T00390

Toezegging bij fiscale behandeling pensioen 1



Staatssecretaris Wijn zegt toe een beleidsbesluit te zullen uitvaardigen om te bewerkstelligen dat voor op 31 december 2005 bestaande gevallen de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid gehandhaafd kan blijven. Dit besluit zal worden opgesteld conform het Witteveenkader. Op het moment dat de pensioenregeling aangepast zou moeten worden om een of andere reden, wordt echter het nieuwe Vpl-kader er ook in één keer in meegenomen.


Kerngegevens

Nummer T00390
Oorspronkelijke nummer tz_FIN_2006_9
Status voldaan
Datum toezegging 20 december 2005
Deadline 1 januari 2007
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie lagere regelgeving
Kamerstukken Wet aanvullend overgangsrecht fiscale behandeling pensioen (30.330)


Uit de stukken

Handelingen Eerste Kamer 2005 – 2006, 13 – 611

Blz. 611

(…)

Mevrouw Vedder-Wubben (CDA):

(…)

Wat overblijft is de premievrij voortgezette pensioenregelingen door arbeidsongeschiktheid.

(…)

Echter, er zijn al zoveel ideeën gelanceerd zonder tot een oplossing te komen dat de CDA-fractie, mede namens de fracties van de PvdA, D66 en de OSF, de minister een simpele oplossing aan de hand doet. Een oplossing die ook administratief zeer eenvoudig is. Laat de staatssecretaris een besluit uitvaardigen, waarin bepaald wordt dat voor op 31 december 2005 bestaande gevallen de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid gehandhaafd kan blijven. Uiteraard kan de mate van premievrijstelling, en dus de mate van toekomstige pensioenopbouw, wijzigen als door herkeuringen het  arbeidsongeschiktheidspercentage wijzigt.

(…)

De fracties van het CDA, de PvdA, D66 en de OSF dringen er dan ook bij de minister sterk op aan om de staatssecretaris een soortgelijk besluit te laten uitvaardigen als het besluit van 9 januari 2004, zodat arbeidsongeschikte deelnemers van voor 1 januari 2006 hun pensioenopbouw ongestoord kunnen voortzetten als er niets aan hun  arbeidsongeschiktheidspercentage wijzigt.

(…)

Blz. 614

Staatssecretaris Wijn:

(…)

Mevrouw Vedder sprak over het bij arbeidsongeschiktheid premievrij voorzetten van pensioenen. Zij vroeg daarbij, een beleidsbesluit uit te brengen dat lijkt op het beleidsbesluit dat uitgebracht is bij de introductie van het Witteveenkader. Dit beleidsbesluit behelsde dat pensioenen die wegens arbeidsongeschiktheid premievrij worden voortgezet, niet behoefden te worden aangepast aan het Witteveenkader. Het ging toen net als nu om regelingen met een al ingegane premievrijstelling. Het moet dus gaan om werknemers die al arbeidsongeschikt zijn geworden.

(…)

Daarom is het, alles afwegende, misschien toch goed om de balans conform het verzoek van mevrouw Vedder naar de andere kant te laten doorslaan en toch een beleidsbesluit uit brengen dat in lijn is met het beleidsbesluit dat is uitgebracht bij de introductie van het Witteveenkader. Wij zullen dat dan ook op deze manier doen. Als de pensioenregeling echter om een andere reden gewijzigd wordt, dan moet er alsnog een aanpassing aan de Wet Vpl plaatsvinden.

Als er overigens geen wijzigingen plaatsvinden, laten wij het precies zoals het is en krijgt mevrouw Vedder op dit punt dus haar zin. Dat betekent dat, als er sprake is van arbeidsongeschiktheid en er een premievrije regeling is, de regeling niet aangepast behoeft te worden aan de nieuwe wet en dat bestaande WAO’ers de facto dus ruimere mogelijkheden krijgen.

(…)

Blz. 617

(…)

Staatssecretaris Wijn: Voorzitter. Ik moet het helaas toch even precies doen, want mevrouw Vedder geeft net een heel klein draaitje aan wat de heer Biermans bij interruptie heeft gezegd en rekt het daardoor weer ietsje op. Ik zal het nog een keer zeggen, dan weten wij daarna of wij elkaar goed verstaan.

De invalshoek van mevrouw Vedder is: er zijn pensioenregelingen die premievrij worden voortgezet bij arbeidsongeschiktheid, er komt een herziening in het kader van VUT en prepensioen/levensloop en dan moet men niet alle bestaande dingen gaan aanpassen, want dat geeft veel uitvoeringsgedoe. Daarvan zeggen wij: akkoord, die hoeven niet te worden aangepast aan het nieuwe Vpl-kader. Wij laten de praktijk dus zoals die is.

Dat doen wij via een beleidsbesluit dat in zijn bewoordingen ontzettend zal lijken op de regeling die destijds is gekozen bij de invoering van het Witteveenkader. Echter, op het moment dat in een pensioenregeling bijvoorbeeld de opbouwmogelijkheden worden verruimd onder optrekking van de richtlijn van 62 naar 65, moet men dit in één keer meepakken bij de verandering van de regeling. Immers, dan vervalt de praktische argumentatie dat men niet al die regelingen kan aanpassen. Kortom, op het moment dat het praktisch mogelijk blijkt om de regeling aan te passen, moet het nieuwe Vpl-kader er ook in één keer in worden meegenomen. Wij doen dan dus precies wat bij Witteveen is gedaan. Er is dan ook geen enkele reden meer om te zeggen: het hoeft niet te worden aangepast.

Mevrouw Vedder-Wubben (CDA): Begrijp ik het goed dat een pensioenregeling ook Vpl-proof voor de arbeidsongeschikten moet worden gemaakt, op het moment dat de regeling wordt aangepast en deze aanpassing ook voor arbeidsongeschikten geldt?

Staatssecretaris Wijn: Ja.

Mevrouw Vedder-Wubben (CDA): En als de pensioenregeling wordt aangepast, maar de regeling voor de arbeidsongeschikten niet, dan mag de regeling voor de arbeidsongeschikten blijven zoals die was vóór de Wet Vpl?

Staatssecretaris Wijn: Ja.

Mevrouw Vedder-Wubben (CDA): Prima, bedankt.



Historie

  • 24 januari 2007
    Voortgang:
    documenten:
    • -   
      AFP 2006-00571 U, brief Minister Zalm
  • 20 december 2005
    toezegging gedaan