T01167

Toezegging Jaarlijkse rapportage (31.890)



De minister voor Jeugd en Gezin zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ten Horn, toe met een jaarlijks rapportage te komen over de positieve en negatieve gevolgen van de inzet van het instrumentarium, waaronder bezwaar en beroep en de stopzetting van kinderbijslag of wezenuitkering.


Kerngegevens

Nummer T01167
Status voldaan
Datum toezegging 19 januari 2010
Deadline 1 juli 2012
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister voor Jeugd en Gezin
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden dr. G.H.M.M. ten Horn (SP)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen evaluaties
kinderbijslag
Kamerstukken Recht op kinderbijslag voor 16- en 17 jarigen (31.890)


Opmerking

voortzetting debat op 26 januari 2010

Uit de stukken

Handelingen I 2009-2010, nr. 15 – blz. 548

Mevrouw Ten Horn (SP): Tot slot de evaluatie. Wij zijn blij dat, aldus de nadere memorie van antwoord, de regering zich kan voorstellen dat, gelet op de opmerkingen van de fracties over de negatieve gevolgen van het instrument, over een aantal jaren de ervaringen van de leerplichtambtenaren en de SVB met betrekking tot het gebruik van het instrument worden geïnventariseerd. Omdat wij het hebben over mogelijk ernstige gevolgen die eigen zijn aan gezinsconflicten, zoals wegloopgedrag van de jongere tot zwerfjongere, suïcidepogingen, ontstaan van verslaving of gokverslaving en in de criminaliteit geraken – dit zijn allemaal negatieve en onbedoelde gevolgen die kunnen ontstaan door deze wet – acht mijn fractie rapportage "over een aantal jaren", zoals in de nadere memorie van antwoord, absoluut onverantwoord. Ten minste jaarlijkse inventarisatie van de gevolgen van dit wetsvoorstel en rapportage daarvan aan beide Kamers achten wij noodzakelijk. Alleen dan kan zo nodig snel besloten worden tot stopzetten van toepassing van deze zogenoemde ″last onder dwangsom″ en het intrekken van kinderbijslag en wezenuitkering, vergelijkbaar met hoe in een geneesmiddelenonderzoek toediening van een experimenteel middel – dat is het – wordt stop gezet als er sprake is van teveel bijwerkingen of averechtse werking. Is de minister bereid tot minimaal jaarlijkse rapportage hierover? Dus over meer gegevens dan alleen het aantal stopzettingen van kinderbijslag, welke de minister al aan de Tweede Kamer heeft toegezegd. Ik bedoel ook rapportages over positieve en negatieve gevolgen.

Handelingen I 2009-2010, nr. 15 – blz. 562

Minister Rouvoet: Ik ben graag bereid om de Kamer op de hoogte te stellen van wat een jaarlijkse rapportage kan behelzen en waar het heel erg ingewikkeld wordt. Ik ben bereid om te bekijken of het mogelijk is om met een jaarlijkse rapportage te komen rondom de toepassing van het ons bekende instrumentarium. Wij zullen dat in overleg met de VNG moeten bezien. Ik zal de Kamer daarover rapporteren. Mijn inzet is om tot een jaarlijkse rapportage te komen over de werking van deze wet.

Handelingen I 2009-2010, nr. 15 – blz. 562

Mevrouw Ten Horn (SP): Ik constateer dat de minister in ieder geval aangeeft dat er een jaarlijkse evaluatie zal komen over de gevolgen – positief of negatief – van deze wetswijziging. Wij zijn blij met die toezegging.

Handelingen I 2009-2010, nr. 15 – blz. 564

Minister Rouvoet: Wat ik haar extra heb toegezegd is een jaarlijkse rapportage over de gevolgen. Dit is ook een antwoord op de vraag van mevrouw Ten Horn. Dat is een extra waarborg voor de Kamer om zicht te houden op de ontwikkeling als wij dit instrument gaan inzetten, los van de formele evaluatie van de wet na verloop van tijd. De jaarlijkse rapportage is feitelijk, praktisch, zodat wij met elkaar de vinger aan de pols kunnen houden om te zien of het voorstel leidt tot het resultaat dat wij hebben verwacht, namelijk dat het door de vervanging van het criterium leidt tot meer kinderbijslag en niet tot minder. Dat is mijn toezegging en die doe ik graag gestand.

Handelingen I 2009-2010, nr. 16 – blz. 685-686

Minister Rouvoet: Ik heb al toegezegd dat ik na een jaar de ervaringen met dit instrument in de gereedschapskist van de leerplichtambtenaar in relatie tot de SVB zal evalueren en een verslag daarvan aan uw Kamer zal doen toekomen. Vanzelfsprekend ben ik graag bereid om dan de ervaring met zo'n onafhankelijke commissie van deskundigen daarin mee te nemen.

Handelingen I 2009-2010, nr. 16 – blz. 686

Mevrouw Ten Horn (SP): Het verheugt mijn fractie dat de minister jaarlijkse rapportage over de werking van de wet heeft toegezegd. Zij gaat ervan uit dat in deze rapportage verslag wordt gedaan van het volgende: het aantal meldingen door de leerplichtambtenaren aan de SVB, het aantal ingetrokken meldingen, het aantal bezwaren en het aantal keren beroep alsmede de uitkomsten hiervan. Ook verwacht mijn fractie dat eventuele verschillen in deze gegevens naar leeftijd, inkomenspositie en gemeenten worden weergegeven. Voor de beoordeling van het effect van deze wet is van belang dat ook wordt gerapporteerd over het aantal positieve gevolgen – hersteld geregeld schoolbezoek – alsmede het aantal onbedoelde, negatieve of averechtse gevolgen.

Handelingen I 2009-2010, nr. 16 – blz. 688

Minister Rouvoet: Mevrouw Ten Horn heeft een aantal gegevens genoemd die zij wil terugzien in het verslag dat ik over een jaar zal geven. Ik heb geen enkele reden om de Kamer de feitelijke gegevens rondom bezwaar en beroep waar ik over beschik via de SVB, niet te geven. Of dat ook betekent dat ik de Kamer kan informeren over de mate waarin jeugdigen door deze maatregel weer naar school gaan, is een andere vraag. Dat is het domein van de leerplichtambtenaren; het zit in hun dossiers. Zoals bekend beschik ik daar niet over. Dat ligt bij de gemeente. Alle informatie die samenhangt met deze maatregel, waar ik over kan beschikken en die ik de Kamer kan geven, zal ik haar graag geven.


Brondocumenten


Historie

  • 3 juli 2012
    nieuwe status: voldaan
    Voortgang:
  • 23 maart 2012
    nieuwe deadline: 1 juli 2012
    nieuwe status: openstaand
    Voortgang:
    Opmerking: De rapportage wordt in het voorjaar 2012 gelijktijdig met het aangekondigde wetsvoorstel Vereenvoudiging regelingen SVB aan het parlement gezonden.
    documenten:
  • 7 juni 2011
    nieuwe commissie: commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
  • 7 juni 2011
    nieuwe commissie: commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
  • 7 juni 2011
    commissie vervallen: commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport / Jeugd en Gezin (VWS/JG)
  • 7 juni 2011
    commissie vervallen: commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
  • 14 oktober 2010
    nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
  • 14 oktober 2010
    verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Jeugd en Gezin
  • 30 september 2010
    nieuwe deadline: 1 januari 2012
    nieuwe status: openstaand
    Voortgang:
    Opmerking: Op 19 en 26 januari 2010 is bij de plenaire behandeling van het wetsvoorstel tot o.a. aanpassing van de Algemene kinderbijslagwet en de Algemene nabestaandenwet aan de Leerplichtwet in uw Kamer, zowel gesproken over een jaarlijkse rapportage als een vraag beantwoord over de schuldsanering en kinderbijslag. Ik heb daarbij aan Uw Kamer toegezegd dat er jaarlijks een rapportage zal komen met feitelijke, praktische gegevens over de bedoelde aanpassing van de AKW en Anw en de ingestelde adviescommissie m.b.t bezwaar. Deze rapportage kan in het derde kwartaal van 2011 worden verwacht. Tijdens het debat heb ik aangegeven dat er geen beslag kan worden gelegd op de kinderbijslag bij een schuldsanering. Ik heb daarnaast betoogd dat het tot de professionaliteit van de leerplichtambtenaar behoort om te beoordelen of het doen van een melding aan de Sociale Verzekeringsbank om de kinderbijslag in te trekken bij bijvoorbeeld een gezin met schulden, het schoolverzuim helpt te stoppen. Verder verwees ik bij dit onderwerp naar mijn toezegging om een onafhankelijke adviescommissie in te stellen bij de SVB die bij bezwaarzaken over aspecten van de Leerplichtwet 1969 kan adviseren aan de Raad van Bestuur van de SVB. De commissie hoort de betrokkenen en kan de proportionaliteit van de afweging van de leerplichtambtenaar om te melden toetsen. De Ministeriële Regeling die de instelling van de adviescommissie mogelijk maakt is inmiddels gepubliceerd.
  • 19 januari 2010
    toezegging gedaan