T00897

Toezegging ICT-voorzieningen (30.844)



De minister stelt er vanuit te gaan dat de ICT-voorziening zes maanden voor de inwerkingtreding van de Wabo gereed en bruikbaar moeten zijn. Zij streeft er naar op een tijdig moment een goed werkend landelijk voorzieningssysteem bij alle overheden te hebben.


Kerngegevens

Nummer T00897
Status voldaan
Datum toezegging 28 oktober 2008
Deadline 1 juli 2009
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Infrastructuur en Milieu
Kamerleden drs. R. de Boer (ChristenUnie)
W.H. Huijbregts-Schiedon (VVD)
dr. E.J. Janse de Jonge (CDA)
drs. J.P. Laurier (GroenLinks)
Commissie commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu / Wonen, Wijken en Integratie (VROM/WWI)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen ICT
omgevingsvergunningen
Kamerstukken Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (30.844)


Uit de stukken

Handelingen I 2008-2009, nr. 5 - blz. 193

(...)

Blz 194

Mevrouw Huijbregts-Schiedon (VVD):

Zorg blijft ook bestaan over de ICT. Opmerkelijk is dat de minister daaraan relatief weinig aandacht besteedt, terwijl het digitale aanvraagformulier toch de ''backbone'' van de omgevingsvergunning vormt. Denkt de minister dat de onvolkomenheden die uit de pilots blijken, bij de feitelijke invoering zullen zijn opgelost? Het Rijk, de VNG, het IPO en de Unie van Waterschappen hebben over de uitwerking van het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en E-overheid (NUP) een principeakkoord bereikt. De kern daarvan is dat voor eind 2010 gezamenlijk de noodzakelijke basisvoorziening voor de e-overheid gerealiseerd wordt. De Wabo is daarin een van de zes voorbeeldprojecten die onder dat NUP vallen. Toch stelt de minister dat per 1 januari 2010 de ICT zodanig op orde zal zijn dat de Wabo per die datum kan worden ingevoerd. Kan de minister verduidelijken waarom het principeakkoord dan spreekt over eind 2010?

Blz. 197

De heer Janse de Jonge (CDA):

Uit de praktijk hoor ik overigens dat veel gemeenten en provincies allang investeren in een betere en gecoördineerde afstemming. De Wabo schijnt in de praktijk op sommige punten ook al te werken. De AWB en de Wet samenhangende besluiten AWB werken dus zo slecht nog niet. Bij die betere afstemming en coördinatie worden bestuursorganen geholpen door adequate ICT-voorzieningen, maar juist op dat terrein heeft de overheid geen goede naam; overigens worstelen ook bedrijven met dit probleem. Wij roepen de minister ertoe op om op dit punt krachtdadig op te treden en voluit deze ICT-revolutie te steunen, ook in financiële zin. Het belang van burgers en met name bedrijven dient immers voorop te staan.

Blz. 204

De heer Laurier (GL):

Op het gebied van de reductie van complexiteit laat het wetsvoorstel een groot vertrouwen in de mogelijkheden van de ICT zien. Ik zou daar graag iets meer over willen horen van de minister. Als ICT de ruggengraat is van het wetsvoorstel, moet zij ons op dit punt gerust kunnen stellen.

Blz. 205

De heer De Boer (CU):

Een volgend probleem dat wij in de schriftelijke discussie aan de orde hebben gesteld, betreft de tijdige beschikbaarheid van de ICT-voorzieningen die voor de uitvoering van de Wabo gebruikt moeten worden. De heer Laurier had het daar zojuist ook al even over. Invoering van de Wabo zonder een goed werkend geheel aan ICT-voorzieningen is naar de mening van onze fracties vragen om mislukken ervan.

(...)

Daarbij moeten wij ook nog bedenken dat - ik dacht volgens planning en afspraak - de gemeenten en provincies medio 2009, dus over pakweg zeven maanden, het materiaal tot hun beschikking moeten hebben, wil een goede implementatie nog kans van slagen hebben voor uitvoering van de Wabo per 1 januari 2010. De minister zal begrijpen dat onze fracties het uitermate lastig vinden om een wetsvoorstel aan te nemen waarvan de invoering bepaald is op een moment dat een vitaal instrumentarium voor de uitvoering ervan wellicht nog niet adequaat beschikbaar is. Wij vragen de minister dan ook zeer indringend om een helder antwoord op de vraag of zij indien nodig bereid is de invoering van de wet, hoe vervelend ook, nog iets langer uit te stellen, als voorjaar 2009 blijkt dat het ICT-instrumentarium voor de uitvoering van de Wabo onvoldoende gereed is. Immers, liever iets langer gewacht dan in een chaos terechtkomen.

Blz. 231

Minister Cramer:

Ik zal nog wat zeggen over ICT. Door verschillende fracties, met name VVD, CDA en Christen- Unie is aandacht gevraagd voor een tijdige oplevering en testfase van ICT. Ik wil daarover duidelijk zijn. De landelijke ICT-voorziening dient tijdig gereed te zijn om goed te kunnen worden getest. De overheden moeten zich tijdig op deze digitale invoering kunnen voorbereiden. Ik ga er hierbij van uit dat de ICT-voorziening zes maanden voor inwerkingtreding van de Wabo gereed en bruikbaar moet zijn. Ik neem deze verantwoordelijkheid. Het zal niet eenvoudig zijn. Verschillende Kamerleden hebben gezegd dat ICT een weerbarstig dossier is en dat ICT vaak ongewenste vertragingen kent. Maar, zoals ik ook in de schriftelijke voorbereiding heb aangegeven, heb ik tal van maatregelen en voorzieningen getroffen om ervoor te zorgen dat wij het schema wel halen.

(...)

Ik verwacht dat met al deze maatregelen dit innovatieve ICT-traject beheersbaar blijft. Ik zal ernaar streven om op een tijdig moment een goed werkend landelijk voorzieningssysteem bij alle overheden te hebben.


Brondocumenten


Historie