Dit wetsvoorstel voegt aan het Wetboek van Strafvordering algemene bevoegdheden tot het vorderen van gegevens toe. Gegevens van personen en hun handelingen kunnen van grote betekenis zijn voor de opsporing van strafbare feiten. Door het gebruik van informatie- en communicatietechnologie beschikken derden (personen, instanties en bedrijven) steeds vaker over gegevens van personen.
Met dit voorstel kunnen derden in het belang van de opsporing, indien nodig onder dwang, worden verplicht gegevens te verstrekken. De bevoegdheden sluiten aan bij bestaande dwangmidddelen. Het betreft bevoegdheden tot het vorderen van zogenaamde identificerende gegevens, het vorderen van andere dan identificerende gegevens, het vorderen van gevoelige gegevens en het vorderen van medewerking aan het ontsleutelen van versleutelde gegevens.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 2 november 2004 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, D66, Groep Lazrak, Groep Wilders, VVD, ChristenUnie, SGP, CDA en LPF stemden voor.
De plenaire behandeling door de Eerste Kamer vond plaats op 4 en 5 juli 2005. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 5 juli 2005 zonder stemming aangenomen. De SP en GroenLinks is daarbij aantekening verleend.
ingediend
23 februari 2004titel
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enkele andere wetten in verband met de regeling van bevoegdheden tot het vorderen van gegevens (bevoegdheden vorderen gegevens)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
Er zijn geen documenten gevonden.