De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kondigt aan het onderwerp van de verankering van de EU en de werking van het EG-recht in de Grondwet door de staatscommissie Grondwet te laten onderzoeken.
Nummer | T00494 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tz_JUST_2007_23 |
Status | voldaan |
Datum toezegging | 15 mei 2007 |
Deadline | 1 januari 2008 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Kamerleden | prof. mr. E.C.M. Jurgens (PvdA) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | EU Grondwet implementatie EU-richtlijnen |
Kamerstukken | Uitvoering EU-Richtlijnen (21.109) |
De brief van de minister van Justitie inzake de bijzondere totstandkomingsprocedures voor en parlementaire betrokkenheid bij gedelegeerde regelgeving;
De brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met een kabinetsstandpunt ten aanzien van het rapport “De Nederlandse Grondwet en de Europese Unie”;
De brief van de minister van Justitie inzake versnelde implementatie EU-richtlijnen.
Handelingen Eerste Kamer 2006 – 2007, 29 – 896
Blz. 882
De heer Jurgens (PvdA):
(…)
Vandaag kunnen wij erover praten, en nu zegt de minister van BZK wel heel gemakkelijk dat zij niet denkt aan voorstellen om de Grondwet te wijzigen. Zij denkt dat dit niet nodig is. Als wij inderdaad uitgaan van de snellere implementatie door eerder te beginnen, dan is het niet strikt noodzakelijk. Er was destijds in het debat in de Kamer om gevraagd, teneinde in elk geval een grondwettelijk gerechtvaardigde methode van afhandeling te realiseren, als de snelle implementatie niet zou lukken. Daarvoor kunnen mogelijkheden worden geschapen door wijziging van de Grondwet, zoals in de Franse situatie, waar er verschil is tussen ’’domaines de la loi’’ en ’’ordonnances’’. Het is dan mogelijk om sneller te werk te gaan wanneer gebruik wordt gemaakt van ordonnances. Deze vervallen na een bepaalde tijd. Dit is allemaal geregeld in artikel 37 en 38 van de Franse grondwet. Een soortgelijk voorstel voor een nieuw artikel 89a in de Grondwet staat in het rapport-Besselink c.s. De regering wil er niet aan, maar ik kan mij voorstellen dat dit iets is dat een staatscommissie eventueel opnieuw zou moeten bezien.
(…)
Blz. 896
Minister Ter Horst: Nu de verankering van de werking van het EG-recht en van de EU in de Grondwet. Over die verankering heb ik in mijn brief aangegeven dat het kabinet momenteel bezig is met de opdrachtformulering aan de staatscommissie Grondwet, waarvan de instelling in het coalitieakkoord is aangekondigd. Ik stel de Kamer voor om dit vraagstuk mee te nemen in de opdrachtformulering van de staatscommissie. Hoe dan ook lijkt een advies van de staatscommissie zich mede te zullen moeten uitstrekken tot de functie en betekenis van de Grondwet. Een advies op dit punt is dan sowieso van belang voor de behandeling van dit vraagstuk ten aanzien van verankering van de EU en de werking van het EG-recht in de Grondwet. Ik zeg dit expliciet, omdat ik in de Kamer heb horen zeggen dat daaraan geen behoefte bestaat. Toch stel ik de Kamer voor om dit element aan de staatscommissie Grondwet mee te geven.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling van een 3-tal brieven Handelingen EK 2006/2007, nr. 29, blz: 893-899
-
voortzetting behandeling van een 3-tal brieven Handelingen EK 2006/2007, nr. 29, blz: 879-887
-
17 april 2009
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
12 juni 2007
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat -
12 juni 2007
commissie vervallen: commissie voor Justitie (Just.) -
15 mei 2007
toezegging gedaan