Dit wetsvoorstel verlengt de werkingsduur van de Interimwet ammoniak en veehouderij tot uiterlijk 1 januari 2002.
Door de verlenging is meer tijd beschikbaar voor het maken van een definitieve wettelijke regeling. De verlenging geldt niet voor de bestaande legalisering van ammoniakdeposities.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 17 juni 1999 zonder stemming aangenomen door de de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 6 juli 1999 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 316 van 27 juli 1999.
ingediend
14 januari 1999titel
Wijziging van de Interimwet ammoniak en veehouderij (verlenging; einde legalisering)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
inwerkingtreding
Met ingang van 26 augustus 1999, met uitzondering van artikel I, onderdeel F, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
De Interimwet ammoniak en veehouderij bevat regels die een gemeente dient te hanteren bij de beslissing inzake het verlenen van milieuvergunningen aan veehouderijen.
De werkingsduur van de Interimwet eindigt op 26 augustus 1999. Verlenging van de huidige Interimwet is noodzakelijk omdat voorbereiding van een definitieve wet meer tijd vergt dan was voorzien.
De verlenging geldt niet voor de betaande legaliseringsmogelijkheden voor veehouderijen die nog niet over een (toereikende) vergunning beschikken.
5
-
-
-
-
17 juni 1999
behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen) Handelingen TK 1998/1999, nr. 90: blz. 5149-5152 -