Dit wetsvoorstel geeft uitvoering aan het Haagse Kinderbeschermingsverdrag 1996 (Trb. 1997, 299) en aan EG Verordening 2201/2003 van 27 november 2003 (waarbij EG Verordening 1347/2000 wordt ingetrokken).
In dit verband worden ook het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Uitvoeringswet EG-Executieverordening (Uitvoeringswet internationale kinderbescherming) aangepast.
Naast de bevoegdheid en de erkenning in internationale echtscheidingszaken regelt de verordening dezelfde onderwerpen die door het verdrag worden bestreken, behalve het toepasselijke recht. De verordening is op 1 maart 2005 van kracht geworden. Uitgangspunt van beide internationale regelingen is dat in internationale zaken van ouderlijke verantwoordelijkheid de autoriteiten van het land waar het kind zijn gewone verblijfplaats heeft bevoegd zijn.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 27 september 2005 zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 14 februari 2006 als hamerstuk afgedaan.
Dit voorstel werd gezamenlijk behandeld met het voorstel van rijkswet tot goedkeuring van het Haagse Kinderbeschermingsverdrag 1996 (29.981).
ingediend
2 februari 2005titel
Uitvoering van het op 19 oktober 1996 te 's-Gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen alsmede van de verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van de Europese Unie van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1347/2000 (PbEU L 338), en wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Uitvoeringswet EG-executieverordening (Uitvoeringswet internationale kinderbescherming)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
27 september 2005
behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen) Handelingen TK 2005/2006, nr. 4, blz: 204-209