Dit wetsvoorstel breidt de reikwijdte van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ) uit met wonen. Hierdoor mogen aanbieders van woningen geen ongerechtvaardigd onderscheid meer maken tussen bewoners met of zonder handicap of chronische ziekte. De WGBH/CZ is tot nu toe alleen van toepassing op de terreinen arbeid en beroepsonderwijs en zal in een later stadium ook van toepassing zijn op openbaar vervoer. Zowel in de Eerste Kamer, via de Motie-Van Leeuwen c.s., als in de Tweede Kamer, via de moties van Pastoors c.s. en van Bussemaker c.s, gevraagd om uitbreiding van WGBH/CZ.
Met dit voorstel wordt de rechtsbescherming van mensen met een handicap of een chronische ziekte verbeterd. Het is een aanvulling op het huidige stelsel voor de individuele rechtsbescherming voor mensen met een handicap of een chronische ziekte. Tot nu toe kon, via de rechter, een beroep worden gedaan op de non-discriminatie bepalingen in internationale verdragen en in artikel 1 van de Grondwet. Met dit voorstel kunnen mensen met een handicap of chronische ziekte het oordeel vragen van de Commissie gelijke behandeling (Cgb).
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 9 september 2008 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 27 januari 2009 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
1 november 2006titel
Wijziging van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte in verband met de uitbreiding met onderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs en met wonenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
1