Senaat kritisch over plannen hoger onderwijs



Na een reeks toezeggingen van minister Van der Hoeven (CDA) en staatssecretaris Rutte (VVD) heeft de Eerste Kamer dinsdag ingestemd met het onderdeel Wetenschapsbeleid en Hoger Onderwijs van de begroting van OCW.

Minister Van der Hoeven zei onder andere dat het kabinet in het najaar beslist over een complex van maatregelen die investeringen in de kenniseconomie moeten bevorderen. Staatssecretaris Rutte kondigde aan dat in de nieuwe wet Hoger Onderwijs en Onderzoek de universiteiten en hogescholen het laatste woord krijgen over de toelating van studenten. Het recht om te studeren vervalt. Er komt meer aandacht voor uitblinkers. De bemoeienis van de overheid met het hoger onderwijs wordt minder doordat het rijk niet meer de leden van de Raden van Toezicht benoemt. Ook hier krijgen de instellingen zelf de vrije hand. In antwoord op een suggestie van VVD-senator mevrouw Dupuis zei staatssecretaris Rutte dat hij zijn best zal doen om universiteiten en hogescholen te attenderen op de mogelijkheid om toplieden uit het buitenland te benoemen in de Raden van Toezicht.

Het collegegeld wordt niet afgeschaft, maar instellingen krijgen de mogelijkheid extra collegegeld te vragen voor excellente studies.

Doorbraken

Het is niet waarschijnlijk dat staatssecretaris Rutte (VVD) nog veel 'doorbraken' in het hoger onderwijs op zijn naam zal krijgen. Deze voorspelling deed mevrouw Maas-de Brouwer (PvdA) aan het begin van het debat. Zij doelde op het voornemen van Rutte om te zijner tijd over te stappen naar de VVD-fractie in de Tweede Kamer als zijn partij hem tot lijsttrekker bij de verkiezingen in 2007 zou hebben gekozen. Ook andere senatoren preludeerden op de mogelijke overstap van Rutte van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap naar de Tweede Kamer.

Onbewust onbekwaam

Mevrouw Maas kritiseerde in haar bijdrage in het bijzonder de kwaliteit van de examens en van de examencommissies. In dit verband noemde zij het hoger onderwijs 'onbewust onbekwaam'. Zij citeerde onder andere de Onderwijsraad, die stelt dat de weeffout van het systeem is dat opleiden en toetsen in dezelfde hand zijn. Volgens de PvdA-fractie is de totale beoordelingspraktijk waarmee men als student binnen en buiten het systeem te maken krijgt toe aan herziening en verbetering. Senator Putters sprak namens de PvdA-fractie over onderzoek: Wetenschappelijk onderzoek moet in brede zin presteren, zowel in kennisontwikkeling als in de toepassing ervan. Voor innovatieve kracht is zowel een excellente basis als een briljante top nodig. Je kunt veel mooie ballen in de top van een kerstboom hangen, maar als de basis te smal is valt hij om.

Handige jongens

Volgens Putters wordt het steeds moeilijker voor buitenlandse studenten om in Nederland te studeren als gevolg van het antiterrorismebeleid van het kabinet. Hij hekelde ook de tendens naar 'sexy' onderzoeksprojecten die snel geld in het laatje brengen. Dit zou ten koste van fundamenteel onderzoek. Onderzoekers worden opgejaagd om van geldstroompje naar geldkraan te hollen. Dat kweekt handige jongens, maar geen briljante vernieuwers, aldus Putters.

Achterop

Te weinig investeringen in onderzoek en te veel regels bedreigen de kwaliteit van het hoger onderwijs. Nederland raakt in Europa en de wereld achterop. Dat was in de kern de zorg die senator Woldring verwoordde namens de CDA-fractie. Hij vroeg welk deel van de miljard euro die het kabinet extra steekt in kennisprojecten blijvend is. Het geld komt uit het Fonds Economische Structuurversterking, dat wordt gevoed door extra inkomsten uit aardgas. Maar wat gebeurt er als die meevallers in de toekomst tegenvallen?, vroeg Woldring. De CDA-senator wees erop dat politieke prioriteiten snel kunnen veranderen. Daarom vroeg hij: Hoeveel procent van de genoemde een miljard euro voor kennisprojecten is structureel in die zin dat de overheid er voor een aantal jaren garant voor staat?

Accreditatie

Een kritische vraag stelde Woldring ook over de instrumenten visitatie en accreditatie die worden ingezet om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken en te bevorderen. De eerste accreditatieronde loopt tot mei 2009 en brengt volgens veel instellingen veel informatielast en administratieve lasten met zich mee. De CDA-fractie haakte in op een opmerking van staatssecretaris Rutte (VVD) dat 'op korte termijn' al tot vermindering van lasten kan worden gekomen. Betekent een substantiële beperking voor de instellingen een beperking van ten minste 25% waar de staatssecretaris naar streeft?, vroeg Woldring.

De CDA-senator zette vraagtekens bij de experimenten met commerciële masteropleidingen. Ook al hebben wij aarzelingen, wij zijn er niet zonder meer op tegen. Voorts vroeg Woldring of de verkorte tweejarige HBO-opleiding het risico in zich draagt dat studenten een volledige HBO-opleiding vroegtijdig afbreken en dat straks gesproken worden van HBO-uitval?

Excellente studenten

De CDA-senator nam het op voor excellente studenten die in staat zijn twee masterdiploma's te halen. Volgens Woldring neemt staatssecretaris Rutte maatregelen die excellente studenten eerder ontmoedigen dan stimuleren. Hij vond dat niet in het belang van de kennissamenleving die de regering zelf zegt na te streven. De CDA-fractie heeft dan ook 'grote zorg over achterblijvende investeringen in de kennisinnovatie'.

Essentiële uitgangspunten

Mevrouw Dupuis vroeg namens de VVD-fractie of de regering wel genoeg doet om kwaliteit en excellentie in hoger onderwijs en onderzoek te bevorderen. Zij besprak vier 'essentiële uitgangspunten', namelijk de selectie van studenten, het werven van fondsen onder een gunstig fiscaal regiem, het huidige systeem van accreditatie en de dynamisering van het onderzoek.

De VVD-senator verwees naar de Angelsaksische universiteiten waar selectie aan de poort al meer dan honderd jaar gebeurt, 'terwijl selectie in Nederland kennelijk als strijdig met het gelijkheidsbeginsel werd beoordeeld'. Volgens mevrouw Dupuis hebben veel beginnende studenten een 'aanzienlijke kennisachterstand'. Zij pleitte ook voor vermijding van onjuiste studiekeuzen door veel studenten.

Gedifferentieerd collegegeld

Een hoger collegegeld zou ook helpen om studenten meer te motiveren. Mevrouw Dupuis wees op de mogelijkheid van een gedifferentieerd collegegeld, waarbij sommige opleidingen duurder zijn dan andere, bijvoorbeeld omdat die ook later op de arbeidsmarkt meer geld opleveren. Verder kunnen sponsoring door bedrijven en donaties door alumni bronnen van inkomsten zijn voor universiteiten en hogescholen. De VVD-fractie wilde nadrukkelijk weten of er al gesproken wordt over een gunstig fiscaal tarief voor schenkingen aan universiteiten.

Aanzienlijke verbeterslag

Verontrust is de VVD-fractie over de manier van accreditatie. Visiterende en Beoordelende Instanties zijn commerciële bureaus die werken in opdracht van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). Het verontrustende is dat deze bureaus's niet alleen zelf de doelen en eisen formuleren die aan de HBO-opleidingen gesteld moeten worden, maar die vervolgens ook toetsen, zei mevrouw Dupuis. Ook de VVD-senator wees verder op de 'zeer bureaucratiserende visitaties.

Volgens de VVD-fractie moet het hele onderwijs in Nederland nog een 'aanzienlijke verbeterslag' maken om in kennis bij te blijven met de USA en Oost-Azië. Het moet weer leuk worden om slim en goed te zijn, om beter te zijn dan je klasgenoten of je medestudenten, zei mevrouw Dupuis.

Normvervaging

Senator Van Raak hekelde namens de SP-fractie de normvervaging bij het verwerven en uitvoeren van opdrachten. Hij citeerde een rapport van de Koninklijke Academie van Wetenschappen: Wetenschappers streven naar korte termijn successen om financiering van nieuw onderzoek veilig te stellen, besteden te weinig aandacht aan mogelijke schadelijke effecten van het toepassen van onderzoeksresultaten en beloven soms meer dan het onderzoek kan waarmaken. Ook opdrachtgevers van overheid zetten wetenschappers onder druk, wist Van Raak. Ambtenaren van enkele departementen gaan te werk alsof zij kant en klare producten kopen bij het uitzetten van onderzoeksopdracht of adviezen. Van Raak zei dat het vooral een kwestie van geld is. Hij citeerde de KNAW: Door de achterblijvende overheidsfinanciering worden steeds meer onderzoekers steeds meer afhankelijk van externe opdrachten.

Ronduit verontrustend

Fractievoorzitter Schuyer van D66 zei, mede namens de Onafhankelijke Senaatsfractie, dat het onderwerp excelleren in onderwijs en onderzoek 'duivels moeilijk is waarbij niemand eigenlijk precies weet hoe je tot resultaat komt'. Daarom vindt D66 dat de wetgever een grote ruimte moet laten aan de instellingen en als enige voorwaarde moet stellen dat men nauwkeurig rapporteert over wat men probeert. Bij mislukkingen moet een instelling daar niet direct op worden afgerekend. Na een aantal jaren is er op die manier een reeks rapportages beschikbaar aan de hand waarvan men tot een begrenzing kan komen tot die ontwikkelingen die bewezen succes hebben geboekt. Schuyer: Dat is een kwestie van heel lange adem en bewindspersonen moeten de moed opbrengen om niet zelf direct het succes te willen bereiken in de eigen regeerperiode. Senator Schuyer noemde het 'ronduit verontrustend' dat het aantal promovendi in Nederland bijna de helft lager is dan het Europese gemiddelde. En het cijfer is nog vertekend door het toenemende aantal buitenlandse promovendi die niet voor de Nederlandse markt behouden blijven omdat zij terugkeren naar hun vaderland.

Juiste plaats

Senator Schuurman sprak namens de fracties van ChristenUnie en SGP de hoop uit dat er maatregelen komen om iedereen die studeert op de juiste plaats te krijgen en het maximale te bieden voor een goede opleiding en daarmee voor een goede toekomst. Schuurman: Bij excelleren denk ik dus niet in de eerste plaats aan de beste studenten op universitair niveau, maar aan alle studenten van vmbo tot aan de universiteit. Het is te wensen dat ze allemaal met hun specifieke talenten ook een specifieke opleiding krijgen die het beste bij hen past.

Hij bepleitte het doorlichten van universiteiten om na te gaan of een aantal opleidingen beter bij het Hoger Beroepsonderwijs passen. Een dergelijk onderzoek zou ook het verschil tussen beide instellingen van Hoger Onderwijs bevorderen en dat is met het oog op de kwaliteit van beide nodig. Als voorbeeld van regelgeving die excelleren in de weg staat in plaats van stimuleert wees Schuurman op de behandeling van uitvindingen. Vooral de universiteit heeft baat bij een octrooi, terwijl de wetenschapper/uitvinder slechts zeer beperkt deelt in de revenuen. In Duitsland is dat beter geregeld en in de USA krijgen wetenschappers 30% van de netto-opbrengsten van hun uitvindingen.


Deel dit item: