De Eerste Kamer heeft dinsdag 19 januari een verdrag met België goedgekeurd dat het mogelijk maakt om Belgische gedetineerden vast te zetten in de penitentiaire inrichting van Tilburg (32.215). Door deze regeling krijgt de Belgische justitie de beschikking over extra celcapaciteit, en kunnen arbeidsplaatsen van het Nederlandse gevangenispersoneel in Tilburg worden behouden. Het verdrag is geldig tot eind 2012.
Het wetsvoorstel werd zonder stemming aangenomen, maar de SP-fractie liet aantekenen tegen het verdrag te zijn. Volgens woordvoerder Kox is het voorstel juridisch slecht onderbouwd. Wel juicht hij toe dat er werkgelegenheid in de penitentiaire inrichtingen Noordsingel en Bankenbosch behouden blijft. Volgens Kox moeten nationale staten in principe zorgen voor de opvang van hun eigen gevangenen. Naar zijn mening ligt dit principe in het internationale recht besloten, met name het Europese verdrag voor de Rechten van de Mens. Hij verwees in zijn betoog naar geheime gevangenissen in Polen en Roemenië van de Verenigde Staten, waartegen destijds veel protesten zijn geuit. Staatssecretaris Albayrak van Justitie die het verdrag verdedigde in de senaat wierp deze vergelijking verre van zich. Volgens haar is er geen internationaal verdrag dat zich tegen de overeenkomst tussen Nederland en België verzet. Op het verzoek van senator Kox om de adviezen over te leggen van gerenommeerde juristen waaruit blijkt dat er geen beletselen zijn, zei de staatssecretaris dat er niet op elk onderdeel uitgebreide schriftelijke adviezen zijn.
De staatssecretaris zegde senator Van de Beeten van de CDA-fractie toe dat zij de Staatscommissie die zich buigt over een algehele grondwetsherziening zal vragen de implicaties van dit verdrag bij haar advies te betrekken. De CDA-senator wees erop dat zeker in Europees verband geleidelijk een situatie is ontstaan dat een morele plicht tussen landen om elkaar de helpen hand te bieden kan uitmonden in een juridische plicht om zulks te doen.
Deel dit item: