Het wetsvoorstel stimuleert de integrale stedelijke vernieuwing.
De stedelijke vernieuwing heeft betrekking op de fysieke leefomgeving op de gebieden van wonen, ruimte, milieu, grootschalig groen en stadseconomie.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 29 juni 2000 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 14 november 2000 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 504 van 30 november 2000.
ingediend
13 november 1999titel
Wet ter stimulering van integrale stedelijke vernieuwing (Wet stedelijke vernieuwing)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
inwerkingtreding
met ingang van de datum waarop de Invoeringswet Wet stedelijke vernieuwing (27.160) in werking treedt
Het wetsvoorstel is gericht op:
-
-de bevordering van integratie van beleid en geldstromen, zowel bij de rijksoverheid als bij gemeenten;
-
-de bevordering van samenwerking tussen de bestuurslagen en gemeenten onderling en tussen de gemeentelijke overheid en de particuliere sector;
-
-de stimulering van innovatie, met de introductie van een zekere mate van beleidsconcurentie;
-
-criteria om in aanmerking te komen voor steun uit het investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV-budget).
Het wetsvoorstel vervangt relevante onderdelen van verschillende oude regelingen, zoals de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing, het Besluit locatiegebonden subsidies en het Besluit woninggebondensubsidies 1995.
-
29 juni 2000
stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 1999/2000, nr. 93: blz. 6092-6094