De minister van Justitie zegt toe naar aanleiding van de principiële vraag of het toelaatbaar is om bij lagere regeling regels te stellen die afwijken van de hogere regeling, met name in verband met de tijdige implementatie van Europese wetgeving, dat de reactie op de motie-Jurgens (26.200 VI, nr. 37b, 28 november 2000) op korte termijn, volgens planning in april 2007, kan worden verwacht. De reactie zal worden gebaseerd op een onderzoek naar het gebruik van dergelijke bepalingen.
Nummer | T00480 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tz_JUST_2007_10 |
Status | voldaan |
Datum toezegging | 6 februari 2007 |
Deadline | 1 januari 2008 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Justitie |
Commissie | commissie voor Justitie (Just.) commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Kamerstukken | Geneesmiddelenwet (29.359) Wijziging van Hoofdstuk III Wet op de Geneesmiddelenvoorziening en van afdeling 5 van titel 7 van Boek 7 Burgerlijk Wetboek (28.494) |
Handelingen Eerste Kamer 2006 – 2007, [18]
Blz. 18-616 (Hirsch Ballin)
(...)
Ik ga graag in op het belangrijke punt dat de heer Van de Beeten aan de orde heeft gesteld, namelijk de bepaling die in gedelegeerde wetgeving afwijking van de bij wet gestelde voorschriften mogelijk maakt bij de implementatie van Europese regelgeving.
Deze bepaling kan inderdaad niet worden losgezien van een meer algemene discussie. Hiernaar is zowel verwezen in de schriftelijke voorbereiding van de behandeling van dit wetsvoorstel, als vandaag in het betoog van de heer Van de Beeten. Het gaat om de principiële vraag of het toelaatbaar is om bij lagere regeling regels te stellen die afwijken van de hogere regeling, met name in verband met de tijdige implementatie van Europese wetgeving. Dit is onwenselijk.
(...)
Een resterend punt van discussie is de vraag of het gaat om een principiële ontoelaatbaarheid, of dat er wellicht toch gevallen denkbaar zijn waarin omwille van de urgentie of de complexiteit zo’n uitzondering mogelijk moet worden gemaakt. Dit is een belangrijke en belangwekkende discussie, maar het lijkt mij niet nodig en zinvol om te proberen deze discussie vanmiddag tot het eind toe te voeren. Tegelijkertijd ben ik mij ervan bewust dat de Kamer op 22 januari nog heeft aangegeven dat zij van de regering een bericht verwacht over de uitvoering van de motie-Jurgens, die mede ondertekend is door de heer Van de Beeten en andere Kamerleden. De reactie op de motie-Jurgens zal worden gebaseerd op een onderzoek naar het gebruik van dergelijke bepalingen.
De Kamer kan op korte termijn de bevindingen en de gevraagde reactie van de regering verwachten. Volgens planning moet dit in april gebeuren.
(...)
-
24 april 2007
Voortgang:documenten:-
-brief opgenomen in VSO 26200 VI, nr. 65 en 21109, A
-
-
6 februari 2007
toezegging gedaan