T00310

Toezegging bij wet op de archeologische monumentenzorg 6



De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt toe te zullen nagaan of in artikel 43 van de Wet op de archeologische monumentenzorg ten onrechte niet wordt verwezen naar het rapport dat kan worden verlangd bij een sloopvergunning als bedoeld in artikel 37 van de wet. Zij zal de Kamer hierover informeren en dan tevens aangeven op welke wijze hierin (eventueel) zal worden voorzien.


Kerngegevens

Nummer T00310
Oorspronkelijke nummer tz_CULT_2007_5
Status voldaan
Datum toezegging 19 december 2006
Deadline 1 januari 2008
Verantwoordelijke(n) Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Commissie commissie voor Cultuur
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Kamerstukken Wet op de archeologische monumentenzorg (29.259)


Uit de stukken

Handelingen Eerste Kamer 2006 – 2007, 14 – 580

Blz. 552

De heer Van Middelkoop (ChristenUnie)

(…)

Een zaak van meer algemene zorg is het aantal verschillende typen vergunningen dat ik in de stukken tegenkom. Ik hoop dat de daarvoor geldende procedures niet al te veel tijd in beslag zullen nemen. In artikel 39 is bepaald dat een aanlegvergunning verplicht kan worden gesteld ’’in het belang van de archeologische monumentenzorg’’. In het tweede lid staat dat van de aanvrager een rapport kan worden gevraagd. In artikel 43 wordt

vervolgens geregeld dat bij AMvB over de inhoud en inrichting van het rapport nadere regels kunnen worden gesteld. Een dergelijk rapport wordt ook verlangd als het gaat om een sloopvergunning ex artikel 37. Ik constateer echter dat de nadere regels van artikel 43 niet van toepassing zijn op het rapport dat gevraagd wordt in geval van een sloopvergunning. Dat begrijp ik slecht, want het gaat in beide gevallen toch om vergelijkbare rapportages. Is hier wellicht sprake van een kleine wettelijke omissie?

(…)

Blz. 580

Minister Van der Hoeven:

(…)

De heer Van Middelkoop vroeg verder of artikel 43 ten onrechte niet verwijst naar het rapport dat kan worden verlangd bij een sloopvergunning als bedoeld in artikel 37 van de wet. Hij vroeg zich dan ook af of er in dezen niet sprake is van een wettelijke omissie. Ik ben bang dat hij daarin gelijk heeft.

De heer Van Middelkoop (ChristenUnie): Ah, een novelle!

Minister Van der Hoeven: Nee, geen novelle. Ik laat het onderzoeken en indien nodig, passen wij artikel 43 zo spoedig mogelijk aan. Als het een novelle zou zijn, kunnen wij er niet over stemmen vandaag. En dan hebben wij een probleem en blijft de onzekerheid voor het veld nog langer voortbestaan. Nogmaals, ik onderzoek het en laat de Kamer de uitkomst ervan weten. Dan is het altijd mogelijk om het zo snel mogelijk aan te passen.

De heer Van Middelkoop (ChristenUnie): Ik begin er ondertussen aardigheid in te krijgen, want dit is deze maand mijn tweede kans op een novelle. De andere had betrekking op het wetsvoorstel Werken aan winst. Maar hoe gaat u het verder uitvoeren? Ik ben de welwillendheid zelf en wij zullen vandaag ook stemmen over de wet, geen misverstand daarover, maar, naar ik aanneem, kunt u dit alleen maar bij wijziging van wet repareren.

Minister Van der Hoeven: Ik denk dat u gelijk heeft, maar ik wil het eerst uitzoeken. Ik laat de Kamer de uitkomst ervan weten. Dan geef ik ook aan op welke manier ik ermee omga.

(…)



Historie

  • 14 februari 2007
    Voortgang:
    documenten:
    • -   
      29259, H
  • 19 december 2006
    toezegging gedaan