T00894

Toezegging De Kamer te informeren over voortgang onderzoek (30.844)



De minister deelt, naar aanleiding van een opmerking van het lid De Boer, mede namens de minister van OCW mee dat het onderzoek inzake de manier waarop gemeenten het archeologisch aspect betrekken in het bestemmingsplan zich in een afrondende fase be-vindt en dat de minister van OCW de Kamer hierover nog in 2008 zal informeren.


Kerngegevens

Nummer T00894
Status voldaan
Datum toezegging 28 oktober 2008
Deadline 1 januari 2009
Verantwoordelijke(n) Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Kamerleden drs. R. de Boer (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu / Wonen, Wijken en Integratie (VROM/WWI)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen archeologisch erfgoed
bestemmingsplannen
omgevingsvergunningen
onderzoeken
Kamerstukken Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (30.844)


Uit de stukken

Handelingen I 2008-2009, nr. 5 - blz. 193

(...)

Blz. 205

De heer De Boer (CU):

In antwoord op onze vraag naar de bescherming van archeologische monumenten heeft de minister in de nadere memorie van toelichting helder aangegeven dat voor van rijkswege beschermde archeologische monumenten geen gebruik kan worden gemaakt van een omgevingsvergunning voordat een archeologische monumentenvergunning op grond van de Monumentenwet 1988 is verleend. Dat is klip en klaar. Veel onhelderder wordt het antwoord van de minister echter, als ze het heeft over terreinen waar sprake is van archeologische waarden of verwachtingen. Dan, aldus het antwoord van de minister ''kan'' via een omgevingsvergunning worden voorzien in de bescherming van archeologische belangen, dan biedt de Wabo de ''mogelijkheid'' de archeologische monumentenzorg bij de besluitvorming te betrekken. Dan ''kunnen bijvoorbeeld'' voorschriften aan die vergunning worden verbonden in het belang van de archeologische monumentenzorg. Mevrouw de voorzitter, dit is boterzacht. Over welke mogelijke voorschriften hebben wij het? Wie beoordeelt er uiteindelijk? Wij verzoeken de minister dringend om duidelijk aan te geven dat en ook hoe archeologische belangen via de Wabo moeten worden gewaarborgd.

Laat men goed bedenken dat ons bodemarchief maar één keer kan worden verstoord; daarna is het er niet meer. De praktijk is dat bij bouw- en aanlegactiviteiten archeologische waarden en belangen meer dan eens kind van de rekening zijn. De aandacht die wij voor archeologische monumenten vragen, hangt ook samen met een toezegging die deze Kamer op 19 december 2006 van de minister van OCW kreeg, namelijk dat najaar 2008 - dat is nu dus - de gegevens beschikbaar zouden zijn van een uitgebreide steekproef inzake de manier waarop gemeenten het archeologisch aspect betrekken in hun ruimtelijk beleid, met name in bestemmingsplannen. Wij zijn daar in het licht van de Wabo zeer benieuwd naar.

Blz. 226

Minister Cramer:

De heer De Boer heeft gevraagd naar de gegevens van een uitgebreide steekproef inzake de manier waarop gemeenten het archeologisch aspect betrekken in het bestemmingsplan, dit in verband met de toezegging van de minister van OCW aan de Kamer op 19 december 2006 om deze gegevens dit najaar ter beschikking te stellen. Ik kan u namens de minister van OCW meedelen dat het onderzoek zich in een afrondende fase bevindt en dat de minister van OCW voornemens is om de Kamer hierover nog dit jaar nader te informeren.


Brondocumenten


Historie