T00328

Toezegging Nederlands Voorzitterschap Raad van Europa



Minister De Hoop Scheffer zegt de Kamer toe dat hij de regering, omdat het om een verantwoordelijkheid van verschillende departementen gaat, zo spoedig mogelijk een officiële reactie op het advies van de AIV zal geven. De Kamer zal dus nog een volwaardige, volledige reactie op het advies van de AIV krijgen.


Kerngegevens

Nummer T00328
Oorspronkelijke nummer tz_ESO_2004_10
Status voldaan
Datum toezegging 4 november 2003
Deadline 1 januari 2004
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Commissie commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Kamerstukken Begrotingsstaat Buitenlandse Zaken 2004 (29.200 V)


Uit de stukken

Handelingen EK 2003-2004, 5-260

[…]

Minister De Hoop Scheffer:

Mevrouw de voorzitter. Als minister, maar ook als oud-lid van de Parlementaire Assemblee, doet het mij goed om eens een apart debat over de Raad van Europa te kunnen voeren, zeker met deze Kamer. Het is volstrekt duidelijk dat alle woordvoerders vinden dat de Raad een organisatie is die ook nu belangrijk blijft. Ik onderschrijf dit. Ik maak er nadrukkelijk een opmerking over de Parlementaire Assemblee bij, want er is gevraagd waarom deze nauwelijks genoemd wordt. Men vindt dat de Assemblee er een beetje bekaaid afkomt. Als dat zo is, betekent dit niet dat ik nog overtuigd zou moeten worden van de uiterst belangrijke, vitale rol die de Parlementaire Assemblee in het hele bouwwerk van de Raad van Europa speelt. Ik denk dat zij ook een aantal belangrijke verantwoordelijkheden heeft. Het is ook een volwaardige Parlementaire Assemblee, verdragsrechtelijk vastgelegd. Ik ga hier zo dadelijk nog op in.

Ook de regering is het eens met de centrale stelling in het advies van de Adviesraad voor internationale vraagstukken (AIV) dat de nadruk dient te worden gelegd op de kerntaken van deze raad. Nederland zal tot 1 mei volgend jaar voorzitter van het Comité van ministers zijn. De minister van Buitenlandse Zaken heeft de verantwoordelijkheid voor het op zich nemen van deze functie – daarom sta ik hier nu ook – maar het Nederlandse voorzitterschap van de Raad van Europa is uiteraard een coproductie van een groot aantal departementen. Tot mijn vreugde hebben vele leden zich positief uitgelaten over de prioriteiten die in de stukken zijn aangegeven; deze zijn uiteraard in uitvoerig interdepartementaal overleg bepaald. Ik zal mijn collega’s dan ook over het resultaat van dit debat informeren, aangezien het mede om hun verantwoordelijkheid gaat. Dit betreft onder andere de ratificatie; ik kom daar nog apart op terug.

Ik zeg de Kamer dus toe dat de regering, omdat het om een verantwoordelijkheid van verschillende departementen gaat, zo spoedig mogelijk een officiële reactie op het advies van de AIV zal geven. Ik heb wel al aangegeven dat de regering positief staat tegenover het advies, maar laat ik erbij zeggen dat er ook een aantal dingen in het advies ontbreken. De AIV is slechts beperkt ingegaan op belangrijke politieke vraagstukken waar de Raad van Europa zich op dit moment gesteld ziet. Daarbij gaat het om de nieuwe leden, de samenwerking met andere regionale organisaties, waarvan de heer Van der Linden een hoofdpunt heeft gemaakt, en de samenwerking met andere internationale organisaties. Deze onderwerpen zullen tijdens het Nederlandse voorzitterschap aan de orde komen. Maar goed, de Kamer zal dus nog een volwaardige, volledige reactie op het advies van de AIV krijgen. Het punt van de kerntaken onderschrijft de regering in ieder geval volledig.

[…]



Historie

  • 2 maart 2004
    Voortgang:
    documenten:
    • -   
      Brief, 28810 nr.4
  • 4 november 2003
    toezegging gedaan