dat op verzoek van de provincie het geld rechtstreeks is verstrekt aan de gemeente Emmen, waar Nieuw- Weerdinge onder valt. Het geld hebben zij inmiddels ontvangen, waarmee de toezegging mogelijk als "voldaan" kan worden aangemerkt.

T03854 - Toezegging Voldoende capaciteit handhaven openbare orde Budel

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van der Goot (OPNL), toe dat er voldoende capaciteit komt voor het handhaven van de openbare orde in Budel .

Ambtelijk voorstel: "In mijn brief aan de Tweede Kamer van 28 oktober jl. heb ik aangegeven dat het inzetten van een mobiel toezichtteam een instrument zal zijn dat aanvullend kan worden ingezet op de reeds bestaande maatregelen. Met deze structurele inzet kom ik tegemoet aan de vraag van lid Van der Goot (OPNL) tijdens het Plenair debat Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen van 15 januari jl., voor wat betreft de toezegging van mijn ambtsvoorganger dat er voldoende capaciteit komt voor het handhaven van de openbare orde in Budel ."

Ambtelijk voorstel: met de door de minister gegeven informatie kan de toezegging als "voldaan" worden aangemerkt.

Moties:

Motie-Perin-Gopie (Volt) c.s. over het stimuleren van duurzame kleinschalige opvang (huidige status: niet uitgevoerd)

Reactie minister: "Momenteel wordt op grote schaal gebruik gemaakt van dure noodopvang, cruiseschepen en hotels. Deze dure locaties zullen op termijn vervangen moeten worden door grootschalige, duurzame opvanglocaties die verdeeld zijn over Nederland. Ik zet mij hiervoor in met als doel voldoende betaalbare opvangplekken te realiseren. Tegelijkertijd blijft, voor verschillende doelgroepen maar ook vanwege het tekort aan opvangplekken en onvoldoende uitstroom van statushouders, lokale kleinschalige opvang nodig. Dit zal ook in de toekomst mogelijk blijven. Hierover worden afspraken gemaakt met gemeenten ."(huidige status: niet uitgevoerd)

Ambtelijk voorstel: oordeel commissie.

Gewijzigde Motie-Van Meenen (D66) c.s. over een herziene inrichting van de asielprocedure en de asielketen

Daarmee verband houdende toezegging:

T03726 - Toezegging Herziene inrichting asielprocedure en asielketen

De minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Meenen (D66), toe om de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid te verzoeken om een schriftelijke reactie te geven op de (aangehouden) motie van het lid Van Meenen c.s. (36373, E) over een herziene inrichting van de asielprocedure en de asielketen in verband met het maximaal reduceren van gedwongen verplaatsingen van kinderen . (huidige status: openstaand)

Reactie minister : "Op dit moment wordt hard gewerkt aan de implementatie van de Uitvoeringsagenda flexibilisering asielketen (hierna: uitvoeringsagenda). Hierbij wordt te allen tijde uitgegaan van de normen zoals vastgesteld door de (herziene) Europese Opvangrichtlijn en is het belang van het kind een hoofdprioriteit voor de keten. Een belangrijke wijziging in de inrichting van het asielopvanglandschap dat de uitvoeringsagenda beoogt te realiseren is het loskoppelen van de asielprocedure en de opvangmodaliteit. Hiermee kunnen de bestaande procesgerelateerde verhuisbewegingen in de toekomst voorkomen worden. Daarnaast blijft de inzet om, mocht het nodig zijn, gezinnen in reguliere locaties die sluiten zoveel mogelijk in de schoolvakanties te laten verhuizen, zodat het onderwijs van kinderen zo min mogelijk onderbroken wordt. Dit is zeer lastig te realiseren voor kinderen in de noodopvang gezien de korte duur van dit soort locaties. Het is dus voor het verminderen van verhuisbewegingen, zoals toegelicht in eerdere brieven van mijn ambtsvoorganger, nog altijd van wezenlijk belang dat er voldoende stabiele en duurzame opvangvoorzieningen zijn. Zo wordt de inzet van noodopvanglocaties en tijdelijke gemeentelijke opvanglocaties zoveel als mogelijk voorkomen, waarmee ook de verhuisbewegingen van kinderen beperkt worden. Daarnaast is de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen (hierna Spreidingswet) vooralsnog in werking en zal tot het moment van intrekking - zoals ook aan de Kamer is aangegeven - naar letter en geest worden uitgevoerd. De implementatie van de wet, en daarmee de uitvoering van de eerste cyclus, is in volle gang."

Ambtelijk voorstel: met de gegeven informatie de motie als deels uitgevoerd en de toezegging als deels voldaan aan te merken.

NB: Zie ook volgende agendapunt, waarin de uitvoeringsagenda opnieuw ter bespreking is geagendeerd, omdat deze eerder was aangehouden door de commissie.

Eerdere besluitvorming:

De commissie besloot op 9 juli 2024 om de bespreking van de uitvoeringsagenda aan te houden en opnieuw te agenderen nadat het kennismakingsgesprek met de minister van A&M heeft plaatsgevonden. Bedoeld kennismakingsgesprek was op 3 december 2024.

Beslispunten:

• - 

  Wenst de commissie n.a.v. de brief van 25 juni 2024 met de minister van Asiel en Migratie in (schriftelijk) overleg te treden of neemt zij deze brief voor kennisgeving aan?

Toelichting:

• - 

  In de brief van 25 juni 2024 bood de voormalig staatssecretaris van J&V de Kamer een afschrift aan van zijn brief aan de Tweede Kamer over de Actualisering uitvoeringsagenda flexibilisering asielketen. In de brief wordt ook ingegaan op de gewijzigde motie-Van Meenen (zie hieronder).
• - 

  De commissie heeft bij uitgaande brief van 2 juli jl. (kenmerk 174898.19U) vragen gesteld over de gewijzigde motie-Van Meenen (D66) c.s. over een herziene inrichting van de asielprocedure en de asielketen, gebaseerd op inbreng van de leden van de fractie van D66. Deze uitgaande brief heeft de onderhavige brief van 25 juni jl. gekruist.
• - 

  Bij het vorige agendapunt staat de Verzamelbrief geagendeerd, waarin al wordt ingegaan op genoemde motie en bijbehorende toezegging T03726.

Achtergrond

In 2020 is de Uitvoeringsagenda Flexibilisering Asielketen (de Uitvoeringsagenda) vastgesteld waarin destijds is beschreven op welke wijze het asielsopvangsysteem er voortaan uit zou gaan zien. De realisatie van de Uitvoeringsagenda is in de afgelopen jaren niet (volledig) gelukt. Dit is onder andere het gevolg van actuele ontwikkelingen, zoals de aanhoudende druk op het organiseren van asielopvang, opvang voor ontheemden uit Oekraïne, doorlooptijden bij de Immigratie en Naturaisatiedienst (IND) en wijzigingen volgend uit het Europees-asiel- en migratiepact. Gelet hierop heeft de Landelijke Regietafel Migratie (LRT) opdracht gegeven om de Uitvoeringsagenda te actualiseren. Deze actualisatie is afgerond en de LRT heeft op 3 april 2024 de vernieuwde Uitvoeringsagenda vastgesteld. Met de aan de orde zijnde brief wordt de Kamer geïnformeerd over de hoofdlijnen van de vernieuwde Uitvoeringsagenda en het vervolg.

In de uitvoeringsagenda wordt ook melding gemaakt van de gewijzigde motie-Van Meenen (D66) c.s. over een herziene inrichting van de asielprocedure en de asielketen:

"Vanuit de Eerste en Tweede Kamer is het laatste jaar veel aandacht geweest voor de verhuisbewegingen in de asielopvang van met name kinderen. Zo is op 21 december 2023 een motie aangenomen van de leden Koekkoek (Volt) en Ceder (CU) waarin de regering wordt verzocht om bij de plaatsing van asielzoekers de belangen van het kind mee te nemen als criterium in het plaatsingsbeleid en de verhuizingen van kinderen tot een absoluut minimum te beperken. Ook eerder dit jaar is bij de behandeling van de Tijdelijke wet tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen in het onderwijs in de Eerste Kamer op 27 februari jl. een motie aangenomen van de leden van Meenen (D66), Roovers (GroenLinks-PvdA), Perin-Gopie (Volt), Belhirch (D66), van Apeldoorn (SP), en Schalk (SGP) waarin de regering wordt verzocht voor de zomer van 2024 te komen tot een voorstel voor een herziene inrichting van de asielprocedure en de asielketen, die het aantal gedwongen verplaatsingen van kinderen tot maximaal één reduceert."

Beslispunten:

• - 

  Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 18 december 2024 in schriftelijk overleg te treden met de minister van A&M? Zo ja, op welke termijn? Of kan de commissie de brief voor kennisgeving aannemen?
• - 

  Hoe wenst de commissie te oordelen over de toezegging T02992?

Toelichting:

Bij brief van 18 december 2024 zendt de minister van A&M de Kamer een afschrift van een brief aan de Tweede Kamer over het beleid over openbare orde bij het intrekken en verlenen van verlijfsvergunningen asiel. Dit is conform toezegging T02992 aan het lid Van Hattem (PVV).

T02992 - Toezegging Toesturen afschrift brief Tweede Kamer inzake eventuele aanscherping van het beleid rondom het intrekken en verlenen van verblijfsvergunningen

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PVV), toe een afschrift te sturen van de brief aan de Tweede Kamer met berichtgeving over eventuele aanscherping van het beleid rondom het intrekken van verblijfsvergunningen, dat ook van toepassing zal zijn op het op voorhand weigeren van een verblijfsvergunning. De staatssecretaris verwacht de Kamer voor de begrotingsbehandeling in de Tweede Kamer hierover te kunnen informeren. (huidige status: openstaand).

Ambtelijk advies: de toezegging kan met de toezending van bedoeld afschrift van de brief als "voldaan" worden aangemerkt.

Beslispunten:

• - 

  Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 6 januari 2025 in schriftelijk overleg te treden met de minister van A&M? Zo ja, op welke termijn? Of kan zij de brief voor kennisgeving aannemen?
• - 

  Hoe wenst de commissie te oordelen over de toezegging T03696?

Toelichting:

Bij brief van 6 januari jl. geeft de minister van A&M, conform een tijdens de plenaire behandeling van het wetvoorstel vaststellingsprocedure staatloosheid gedane toezegging door haar ambtsvoorganger, o.a. een toelichting op het aantal mensen bij wie door deze wetgeving - die sinds 1 oktober 2023 van kracht is - staatloosheid is vastgesteld.

T03696 - Toezegging Jaarlijkse rapportage staatloosheid

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Stienen (D66) en Talsma (ChristenUnie), toe dat er jaarlijks een rapportage wordt opgesteld over het aantal mensen, uitgesplitst in verschillende criteria (leeftijd, geslacht en waar mogelijk land van herkomst), bij wie door deze wetgeving staatsloosheid is vastgesteld. Daarbij zegt de staatssecretaris voorts toe dat bij bedoelde rapportage ook de informatie wordt meegenomen van de Nederlandse bestuursorganen met betrekking tot eventuele problemen met de limitatieve opsomming van het begrip van ‘evidente staatloosheid’ en de vraag of er sprake moet zijn van hoger beroep en hoe vaak er cassatie is geweest. (huidige status: openstaand)

Ambtelijk advies: met de door de minister gegeven toelichting kan de toezegging mogelijk als "deels voldaan" worden aangemerkt.

Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring

Bij brief van 20 december 2024 informeert de minister van A&M de Kamer dat de ministerraad heeft besloten om de nota van wijziging bij de novelle bij de Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring aanhangig te maken bij de Afdeling advisering van de Raad van State voor advies. Na verwerking van het advies van de Raad van State zal de nota van wijziging bij de Tweede Kamer worden ingediend. Gelet hierop verzoekt de minister de Kamer om de behandeling van het wetsvoorstel Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring aan te houden, totdat de gewijzigde novelle de Eerste Kamer heeft bereikt. De minister geeft daarbij aan ernaar te streven om de nota van wijziging in de eerste helft van 2025 bij de Tweede Kamer in te dienen.

Lancering kinderrechtentoets (Kinderombudsman)

De Kinderombudsman heeft op de Internationale Dag van de Mensenrechten (10 december) de Kinderrechtentoets gelanceerd. Wat de impact is van wetgeving en beleid op kinderen en kinderrechten, is niet altijd goed in beeld. Dat moet en kan beter, aldus de Kinderombudsman. Daarom is de Kinderrechtentoets ontwikkeld. Deze toets helpt overheden om de belangen van kinderen altijd goed in beeld te hebben. De toets is te vinden op www.kinderrechtentoets.nl. In de loop van 2025 zal deze nog aangevuld worden met voorbeelden en best practices. Ook komt er een versie in het Engels en Papiaments beschikbaar.