Uitstel liberalisering kleine elektriciteits- en gasgebruikers

Dit wetsvoorstel regelt dat kleinzakelijke ondernemers en consumenten met ingang van 1 juli 2004 vrij zijn in de keuze van een leverancier van gas en elekriciteit. De datum voor volledige opening van de gas- en elektriciteitsmarkt was bepaald op 1 januari 2004, maar om er zeker van te zijn dat de kleine afnemers effectief gebruik kunnen maken van hun keuzevrijheid, is de termijn waarbinnen deze categorie wordt beschouwd als beschermde afnemer (afnemers die niet kunnen kiezen tussen verschillende leveranciers) verlengd tot 30 juni 2004.

De Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet voorzien in een geleidelijke vermindering van de verschillende groepen beschermde afnemers. De groep grootverbruikers is sinds de inwerkingtreding vrij om een leverancier te kiezen. In januari 2002 volgde het middensegment. Sinds 1 juli 2001 kunnen kleine afnemers hun eigen elektriciteitsleverancier kiezen als het om duurzaam opgewekte elektriciteit gaat. Vanaf 1 juli 2004 geldt de keuzevrijheid dus ook voor de levering van gas en niet-duurzaam opgewekte elektriciteit. Dit betekent dat vanaf deze datum alle afnemers keuzevrijheid hebben.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.

Het voorstel is op 3 juni 2004 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, D66, VVD, ChristenUnie, CDA, LPF en Groep Lazrak stemden voor.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 29 juni 2004 zonder stemming aangenomen. SP en GroenLinks is daarbij aantekening verleend.

De plenaire behandeling vond gezamenlijk plaats met wetsvoorstel Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Gaswet in verband met implementatie en aanscherping toezicht netbeheer (29.372).

ingediend

18 november 2003

titel

Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet (verlenging termijn waarbinnen een afnemer wordt beschouwd als beschermde afnemer in de zin van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998)

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. In dat besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet

9