Eerste Kamer houdt wetsvoorstel aanpassing gemeenschap van goederen aan in afwachting van onderzoek



De Eerste Kamer heeft de behandeling van het wetsvoorstel ‘Aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen’ (28.867) uitgesteld, in afwachting van een nader onderzoek naar evenwichtigheid van het voorstel. De Eerste Kamer nam daartoe met algemene stemmen een motie (EK 28.867, G) aan, ingediend door PvdA-senator Haubrich-Gooskens. Op de laatste dag voor het kerstreces besliste de Kamer dat pas wordt gestemd met wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek als de regering heeft gerapporteerd over de door de Senaat genoemde mogelijke strijdigheden met andere wetsartikelen.

In de op 22 december Kamerbreed aangenomen motie wordt geconstateerd dat als gevolg van een amendement van de Tweede Kamer de voorgestelde beperkte gemeenschap van goederen een algehele gemeenschap van goederen op gespannen voet staat met de artikelen in het wetsvoorstel waarin de besturing, waardering en verdeling van de huwelijksgemeenschap worden geregeld. Deze zijn aan de wijziging door de Tweede Kamer niet zijn aangepast, zo staat in de motie Haubrichs-Gooskens.

Volgens de Eerste Kamer ontstaan daardoor onevenwichtigheden en zwarigheden die aanleiding zullen geven tot tal van procedures. Om die reden vraagt de Eerste Kamer de regering per motie om te onderzoeken welke wetsartikelen wellicht alsnog moeten worden aangepast. Pas als de regering hierover uitsluitsel heeft gegeven, wil de Eerste Kamer stemmen over het aangepaste voorstel ‘Aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen’. Minister Hirsch Ballin had tijdens het op 15 december gevoerde debat in de senaat over dit voorstel de motie ontraden.


Deel dit item: