Met algemene stemmen heeft de Eerste Kamer dinsdag 20 april ingestemd met het wetsvoorstel Herstructurering Raad van State (30.585). Dit echter onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat hiermee geen definitieve structuur voor de Raad wordt neergezet, maar eerder een tussenfase wordt gecreëerd op weg naar een verdere verbetering van de bestuursrechtspraak. Om dit te onderstrepen aanvaardde de Eerste Kamer ook met algemene stemmen een motie van D66-senator Engels (EK 30.585, I). Deze motie, die tijdens de plenaire behandeling van het voorstel op 13 april is ingediend, verzoekt de regering bij de verdere uitvoering van het bevorderen van de eenheid in de bestuursrechtspraak institutionele aanpassingen daarbij nadrukkelijk te betrekken.
Een motie van VVD-senator Duthler (EK 30.585, J) kreeg de instemming van de meerderheid van de senaat. De fractie van het CDA stemde tegen. Woordvoerder Hendrikx zei in een stemverklaring dat zijn fractie ‘geen vanzelfsprekendheden’ ondersteunt. De motie van de VVD dringt erop aan om bij de verdere ontwikkeling van de bestuursrechtspraak de onafhankelijkheid en de deskundigheid van de Raad als uitgangspunten te hanteren. De VVD-fractie had aanvaarding van haar motie als voorwaarde gesteld voor steun aan het wetsvoorstel.
Tijdens het eerdere debat over het wetsvoorstel op 13 april uitte woordvoerder Duthler sterke twijfels over de onafhankelijkheid van de bestuursrechters bij de Raad van State. Die zou onvoldoende zijn gewaarborgd nu tien van hen tevens optreden als adviseur van de regering. In een eerdere motie (EK 30.585, H) tijdens het debat vroeg de VVD om na te gaan hoe de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kan worden ondergebracht bij de Hoge Raad of een nog op te richten Administratief Hof, dan wel elders. Deze motie werd door minister Hirsch Ballin ontraden. Met de gewijzigde motie van de VVD had de bewindsman geen probleem. Minister Hirsch Ballin verklaarde in de Eerste Kamer dat het voorstel voor herstructurering van de Raad van State mede is bedoeld om de onafhankelijkheid en deskundigheid van bestuursrechters te bevorderen.
Deel dit item: