T00457

Toezegging bij vaststelling en invoering titels verzekering en lijfrente nbw 1



Minister Donner zegt toe dat, mochten er voor tijdelijke werknemers onduidelijkheden ontstaan over de vraag wie hun wederpartij is in een reïntegratietraject dat wordt gevolgd wanneer de oorspronkelijke arbeidsrelatie reeds verbroken is, er in overleg met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bekeken zal worden of extra voorlichting mogelijk is.


Kerngegevens

Nummer T00457
Oorspronkelijke nummer tz_JUST_2005_33
Status voldaan
Datum toezegging 19 december 2005
Deadline 1 januari 2007
Verantwoordelijke(n) Minister van Justitie
Commissie commissie voor Justitie (Just.)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen lijfrentes
Nieuw Burgerlijk Wetboek
verzekeringen
Kamerstukken Invoeringswet titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) Burgerlijk Wetboek (30.137)
Vaststelling titels Verzekering en Lijfrente van het nieuw Burgerlijk Wetboek (19.529)


Opmerking

Het Ministerie van SZW heeft laten weten dat niet is gebleken dat er in de praktijk voor tijdelijke werknemers onduidelijkheden ontstaan over de vraag wie hun wederpartij is in een reïntegratietraject dat wordt gevolgd wanneer de oorspronkelijke arbeidsrelatie reeds verbroken is.

Uit de stukken

Handelingen Eerste Kamer 2005 – 2006, 12 – 565

Blz. 566

(…)

Mevrouw Westerveld (PvdA):

(…)

Eigenrisicodragers worden naar verwachting een steeds vaker voorkomende rechtsfiguur. Dat geldt ook voor het bij een particuliere verzekeraar onderbrengen van risico’s die aan arbeid en ziekte gelieerd zijn. Naarmate meer bevoegdheden contractueel worden overgedragen, wordt het voor de te reïntegreren werknemer steeds lastiger te onderscheiden wie de wederpartij is en wie de ’’hulppersoon’’. En dat is vooral het geval naarmate de arbeidsrechtelijke band tussen de eigenrisicodrager en de werknemer langer geleden is verbroken. Is de minister het daarmee eens? Zo ja, zou enige voorlichting op dit punt dan niet geboden zijn? En als dat zo is, wie zal deze dan naar zijn oordeel moeten verzorgen?

Blz. 586

(…)

Mevrouw Westerveld (PvdA):

(…)

Ik heb in eerste termijn gezegd dat er een kenbaarheidprobleem kan zijn in de situatie waarin de arbeidsrechtelijke band tussen de eigenrisicodrager en de werknemer al geruime tijd geleden is verbroken. Het zal de minister bekend zijn dat er in het arbeidsrecht regelmatig tijdelijke contracten voorkomen. Die contracten kunnen aangegaan zijn met een eigenrisicodrager, zowel voor de Ziektewet als voor de WIA.

Dat betekent dat een werknemer in het voorbeeld dat ik schetste jarenlang te maken kan hebben met een hulppersoon van een werkgever met wie hij eigenlijk niets meer heeft. Ik maak de associatie met de vroegere situatie van het Gemeenschappelijk administratiekantoor en de bedrijfsverenigingen. Het wordt voor de werknemer steeds lastiger om te onderscheiden wie zijn wederpartij is. Het zou dan ook goed zijn als er voorlichting over zou komen. Dan kan een werknemer beter zijn weg vinden in het oerwoud van regels. Hij weet dan waar hij staat, met wie hij te maken heeft en waarom. Is de minister daartoe bereid?

(…)

Blz. 587

(…)

Minister Donner: Voorzitter. Ik begin met de vraag van mevrouw Westerveld over de voorlichting. Zo er een probleem mocht zijn, kan daartoe besloten worden. De tijdelijke werknemer weet dat hij één persoon kan aanspreken. Daar wordt alleen iemand anders ondergeschoven. Dan zouden wij die problematiek nu echter ook al moeten hebben. Wij kennen nu ook de problematiek van werkgevers die gedurende twee jaar Ziektewetverplichtingen hebben. Zij hebben ook al met verzekeraars te maken. Nogmaals, als er een probleem ontstaat, dan zouden wij daaraan tegemoet kunnen komen. Dat is echter primair een discussie met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.



Historie

  • 4 september 2006
    Voortgang:
    documenten:
    • -   
      Brief Minister Donner (kenmerk 5436492/06/6)
  • 19 december 2005
    toezegging gedaan