Dit wetsvoorstel verruimt in het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten de mogelijkheden om veroordeelde de winst als gevolg van criminele activiteiten af te nemen.
Met dit voorstel wordt voorzien in de invoering van wettelijke bewijsvermoedens over de criminele herkomst van het vermogen van de veroordeelde, wordt het mogelijk om een "anderbeslag" te leggen uitgebreid en wordt het mogelijk onderzoek te doen naar het vermogen van de veroordeelde nadat de betalingsverplichting onherroepelijk is geworden. Daarnaast kan als bijkomende straf een reisverbod worden opgelegd.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 32.194, A) is op 20 april 2010 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 29 maart 2011 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
31 oktober 2009titel
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten ter verbetering van de toepassing van de maatregel ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel (verruiming mogelijkheden voordeelontneming)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
-
-
-
-
-
-
3 maart 2011
brief van de minister van Veiligheid en Justitie met de lijst van wetsvoorstellen waarvan afhandeling voor het zomerreces wenselijk is EK 32.500 VI, G
voor kennisgeving aangenomen op 15 maart 2011 -
-
-
-
-
-
20 april 2010
stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 2009/2010, nr. 78, blz: 6618 -
-
15 april 2010
voortzetting behandeling Handelingen TK 2009/2010, nr. 77, blz: 6578-6589 -
15 april 2010
behandeling Handelingen TK 2009/2010, nr. 77, blz: 6565-6575