Bij het beleidsdebat over de begrotingen van buitenlandse zaken (BZ) en ontwikkelingssamenwerking (OS) is in de Eerste Kamer dinsdag 14 juni 2005 onder andere uitgebreid stil gestaan bij het 'nee' van Nederland en Frankrijk tegen het grondwettelijk verdrag voor de Europese Unie, de armoedebestrijding in de wereld en de mogelijkheden om de structuur van de Verenigde Naties aan te passen aan nieuwe eisen.
Als woordvoerder van de grootste oppositiepartij, hield de PvdA-er Van Thijn de ministers Bot (CDA, buitenlandse zaken) en mevrouw Van Ardenne (CDA, ontwikkelingssamenwerking) voor dat zij als gevolg van het Islam-debat in Nederland handen vol werk hebben om in het buitenland de 'reputatieschade' die ons land zou hebben opgelopen, te herstellen. Volgens Van Thijn is deze schade verder versterkt door de negatieve uitkomst van het referendum over het grondwettelijke verdrag voor de Europese Unie. De PvdA-er vond het beschamend dat in het debat voorafgaand aan het referendum vrijwel uitsluitend de nationale invalshoek aan bod kwam. CDA-senator Van Gennip sprak over de noodzaak van gezagsherstel van Nederland in internationale fora. Hij wenste de ministers veel vindingrijkheid toe om uit de impasse van de huidige crisis in Europa te komen. VVD-woordvoerder Dees vroeg om een grondige analyse van de oorzaken en motieven en dit zegde minister Bot ook toe.
De woordvoerders van de twee grootste regeringspartijen CDA en VVD, Van Gennip en Dees, vroegen aandacht voor de op handen zijnde hervorming bij de Verenigde Naties.
Van Gennip betoogde dat het jaar 2005 wat betreft de veiligheid en de ontwikkeling van de wereld een beslissend jaar, een keuzejaar, wordt voor Europa, voor de VS en voor de meerderheid van de leden van de Verenigde Naties. De CDA-senator maakte zich tot tolk van de met rapporten onderbouwde opvatting dat de huidige globalisering de lasten en lusten in de wereld hoogst ongelijk verdeelt, dat de bedreigingen van de veiligheid sterk toenemen en dat instrumenten die de mensheid ter beschikking heeft, zoals de Veiligheidsraad van de VN, dringend en ingrijpend hervormd dienen te worden. Van Gennip pleitte voor een grotere rol van de Europese Unie op het wereldtoneel. Hij dacht "dat een eigen Europees antwoord op het globaliseringsproces het echte nieuwe motief is voor verdieping van het eenheidsstreven".
VVD-er Dees putte uit een verhaal in Liberaal Reveil, waarin de mankementen van het VN-systeem worden aangeduid en suggesties voor verbeteringen worden gedaan. Zo geeft het uit 1945 daterende Handvest van de VN geen solide basis voor militaire interventies in geval van falende staten, genocide en etnische zuiveringen. Het voorstel van secretaris-generaal Kofi Annan om de Commissie voor de mensenrechten van de VN te vervangen door een Human Rights Council sprak Dees aan. Ook minister Bot bleek voor zo'n nieuwe raad te voelen die op gelijke voet zou kunnen functioneren als de Veiligheidsraad voor vraagstukken van vrede en veiligheid en de Ecosoc voor ontwikkelingsvraagstukken. "Mensenrechten blijven core business", zei PvdA-er Van Thijn en ook hij sprak steun uit voor de hervormingen die Kofi Annan bepleit. In een Veiligheidsraad met een andere samenstelling dan nu zou Duitsland moeten zitten, betoogde Van Thijn. Hij vond dat Nederland meer oog voor Duitsland moet tonen dan blijkt uit de paar 'beleefdheidsbezoekjes' sinds de hereniging in 1990.
De grove schending van de mensenrechten in de Soedanese provincie Darfur kwam in vele toonaarden ter sprake tijdens het debat. Nederland levert zijn bijdrage aan de logistieke hulp die EU en NAVO hebben toegezegd aan de Afrikaanse Unie die orde op zaken wil stellen. Senator Van Middelkoop (ChristenUnie mede namens de SGP) kruiste de degens met minister Bot over de 'definitiekramp' die optreedt bij het beantwoorden van de vraag of er in Darfur nu wel of geen sprake is van volkerenmoord (genocide). Als genocide is vastgesteld zou er militair moeten worden ingegrepen. Volgens de EU is er geen sprake van genocide, maar volgens het Amerikaanse Congres wel. Van Middelkoop: "Het genante van dit soort meningsverschillen is dat de slachtoffers er niets aan hebben". De kwestie is omzeild, doordat de regering van Soedan de Afrikaanse Unie heeft gevraagd in te grijpen.
PvdA-woordvoerder Rabbinge zette in het debat over ontwikkelingssamenwerking vraagtekens bij de euforie over het besluit van de rijke landen om de achttien armste landen hun schuldenlast kwijt te schelden. "De beeldvorming is anders dan de werkelijkheid", zei Rabbinge. Zo wees hij erop dat de VS minder dan een dollar per Afrikaan aan ontwikkelingshulp besteden. Volgens de PvdA neemt de kloof tussen arm en rijk in de wereld toe. "De vijf rijkste personen van deze wereld verdienen gezamenlijk meer dan de dertig armste landen gezamenlijk met zo'n 200 miljoen inwoners" zo stelde Rabbinge. De senator kreeg van minister Van Ardenne gelijk met zijn becijfering dat de Nederlandse hulp dit jaar 0,73% van het BNP bedraagt in plaats van de 0,8% die is afgesproken. "Maar over vier jaar gemeten komen we op 0,8% uit", aldus de minister van ontwikkelingssamenwerking. De dip dit jaar ontstaat doordat India geleend geld terugbetaalt.
In antwoord op vragen van CDA-senator Franken (die mevrouw Vedder-Wubben verving) zei minister Van Ardenne dat met landen als Kaapverdië, Suriname en Sri Lanka een andere vorm van ontwikkelingssamenwerking wordt opgezet. Dit past in een accentverschuiving die de regering nastreeft: meer accent op productiestructuren, het benutten van particuliere initiatieven en meer ruimte voor marktmechanismen. Franken en ook VVD-senator De Graaf pleitten voor meer deelname bij ontwikkelingssamenwerking door lokale overheden. "Veranderingen in Afrika kunnen alleen door Afrikanen zelf te weeg worden gebracht", betoogde Franken. Vrijwel alle sprekers waren bezorgd over het niet halen van de millenniumdoelen, zoals het halveren van de armoede in 2015.
GroenLinks-senator Pormes ging in zijn kritiek op de Verenigde Staten het verst. Hij pleitte ervoor dit land scherper op zijn verplichtingen te wijzen en anders andere middelen te zoeken. Het door Pormes bepleitte 'noodsscenario' wees minister Van Ardenne van de hand. Zij zei dat de millenniumdoelen al een noodscenario vormen en dat de regering er alles aan doet om ze te realiseren.. Pormes vond het een schande dat de VS als voorwaarde voor hulp aan een land als Kenia eisen dat dit land het Internationaal Strafhof afwijst. Minister Bot vond dit 'ook niet kunnen'. SP-senator Kox zei dat het 'nee' tegen het grondwettelijk verdrag tot het aftreden van de regering zou moeten leiden. Kox vond dat de 'nee'-stemmers volkomen gelijk hebben. Hij vond ook dat de regering meer uit de kast moet halen om de millenniumdoelstellingen van de VN inzake het tegengaan van armoede en het schenden van mensenrecht te bereiken. Andermaal klaagde hij de VS aan voor de schending van mensenrechten in de gevangenis Guantanamo Bay op Cuba.
Deel dit item: